Overslaan en naar de inhoud gaan

Gezocht: mannen van stichtelijke wandel

De Gereformeerde kerkenraad van Batavia stuurt een brief naar het thuisfront over de verspreiding van het geloof in Indië. Toch is er nog hulp nodig, dus wordt er om jonge predikanten gevraagd.

niveau
  • Extracten uijt de brieven van de Indische
    ende andere buijtenlansche kercken van date
    den 24 november 1687.

    De kerckenraet van Batavia correspondeert seer
    vriendelick ende geduijrichlick met de Gecommitteerde
    tot de Indische saken, belooft dat daer in wil conti-
    ren, en versoeckt gedienstelick dat dese mede daer in
    willen continueren. Getuijghen datse groote redenen
    hebben om Godt almachtich ten hooghsten te dancken
    over den geluckigen toestant, alsoo Godt overal uijt
    alle kercken doet aennaderen, en brenght tot het Co-
    ninckrijcke Jesu Christi sijns Soons, selfs uijt de afge-
    legenste Eijlanden, Mooren, Mahumetanen, die de leere
    des Evangeliums omhelsen: en soudender wel meer
    toevloijen tot den schoot der kercke indiense meer
    leeraren hadden. Versoecken derhalven op het alderge-
    dienstichs, dat doch willen aenhouden dat met den alder-
    eersten haer moghen toegesonden werden een merckelick
    aental van jonge wackere bequame mannen, die vreed-
    saem zijn ende van eenen stichtelicken wandel. Twelck
    de Eerwaerde Gedeputeerde tot de Indische saken seggen datse
    gedaen hebben elck bij sijn camer: ende dat de Heeren
    oock genegen zijn om bequame mannen derwaerts te
    senden als het predicanten zijn, maer dat sich noch
    geen stoffe opdoet.
    Schrijven dat haer Eerwaerden Anno 1687 waren toegecomen drie
    predicanten, te weten Gellius Hamminga, Gerardus
    Louwerman ende Fredericus Gobius.
    Isaac Hellenius die in het Maleijts predickt was
    gestorven ende in sijn plaets was gesuccedeert Jacobus
    Vosmaer.
    In de Nederlansche kercke op Batavia waren maer
    drie predicanten, te weten Dominee Theodorus Sas, Melchior
    Leijdecker ende Servatius Clavius, want Johannes de
    Vooght was genegen te repatrieren, waer toe licentie
    van de hooge Overheijt vercregen hadde, welcken op
    het ernst den Synoden recommanderen.
  • Extracten uijt de brieven van de Indische
    ende andere buijtenlansche kercken van date
    den 24 november 1687.

    De kerckenraet van Batavia correspondeert seer
    vriendelick ende geduijrichlick met de Gecommitteerde
    tot de Indische saken, belooft dat daer in wil conti-
    ren, en versoeckt gedienstelick dat dese mede daer in
    willen continueren. Getuijghen datse groote redenen
    hebben om Godt almachtich ten hooghsten te dancken
    over den geluckigen toestant, alsoo Godt overal uijt
    alle kercken doet aennaderen, en brenght tot het Co-
    ninckrijcke Jesu Christi sijns Soons, selfs uijt de afge-
    legenste Eijlanden, Mooren, Mahumetanen, die de leere
    des Evangeliums omhelsen: en soudender wel meer
    toevloijen tot den schoot der kercke indiense meer
    leeraren hadden. Versoecken derhalven op het alderge-
    dienstichs, dat doch willen aenhouden dat met den alder-
    eersten haer moghen toegesonden werden een merckelick
    aental van jonge wackere bequame mannen, die vreed-
    saem zijn ende van eenen stichtelicken wandel. Twelck
    de Eerwaerde Gedeputeerde tot de Indische saken seggen datse
    gedaen hebben elck bij sijn camer: ende dat de Heeren
    oock genegen zijn om bequame mannen derwaerts te
    senden als het predicanten zijn, maer dat sich noch
    geen stoffe opdoet.
    Schrijven dat haer Eerwaerden Anno 1687 waren toegecomen drie
    predicanten, te weten Gellius Hamminga, Gerardus
    Louwerman ende Fredericus Gobius.
    Isaac Hellenius die in het Maleijts predickt was
    gestorven ende in sijn plaets was gesuccedeert Jacobus
    Vosmaer.
    In de Nederlansche kercke op Batavia waren maer
    drie predicanten, te weten Dominee Theodorus Sas, Melchior
    Leijdecker ende Servatius Clavius, want Johannes de
    Vooght was genegen te repatrieren, waer toe licentie
    van de hooge Overheijt vercregen hadde, welcken op
    het ernst den Synoden recommanderen.
  • Extracten uijt de brieven van de Indische
    ende andere buijtenlansche kercken van date
    den 24 november 1687.

