Overslaan en naar de inhoud gaan

UUcursus Paleo: Tegendraadse meningen in een orangistisch handschrift - twee sonnetten over de Opstand

In dit handschrift staan fascinerende voorbeelden van vrije meningsuiting in de zeventiende-eeuwse Zuidelijke Nederlanden. De schrijvers, twee rederijkers, komen uit voor hun (‘noordelijke’) sympathie voor Willem van Oranje - en dat in de zuidelijke stad Mechelen. Het handschrift bevat allerlei opruiende gedichten en liederen. Op het afgebeelde folium staan twee sonnetten die handelen over de Opstand. In het ene hekelt de dichter het beteugelen van de vrije meningsuiting onder het Spaanse regime, en in het andere bezingt hij Willem van Oranje.  

Brussel, KBR, hs. 15.662, f. 27r 

Met dank aan Bram Caers. Hij bestudeert dit handschrift binnen het project ‘Tegendraadse meningen in tijden van censuur. Contrastieve herinneringen over het gedeelde verleden in Mechelen (1586-1621) en het geval van een verzameling handgeschreven orangistische teksten’. 

NB 1: de ‘/’ (schuine streep) wordt in de transcriptie weergegeven als een ‘,’ (komma) 

NB 2: dit gedicht bevat geen afkortingen 

niveau
  • Clinck-Ghedicht

    O wonderlycken godt, wie sou konnen gronderen
    oft oordeelen ghewis, wat ghij met ons hebt veur,
    waerom dat hedens-daeghs, de gantsche wereldt deur,
    d'een, d'ander dus verdoempt,, die de schriftuer hanteren,
    ja veel om eijghen baet, de waerheydt reijn af-sweren,
    en stellen met bedrogh, veel zielen zoo ter Leur,
    t'is wel een iammer saeck, d'welck ick dickwils betreur,
    dat sy, die weten bett', den sott meest blijuen scheren,
    daer erasmus godts woordt, zoo klaer heeft wt gheleydt
    in all' zyn schriften soet, tot onser salicheydt,
    met noch veel ander meer, seer treffelycke mannen,
    wiens namen ick verswygh, om dat zy syn benijdt
    want die hyn leeringh volght, oft opentlyck belijdt
    wordt voor de minste straff, wt t'vader-landt ghebannen

    CLINCK-GHEDICHT

    De zeuen wond'ren groot, des wereldts, o ghepeijsen
    sijn v ghenoegh' bekendt, door schrijuers hoogh' beroemt
    maer willem van nassouw, voor't achtste weerdt ghenoemt
    zall'ick hier setten bij, die tot verscheijden reijsen
    door sijnen heijlsaem raedt, Phalaris heeft doen deijsen,
    Diet volck, om lijf, end' goedt, als ketters heeft verdoemt,
    zijn Tijrannij, alleen hem aenden prins versoemt,
    die als den schalcken vos, vlisses wist te veijsen
    Om zijn ghestadicheijdt, bij cato vergheleken
    ghelijck als cicero, oft nestor, in welspreken
    Was dezen heldt begaeft, o zeldsaem wonder werck,
    doen Alba zijn gheweldt, als nero heeft begonnen,
    heeft Nassouw met den schildt, der wijsheijdt 'tlandt ghewonnen,
    dat teghen Spanien voerdt, nu zulcken oorloogh' sterck,
  • Clinck-Ghedicht

    O wonderlycken godt, wie sou konnen gronderen
    oft oordeelen ghewis, wat ghij met ons hebt veur,
    waerom dat hedens-daeghs, de gantsche wereldt deur,
    d'een, d'ander dus verdoempt,, die de schriftuer hanteren,
    ja veel om eijghen baet, de waerheydt reijn af-sweren,
    en stellen met bedrogh, veel zielen zoo ter Leur,
    t'is wel een iammer saeck, d'welck ick dickwils betreur,
    dat sy, die weten bett', den sott meest blijuen scheren,
    daer erasmus godts woordt, zoo klaer heeft wt gheleydt
    in all' zyn schriften soet, tot onser salicheydt,
    met noch veel ander meer, seer treffelycke mannen,
    wiens namen ick verswygh, om dat zy syn benijdt
    want die hyn leeringh volght, oft opentlyck belijdt
    wordt voor de minste straff, wt t'vader-landt ghebannen

    CLINCK-GHEDICHT

    De zeuen wond'ren groot, des wereldts, o ghepeijsen
    sijn v ghenoegh' bekendt, door schrijuers hoogh' beroemt
    maer willem van nassouw, voor't achtste weerdt ghenoemt
    zall'ick hier setten bij, die tot verscheijden reijsen
    door sijnen heijlsaem raedt, Phalaris heeft doen deijsen,
    Diet volck, om lijf, end' goedt, als ketters heeft verdoemt,
    zijn Tijrannij, alleen hem aenden prins versoemt,
    die als den schalcken vos, vlisses wist te veijsen
    Om zijn ghestadicheijdt, bij cato vergheleken
    ghelijck als cicero, oft nestor, in welspreken
    Was dezen heldt begaeft, o zeldsaem wonder werck,
    doen Alba zijn gheweldt, als nero heeft begonnen,
    heeft Nassouw met den schildt, der wijsheijdt 'tlandt ghewonnen,
    dat teghen Spanien voerdt, nu zulcken oorloogh' sterck,
  • Clinck-Ghedicht

