te maaken, uijt de vergadering vertrokken,
dog omtrent een half uur daar naa wierd de ver
gadering berigt, dat omtrent 2 a 300 mattroosen
daar waaren, en met gewelt de 2 maanden agter
om wilden hebben, men ontbood de onderschou
ten en Dienders om het volk van het huijs te
verdrijven, dog die kwaamen twee a drie maal
inde vergadering seggen niet in staat te wee
sen het volk te weeder houden, welke op een
brutaale en woedende wijs het huijs openbraaken
en rondom de vergaderplaats besetten, De Heer
Burgemeester sautijn President vande vergadering
scheijde deselve, en tragte van het huijs te koo
men, dog wierd te rug gedreeven, en wierd ge
segt niemand uijt soude koomen voordat haar
versoek g'accordeert was, men liedt hier van
kennis geeven aan Burgemeesteren, met ver
soek van secoers en ontset, en ondertussen
tragte men het grau te stillen, met voor te
slaan, dat des anderen daags eens weeder souden
koomen, en dat men nader over haar versoek
soude delibereeren, dog het antwoord was
geen uur uijtstel, off dat souden weeten wat