Als boer met land grenzend aan de Waterlandse Zeedijk had je het niet makkelijk. Je moest ‘jouw’ stuk dijk onderhouden. Als dat niet meer lukte zat er niets anders op dan de spa in de dijk te steken. Dit was een symbolische handeling in het bijzijn van de dijkgraaf en hoogheemraden van Waterland. Je verloor dan je land. Als je geluk had mocht je in je huis blijven wonen, zoals Neel Meijnerts uit Kinsel bij Durgerdam.
Spaedsteeckinge van Neel Meijnerts
op de Kinsel.
Compareerde voor dijckgraef en hooge heemraden van
waterlandt Neel Meijnerts van de kinsel.
Ende heeft (na dat sij wettelijck in presentie van
dijckgraef en heemraden voornoemt de Spaed in den
dijck gesteecken hadde) in alle betere forme stijle
wegen en maniere van rechten haer doenlijck sijnde
afstant gedaen gelijck sij afstant doet mits desen
van alle alsulcke stucklandts genaemt schaeckelandt
groot ontrent anderhalf deijmt gelegen inde kinsel op de
Melcksloot. Belent de Spaed ten oosten en Marij
Engels tot dorgerdam ten westen hebbende negen
voeten dijcx onder nummero 21 en 22 in Ransdorper ban.
Met het huijs daer sij tegenwoordich in woont op de
kinsel ende een weijnich huijsraet.
Verclaerde mede vercocht te hebben aen eenen
friesenburch een stucklants genaemt de peerderen
groot ontrent seven verndel, gelegen op de kinsel voorseid
Eijntelijck verclaerde sij Comparante bij solemnele
Eede geen meerder goederen onder t' gebiet van
waterlant te hebben als hier voren gespecificeert
sijn. Oock niet te weten van wien d'selve gecomen
sijn anders als datse die van hare ouders geerft
hadde. Soo waerlijck helpe haer Godt almachtich.
Welcke Spaedsteeckinge aldus gedaen sijnde is
bij dijckgraef en heemraden geaccepteert. Onvermindert
de gemene landen haer gerechticheijt soo vande
Spaedsteeckers buijten goederen in cas daer
enige bevonden werden als t'recht van boesemen.
Des beloofde sij Comperante nu noch nimmermeer geen
recht of eijgendom daer aen te pretenderen in eeniger
manieren. Maer t' Gemenelant van Waterlant
daer mede te laten gewarden ende de volcomen
possessie laten genieten.
Naer welcke gedane Spaedsteeckinge en
acceptatie is opt ootmoedelijck versoeck van de
voorseide comparante haer gegunt ende geconsenteert
dat sij t' huijs en huijsraet (als slecht en weijnich
wesende) sal mogen voor haer behouden;
Actum tot Nieuwendam den 8 Januarii
Anno xvic vier en vijftich.
Ten oirconde
J.P. Ketel 1654
Secretaris
Spaedsteeckinge van Neel Meijnerts
op de Kinsel.
Compareerde voor dijckgraef en hooge heemraden van
waterlandt Neel Meijnerts van de kinsel.
Ende heeft (na dat sij wettelijck in presentie van
dijckgraef en heemraden voornoemt de Spaed in den
dijck gesteecken hadde) in alle betere forme stijle
wegen en maniere van rechten haer doenlijck sijnde
afstant gedaen gelijck sij afstant doet mits desen
van alle alsulcke stucklandts genaemt schaeckelandt
groot ontrent anderhalf deijmt gelegen inde kinsel op de
Melcksloot. Belent de Spaed ten oosten en Marij
Engels tot dorgerdam ten westen hebbende negen
voeten dijcx onder nummero 21 en 22 in Ransdorper ban.
Met het huijs daer sij tegenwoordich in woont op de
kinsel ende een weijnich huijsraet.
Verclaerde mede vercocht te hebben aen eenen
friesenburch een stucklants genaemt de peerderen
groot ontrent seven verndel, gelegen op de kinsel voorseid
Eijntelijck verclaerde sij Comparante bij solemnele
Eede geen meerder goederen onder t' gebiet van
waterlant te hebben als hier voren gespecificeert
sijn. Oock niet te weten van wien d'selve gecomen
sijn anders als datse die van hare ouders geerft
hadde. Soo waerlijck helpe haer Godt almachtich.
Welcke Spaedsteeckinge aldus gedaen sijnde is
bij dijckgraef en heemraden geaccepteert. Onvermindert
de gemene landen haer gerechticheijt soo vande
Spaedsteeckers buijten goederen in cas daer
enige bevonden werden als t'recht van boesemen.
Des beloofde sij Comperante nu noch nimmermeer geen
recht of eijgendom daer aen te pretenderen in eeniger
manieren. Maer t' Gemenelant van Waterlant
daer mede te laten gewarden ende de volcomen
possessie laten genieten.
Naer welcke gedane Spaedsteeckinge en
acceptatie is opt ootmoedelijck versoeck van de
voorseide comparante haer gegunt ende geconsenteert
dat sij t' huijs en huijsraet (als slecht en weijnich
wesende) sal mogen voor haer behouden;
Actum tot Nieuwendam den 8 Januarii
Anno xvic vier en vijftich.
Ten oirconde
J.P. Ketel 1654
Secretaris
Spaedsteeckinge van Neel Meijnerts
op de Kinsel.
Compareerde voor dijckgraef en hooge heemraden van
waterlandt Neel Meijnerts van de kinsel.
Ende heeft (na dat sij wettelijck in presentie van
dijckgraef en heemraden voornoemt de Spaed in den
dijck gesteecken hadde) in alle betere forme stijle
wegen en maniere van rechten haer doenlijck sijnde
afstant gedaen gelijck sij afstant doet mits desen
van alle alsulcke stucklandts genaemt schaeckelandt
groot ontrent anderhalf deijmt gelegen inde kinsel op de
Melcksloot. Belent de Spaed ten oosten en Marij
Engels tot dorgerdam ten westen hebbende negen
voeten dijcx onder nummero 21 en 22 in Ransdorper ban.
Met het huijs daer sij tegenwoordich in woont op de
kinsel ende een weijnich huijsraet.
Verclaerde mede vercocht te hebben aen eenen
friesenburch een stucklants genaemt de peerderen
groot ontrent seven verndel, gelegen op de kinsel voorseid
Eijntelijck verclaerde sij Comparante bij solemnele
Eede geen meerder goederen onder t' gebiet van
waterlant te hebben als hier voren gespecificeert
sijn. Oock niet te weten van wien d'selve gecomen
sijn anders als datse die van hare ouders geerft
hadde. Soo waerlijck helpe haer Godt almachtich.
Welcke Spaedsteeckinge aldus gedaen sijnde is
bij dijckgraef en heemraden geaccepteert. Onvermindert
de gemene landen haer gerechticheijt soo vande
Spaedsteeckers buijten goederen in cas daer
enige bevonden werden als t'recht van boesemen.
Des beloofde sij Comperante nu noch nimmermeer geen
recht of eijgendom daer aen te pretenderen in eeniger
manieren. Maer t' Gemenelant van Waterlant
daer mede te laten gewarden ende de volcomen
possessie laten genieten.
Naer welcke gedane Spaedsteeckinge en
acceptatie is opt ootmoedelijck versoeck van de
voorseide comparante haer gegunt ende geconsenteert
dat sij t' huijs en huijsraet (als slecht en weijnich
wesende) sal mogen voor haer behouden;
Actum tot Nieuwendam den 8 Januarii
Anno xvic vier en vijftich.
Ten oirconde
J.P. Ketel 1654
Secretaris