Overslaan en naar de inhoud gaan

Grofgebekt

In 1841 werd Johannes Bijenkorf beschuldigd van landloperij. Van de commissaris in Maastricht kreeg hij te horen dat hij maar eens werk moest gaan zoeken in een van de fabrieken in de stad. Johannes had echter haar op zijn tanden en liet duidelijk merken dat hij het niet eens was met de gang van zaken. Ontcijfer hieronder een deel van dit opmerkelijk proces-verbaal.

Historisch Centrum Limburg, Nieuw Rechterlijke Archieven, toegangsnr. 08.001, inv.nr. 1087.

niveau
  • Dat gemelde Bijenkorf aldadelijk 
    op een onbevoegde toon heeft gezegd zet 
    mij maar vast, ik wil vastzitten, dan heb ik de kost. Dat de heer 
    commissaris voornoemd hem heeft aange-
    maand het voor een jongmensch als 
    hij te werken en in de maatschappij 
    te leven beter ware, en daarom hem 
    met een briefje naar het fabriek 
    van den heer Lecomte en daarna 
    naar den heer Regout heeft gezonden 
    teneinde werk voor hem te erlangen
    Dat Bijenkorf om een ure des mid-
    dags ten kantore van policie komende 
    tegen den ondergeteekenden zegde Regout 
    zal u over het briefje spreken, maar
    ik verdom het, ik loop niet meer en 
    ik wil vast zitten, hier ga ik niet meer 
    weg. Dat aan hem het onbetamelijke 
    daarvan onder het oog is gebragt 
    dat men wel zien kon hij te lui om 
    te werken was, waarop hij zegde smeer-
    lap, zet mij vast en hebben hem 
    met den arm buiten de deur van
    het bureau moeten zetten doch 
    is wederom terug gekeerd zeggende
    smeerlappen, ik wil vastzitten
    gij moet mij zetten. Dat hij dan ook
    door de dienaars van policie Willem 
    Nijst en Johannes Antonius Biesmans 
    naar de militaire Wacht onder het stads-
    huis in de zoogenaamden spekkamer 
    is overgebragt geworden.

    Dat de na te noemen Wacht hebbende 
    militairen aan ons hebben gerappor-
    teerd, Bijenkorf daar zittende als 
    een woedend mensch is te werk ge-
    gaan, scheldende hun voor 
    smeerlappen, schelmen, deugnieten 
    en meer andere scheldwoorden, dat 
    de heer 1e luitenant van Tol
    van het 7e regiment, in de Wacht 
    komende almede door hem is beleedigd 
    door tegen Zijn Weledelgestrenge te zeggen
    wie ben jij, ik heb scheit aan jou
    kerel.

  • Dat gemelde Bijenkorf aldadelijk 
    op een onbevoegde toon heeft gezegd zet 
    mij maar vast, ik wil vastzitten, dan heb ik de kost. Dat de heer 
    commissaris voornoemd hem heeft aange-
    maand het voor een jongmensch als 
    hij te werken en in de maatschappij 
    te leven beter ware, en daarom hem 
    met een briefje naar het fabriek 
    van den heer Lecomte en daarna 
    naar den heer Regout heeft gezonden 
    teneinde werk voor hem te erlangen
    Dat Bijenkorf om een ure des mid-
    dags ten kantore van policie komende 
    tegen den ondergeteekenden zegde Regout 
    zal u over het briefje spreken, maar
    ik verdom het, ik loop niet meer en 
    ik wil vast zitten, hier ga ik niet meer 
    weg. Dat aan hem het onbetamelijke 
    daarvan onder het oog is gebragt 
    dat men wel zien kon hij te lui om 
    te werken was, waarop hij zegde smeer-
    lap, zet mij vast en hebben hem 
    met den arm buiten de deur van
    het bureau moeten zetten doch 
    is wederom terug gekeerd zeggende
    smeerlappen, ik wil vastzitten
    gij moet mij zetten. Dat hij dan ook
    door de dienaars van policie Willem 
    Nijst en Johannes Antonius Biesmans 
    naar de militaire Wacht onder het stads-
    huis in de zoogenaamden spekkamer 
    is overgebragt geworden.

    Dat de na te noemen Wacht hebbende 
    militairen aan ons hebben gerappor-
    teerd, Bijenkorf daar zittende als 
    een woedend mensch is te werk ge-
    gaan, scheldende hun voor 
    smeerlappen, schelmen, deugnieten 
    en meer andere scheldwoorden, dat 
    de heer 1e luitenant van Tol
    van het 7e regiment, in de Wacht 
    komende almede door hem is beleedigd 
    door tegen Zijn Weledelgestrenge te zeggen
    wie ben jij, ik heb scheit aan jou
    kerel.

