Overslaan en naar de inhoud gaan

HUAcursus gevorderden thema 3 tekst 1 deel 2

Cursus paleografie voor gevorderden, Het Utrechts Archief. Toegang 355, Collectie Van Buchel Booth, inventarisnummer 12, folio 21v. Inventaris van de goederen van Floris V in het Catharijneklooster, 1296

niveau
  • de grave selve de slotelen of hadde, ein orcussen, ein rutinc, tue stasekin dorgehouden, tuaelf rode tapeten, tue  rode sarsen, dre blawe tapeten, eine paleir cult, ene scarlakens deken, met bont gevodert, ein scuvecleit  van sindail, ein bedde van gheylen sindail, tien rode  voet cleder, enen blawen wollen roc, ein harsnire, ein  wapen wardecors, tue porpunte, dat ene wit ende dat  ander roet, ein helm harsnire, tue wapen scoen, tue  witte sceenleyder, tue cnilinghe van sine wapen, ein  halsberc, tue plate mouwen, tue iseren cousen, tue  causone, ein wair, ein iseren coverture tot ene orse, tue anderen coverturen, dat ene grot ende dat ander cleine, tue platen, ein paer faus coverture van sine wapen, dre  wapen rocken, zeven pungiregen van sine wapen, tue  paer baniren, tue paer hutse van britsiren, ein paer  wollen britsiren ende ene hutse van de selven, ein  paer walbrawen hantscoen, ein rutinc, ein wapen cnijf, tue restiren, enen wollen tabbart van sinen wapen, toter capellen: enen kelke, ein misboke, ein outerstein, tue sulveren ampullen, ein roet gherwels, tue dualen, tue candelare, zes sulveren scottelen, ein voer outaer, ein te broken sulveren segel, ein cordin, vijf zomerdeken, tue sommen. Ende hir over hebben gheweist broder  Henric van Gruenowen, broder Jacob Zoudekin ende  broder Ghibe van des commendurs wegen van den Dutschen  huse, broder Renyr de subprior van den Jacopinen, har  Lambrecht de Vrese ende har Jacob haren Jacobssone,  de met ons hor seghele hir ane hebben ghehangen in ein  orconde. Ghegheven in iaer ons Heren dusent tue hundert  zeven ende tnegentich, in Palmavent.  

    Let hier op

    Transcribeer de handgeschreven tekst in principe zo letterlijk mogelijk.

    Voor een goede werking van de automatische controle van je invoer en om verschillen in werkwijzen tussen archiefdiensten en onderzoekers te voorkomen, zijn er een paar uitzonderingen op het letterlijk transcriberen afgesproken:

    • Typ een ij voor y, behalve wanneer het echt een y moet zijn (bv. Lyon of hypotheek).
    • Typ afkortingen zoveel mogelijk voluit, behalve bij (samengestelde) woorden die je ook zo uit zou spreken (bv. t'selve blijft dus t'selve en wordt geen het selve).
    • In de oorspronkelijke tekst worden woorden op diverse manieren, al dan niet met streepjes, haaltjes e.d. afgebroken, maar gebruik in je transcriptie altijd een min-
      teken, zoals in modern Nederlands.

    Verschillen tussen kleine letters en hoofdletters, spaties, regeleinden en witregels worden tijdens de controle genegeerd, maar probeer deze voor de leesbaarheid natuurlijk wel zo letterlijk mogelijk over te nemen.

    Uitgebreide informatie over de WSD-transcriptieregels kun je vinden op de pagina Aanwijzingen voor transcripties.

    'Wat staat daer?' is nadrukkelijk bedoeld om het lezen van oude handschriften te oefenen, niet om het maken van transcripties te leren. Wil je over dat laatste meer uitleg? Lees verder >

    veel succes en plezier!