    O wonderlycken godt, wie sou konnen gronderen
    oft oordeelen ghewis, wat ghij met ons hebt veur,
    waerom dat hedens-daeghs, de gantsche wereldt deur,
    d'een, d'ander dus verdoempt,, die de schriftuer hanteren,
    ja veel om eijghen baet, de waerheydt reijn af-sweren,
    en stellen met bedrogh, veel zielen zoo ter Leur,
    t'is wel een iammer saeck, d'welck ick dickwils betreur,
    dat sy, die weten bett', den sott meest blijuen scheren,
    daer erasmus godts woordt, zoo klaer heeft wt gheleydt
    in all' zyn schriften soet, tot onser salicheydt,
    met noch veel ander meer, seer treffelycke mannen,
    wiens namen ick verswygh, om dat zy syn benijdt
    want die hyn leeringh volght, oft opentlyck belijdt
    wordt voor de minste straff, wt t'vader-landt ghebannen

    CLINCK-GHEDICHT

    De zeuen wond'ren groot, des wereldts, o ghepeijsen
    sijn v ghenoegh' bekendt, door schrijuers hoogh' beroemt
    maer willem van nassouw, voor't achtste weerdt ghenoemt
    zall'ick hier setten bij, die tot verscheijden reijsen
    door sijnen heijlsaem raedt, Phalaris heeft doen deijsen,
    Diet volck, om lijf, end' goedt, als ketters heeft verdoemt,
    zijn Tijrannij, alleen hem aenden prins versoemt,
    die als den schalcken vos, vlisses wist te veijsen
    Om zijn ghestadicheijdt, bij cato vergheleken
    ghelijck als cicero, oft nestor, in welspreken
    Was dezen heldt begaeft, o zeldsaem wonder werck,
    doen Alba zijn gheweldt, als nero heeft begonnen,
    heeft Nassouw met den schildt, der wijsheijdt 'tlandt ghewonnen,
    dat teghen Spanien voerdt, nu zulcken oorloogh' sterck,
  • Clinck-Ghedicht O wonderlycken godt, wie sou konnen gronderen oft oordeelen ghewis, wat ghij met ons hebt veur, waerom dat hedens-daeghs, de gantsche wereldt deur, d'een, d'ander dus verdoempt,, die de schriftuer hanteren, ja veel om eijghen baet, de waerheydt reijn af-sweren, en stellen met bedrogh, veel zielen zoo ter Leur, t'is wel een iammer saeck, d'welck ick dickwils betreur, dat sy, die weten bett', den sott meest blijuen scheren, daer erasmus godts woordt, zoo klaer heeft wt gheleydt in all' zyn schriften soet, tot onser salicheydt, met noch veel ander meer, seer treffelycke mannen, wiens namen ick verswygh, om dat zy syn benijdt want die hyn leeringh volght, oft opentlyck belijdt wordt voor de minste straff, wt t'vader-landt ghebannen CLINCK-GHEDICHT De zeuen wond'ren groot, des wereldts, o ghepeijsen sijn v ghenoegh' bekendt, door schrijuers hoogh' beroemt maer willem van nassouw, voor't achtste weerdt ghenoemt zall'ick hier setten bij, die tot verscheijden reijsen door sijnen heijlsaem raedt, Phalaris heeft doen deijsen, Diet volck, om lijf, end' goedt, als ketters heeft verdoemt, zijn Tijrannij, alleen hem aenden prins versoemt, die als den schalcken vos, vlisses wist te veijsen Om zijn ghestadicheijdt, bij cato vergheleken ghelijck als cicero, oft nestor, in welspreken Was dezen heldt begaeft, o zeldsaem wonder werck, doen Alba zijn gheweldt, als nero heeft begonnen, heeft Nassouw met den schildt, der wijsheijdt 'tlandt ghewonnen, dat teghen Spanien voerdt, nu zulcken oorloogh' sterck,

    Let hier op

    Transcribeer de handgeschreven tekst in principe zo letterlijk mogelijk.

    Voor een goede werking van de automatische controle van je invoer en om verschillen in werkwijzen tussen archiefdiensten en onderzoekers te voorkomen, zijn er een paar uitzonderingen op het letterlijk transcriberen afgesproken:

    • Typ een ij voor y, behalve wanneer het echt een y moet zijn (bv. Lyon of hypotheek).
    • Typ afkortingen zoveel mogelijk voluit, behalve bij (samengestelde) woorden die je ook zo uit zou spreken (bv. t'selve blijft dus t'selve en wordt geen het selve).
    • In de oorspronkelijke tekst worden woorden op diverse manieren, al dan niet met streepjes, haaltjes e.d. afgebroken, maar gebruik in je transcriptie altijd een min-
      teken, zoals in modern Nederlands.

    Verschillen tussen kleine letters en hoofdletters, spaties, regeleinden en witregels worden tijdens de controle genegeerd, maar probeer deze voor de leesbaarheid natuurlijk wel zo letterlijk mogelijk over te nemen.

    'Wat staat daer?' is nadrukkelijk bedoeld om het lezen van oude handschriften te oefenen, niet om het maken van transcripties te leren. Wil je over dat laatste meer uitleg? Lees verder >

    veel succes en plezier!