  • Dat gemelde Bijenkorf aldadelijk 
    op een onbevoegde toon heeft gezegd zet 
    mij maar vast, ik wil vastzitten, dan heb ik de kost. Dat de heer 
    commissaris voornoemd hem heeft aange-
    maand het voor een jongmensch als 
    hij te werken en in de maatschappij 
    te leven beter ware, en daarom hem 
    met een briefje naar het fabriek 
    van den heer Lecomte en daarna 
    naar den heer Regout heeft gezonden 
    teneinde werk voor hem te erlangen
    Dat Bijenkorf om een ure des mid-
    dags ten kantore van policie komende 
    tegen den ondergeteekenden zegde Regout 
    zal u over het briefje spreken, maar
    ik verdom het, ik loop niet meer en 
    ik wil vast zitten, hier ga ik niet meer 
    weg. Dat aan hem het onbetamelijke 
    daarvan onder het oog is gebragt 
    dat men wel zien kon hij te lui om 
    te werken was, waarop hij zegde smeer-
    lap, zet mij vast en hebben hem 
    met den arm buiten de deur van
    het bureau moeten zetten doch 
    is wederom terug gekeerd zeggende
    smeerlappen, ik wil vastzitten
    gij moet mij zetten. Dat hij dan ook
    door de dienaars van policie Willem 
    Nijst en Johannes Antonius Biesmans 
    naar de militaire Wacht onder het stads-
    huis in de zoogenaamden spekkamer 
    is overgebragt geworden.

    Dat de na te noemen Wacht hebbende 
    militairen aan ons hebben gerappor-
    teerd, Bijenkorf daar zittende als 
    een woedend mensch is te werk ge-
    gaan, scheldende hun voor 
    smeerlappen, schelmen, deugnieten 
    en meer andere scheldwoorden, dat 
    de heer 1e luitenant van Tol
    van het 7e regiment, in de Wacht 
    komende almede door hem is beleedigd 
    door tegen Zijn Weledelgestrenge te zeggen
    wie ben jij, ik heb scheit aan jou
    kerel.

  • Dat gemelde Bijenkorf aldadelijk  op een onbevoegde toon heeft gezegd zet  mij maar vast, ik wil vastzitten, dan heb ik de kost. Dat de heer  commissaris voornoemd hem heeft aange- maand het voor een jongmensch als  hij te werken en in de maatschappij  te leven beter ware, en daarom hem  met een briefje naar het fabriek  van den heer Lecomte en daarna  naar den heer Regout heeft gezonden  teneinde werk voor hem te erlangen.  Dat Bijenkorf om een ure des mid- dags ten kantore van policie komende  tegen den ondergeteekenden zegde Regout  zal u over het briefje spreken, maar ik verdom het, ik loop niet meer en  ik wil vast zitten, hier ga ik niet meer  weg. Dat aan hem het onbetamelijke  daarvan onder het oog is gebragt  dat men wel zien kon hij te lui om  te werken was, waarop hij zegde smeer- lap, zet mij vast en hebben hem  met den arm buiten de deur van het bureau moeten zetten doch  is wederom terug gekeerd zeggende smeerlappen, ik wil vastzitten,  gij moet mij zetten. Dat hij dan ook door de dienaars van policie Willem  Nijst en Johannes Antonius Biesmans  naar de militaire Wacht onder het stads- huis in de zoogenaamden spekkamer  is overgebragt geworden.Dat de na te noemen Wacht hebbende  militairen aan ons hebben gerappor- teerd, Bijenkorf daar zittende als  een woedend mensch is te werk ge- gaan, scheldende hun voor  smeerlappen, schelmen, deugnieten  en meer andere scheldwoorden, dat  de heer 1e luitenant van Tol van het 7e regiment, in de Wacht  komende almede door hem is beleedigd  door tegen Zijn Weledelgestrenge te zeggen wie ben jij, ik heb scheit aan jou kerel.

    Let hier op

    Transcribeer de handgeschreven tekst in principe zo letterlijk mogelijk.

    Voor een goede werking van de automatische controle van je invoer en om verschillen in werkwijzen tussen archiefdiensten en onderzoekers te voorkomen, zijn er een paar uitzonderingen op het letterlijk transcriberen afgesproken:

    • Typ een ij voor y, behalve wanneer het echt een y moet zijn (bv. Lyon of hypotheek).
    • Typ afkortingen zoveel mogelijk voluit, behalve bij (samengestelde) woorden die je ook zo uit zou spreken (bv. t'selve blijft dus t'selve en wordt geen het selve).
    • In de oorspronkelijke tekst worden woorden op diverse manieren, al dan niet met streepjes, haaltjes e.d. afgebroken, maar gebruik in je transcriptie altijd een min-
      teken, zoals in modern Nederlands.

    Verschillen tussen kleine letters en hoofdletters, spaties, regeleinden en witregels worden tijdens de controle genegeerd, maar probeer deze voor de leesbaarheid natuurlijk wel zo letterlijk mogelijk over te nemen.

    Uitgebreide informatie over de WSD-transcriptieregels kun je vinden op de pagina Aanwijzingen voor transcripties.

    'Wat staat daer?' is nadrukkelijk bedoeld om het lezen van oude handschriften te oefenen, niet om het maken van transcripties te leren. Wil je over dat laatste meer uitleg? Lees verder >

    veel succes en plezier!