HUAcursus Tekst 8a p1

Voor den officier Copia Aen den ed gerechte der stad Utrecht,geeft met alle behoorl reverentie te kennen Claes  Adriaensen van den Harthals, stoelmaker, deser stadts borger, dat hij supplt, verhuert hebbende een achterquartier sijner huysinge ende plaetse daernevens aen, uytcomende door sijne poorte ende poortwech in de Hoge Jacopijnestraat, aen een schoolmeester, aldaer kinderen houdende off lerende, dat d'weduwe van Evert van Lobbrecht niet alleen dagel over de voors plaetse ende door de gemelte poorte en poortwech over ter voors straetwaerts uyt door hare knechts voeren off cruyen doet alle hare peerdemessie en anders, nemaer daerenboven noch dagel de voors plaetse beslaet ende beleyt met peerdemessie, asch en meer andere onreynicheyt van pisse ende diergel, oock soo dat niet alleen de voors bewoonders deselve plaetse niet gebruycken connen, nemaer dat deselve onreynicheyt veroorsaeckende is sodanigen gedurigen stanck ende roock in en door 't voors achterquartier en des supplts gehele huysinghe, dat die niet is onlijdelijck, ende oock gesien in desen virigen tijt, soo daerinne niet tijdel en werde voorsien, daeruyt te sullen ontstaen een sware sieckte van peste off diergel, daerdoor niet alleen des supplts huysinge, nemaer de geburenhuysen soude cunnen worden geinfecteert, en de voors wede haer genoech behoorden te laten sijn, dat den supplt haer tot noch toe laten genieten heeft 't voors overcruyen, 't welck sij niet anders behoorden ge- daen te hebben dan uyt de stal voort recht door de gangh op de straat neer, en niet op de voors plaets, en daertoe hare knechts te houden, dat oock om alle voors redenen den voorn schoolmr, indien daerinne als voors niet en werde voorsien, 't voors quartier wil verlaten sonder huer te geven, omdat sijne kinderen verlopen ende derhalven noch actie van schade ende intere pretendeert. En opdat dan daerinne mach worden voorcomen, soo was den supplnt sich kerende tot U Edele, versoeckende de voorn weduwe Lobbrecht geinterdiceert te worden de voors plaetse