    De kerckenraet van Batavia correspondeert seer
    vriendelick ende geduijrichlick met de Gecommitteerde
    tot de Indische saken, belooft dat daer in wil conti-
    ren, en versoeckt gedienstelick dat dese mede daer in
    willen continueren. Getuijghen datse groote redenen
    hebben om Godt almachtich ten hooghsten te dancken
    over den geluckigen toestant, alsoo Godt overal uijt
    alle kercken doet aennaderen, en brenght tot het Co-
    ninckrijcke Jesu Christi sijns Soons, selfs uijt de afge-
    legenste Eijlanden, Mooren, Mahumetanen, die de leere
    des Evangeliums omhelsen: en soudender wel meer
    toevloijen tot den schoot der kercke indiense meer
    leeraren hadden. Versoecken derhalven op het alderge-
    dienstichs, dat doch willen aenhouden dat met den alder-
    eersten haer moghen toegesonden werden een merckelick
    aental van jonge wackere bequame mannen, die vreed-
    saem zijn ende van eenen stichtelicken wandel. Twelck
    de Eerwaerde Gedeputeerde tot de Indische saken seggen datse
    gedaen hebben elck bij sijn camer: ende dat de Heeren
    oock genegen zijn om bequame mannen derwaerts te
    senden als het predicanten zijn, maer dat sich noch
    geen stoffe opdoet.
    Schrijven dat haer Eerwaerden Anno 1687 waren toegecomen drie
    predicanten, te weten Gellius Hamminga, Gerardus
    Louwerman ende Fredericus Gobius.
    Isaac Hellenius die in het Maleijts predickt was
    gestorven ende in sijn plaets was gesuccedeert Jacobus
    Vosmaer.
    In de Nederlansche kercke op Batavia waren maer
    drie predicanten, te weten Dominee Theodorus Sas, Melchior
    Leijdecker ende Servatius Clavius, want Johannes de
    Vooght was genegen te repatrieren, waer toe licentie
    van de hooge Overheijt vercregen hadde, welcken op
    het ernst den Synoden recommanderen.
  • Extracten uijt de brieven van de Indische ende andere buijtenlansche kercken van date den 24 november 1687. De kerckenraet van Batavia correspondeert seer vriendelick ende geduijrichlick met de Gecommitteerde tot de Indische saken, belooft dat daer in wil conti- ren, en versoeckt gedienstelick dat dese mede daer in willen continueren. Getuijghen datse groote redenen hebben om Godt almachtich ten hooghsten te dancken over den geluckigen toestant, alsoo Godt overal uijt alle kercken doet aennaderen, en brenght tot het Co- ninckrijcke Jesu Christi sijns Soons, selfs uijt de afge- legenste Eijlanden, Mooren, Mahumetanen, die de leere des Evangeliums omhelsen: en soudender wel meer toevloijen tot den schoot der kercke indiense meer leeraren hadden. Versoecken derhalven op het alderge- dienstichs, dat doch willen aenhouden dat met den alder- eersten haer moghen toegesonden werden een merckelick aental van jonge wackere bequame mannen, die vreed- saem zijn ende van eenen stichtelicken wandel. Twelck de Eerwaerde Gedeputeerde tot de Indische saken seggen datse gedaen hebben elck bij sijn camer: ende dat de Heeren oock genegen zijn om bequame mannen derwaerts te senden als het predicanten zijn, maer dat sich noch geen stoffe opdoet. Schrijven dat haer Eerwaerden Anno 1687 waren toegecomen drie predicanten, te weten Gellius Hamminga, Gerardus Louwerman ende Fredericus Gobius. Isaac Hellenius die in het Maleijts predickt was gestorven ende in sijn plaets was gesuccedeert Jacobus Vosmaer. In de Nederlansche kercke op Batavia waren maer drie predicanten, te weten Dominee Theodorus Sas, Melchior Leijdecker ende Servatius Clavius, want Johannes de Vooght was genegen te repatrieren, waer toe licentie van de hooge Overheijt vercregen hadde, welcken op het ernst den Synoden recommanderen.

    Let hier op

    Transcribeer de handgeschreven tekst in principe zo letterlijk mogelijk.

    Voor een goede werking van de automatische controle van je invoer en om verschillen in werkwijzen tussen archiefdiensten en onderzoekers te voorkomen, zijn er een paar uitzonderingen op het letterlijk transcriberen afgesproken:

    • Typ een ij voor y, behalve wanneer het echt een y moet zijn (bv. Lyon of hypotheek).
    • Typ afkortingen zoveel mogelijk voluit, behalve bij (samengestelde) woorden die je ook zo uit zou spreken (bv. t'selve blijft dus t'selve en wordt geen het selve).
    • In de oorspronkelijke tekst worden woorden op diverse manieren, al dan niet met streepjes, haaltjes e.d. afgebroken, maar gebruik in je transcriptie altijd een min-
      teken, zoals in modern Nederlands.

    Verschillen tussen kleine letters en hoofdletters, spaties, regeleinden en witregels worden tijdens de controle genegeerd, maar probeer deze voor de leesbaarheid natuurlijk wel zo letterlijk mogelijk over te nemen.

    'Wat staat daer?' is nadrukkelijk bedoeld om het lezen van oude handschriften te oefenen, niet om het maken van transcripties te leren. Wil je over dat laatste meer uitleg? Lees verder >

    veel succes en plezier!