Overslaan en naar de inhoud gaan

UUcursus Paleo: Tegendraadse meningen in een orangistisch handschrift - gedicht over een warmbloedige priester

In dit handschrift staan fascinerende voorbeelden van vrije meningsuiting in de zeventiende-eeuwse Zuidelijke Nederlanden. De schrijvers, twee rederijkers, komen uit voor hun (‘noordelijke’) sympathie voor Willem van Oranje - en dat in de zuidelijke stad Mechelen. Het handschrift bevat allerlei opruiende gedichten en liederen. Het gedicht dat je hier ziet afgebeeld gaat over een priester ('paepken') die het met het celibaat niet zo nauw neemt. Je begrijpt waarom de teksten niet in druk, maar in handschrift zijn overgeleverd. 

Brussel, KBR, hs. 15.662, f. 25v 

Met dank aan Bram Caers. Hij bestudeert dit handschrift binnen het project ‘Tegendraadse meningen in tijden van censuur. Contrastieve herinneringen over het gedeelde verleden in Mechelen (1586-1621) en het geval van een verzameling handgeschreven orangistische teksten’. 

NB 1: de ‘/’ (schuine streep) wordt in de transcriptie weergegeven als een ‘,’ (komma) 

NB 2: dit gedicht bevat geen afkortingen 

niveau
  • de werelt is soo boos, zij steckt vol valsche kecken die deuchdelijcken leeft, daer sietmen meest me' gecken alsoo't ghebleken heeft,, ouer een corte wijl dat cupido zeer fier, recht schoot met eenen pijl iuyst in een paepkens hert, dattet begonst te vunken die t'scheen te sijn vol-maeckt, alsoo hy sich liet duncken hij had' altijt ghepreckt,, de geusen sijn verdoemt ia in zijn bicht ghekeckt,, en menich-mael beroemt ghij meijskens draeght de hel, segh-ick onder v rocken daer de duijvel, eer langh', noch sal zijn pap in brocken ten lesten ist gheschiet, zoo t'paepken zelf seij daer heer-oom die creech de muts, syn prophecij' wert waer hij hadde voor sijn maert, een zeer schoon boer-inneken die hij doen op dat pas, socht voor sijn vrindinneken wat mach v ouer-gaen, wat wildij doen sprack zij mijn eerweirdichste heer, hout v toch wijslijck ghij hebt ons altijt gheleert, ghepreckt, in goeij sermoonen dat inden hemel sal, niemant dan maeghden woonen daer door ben ick van zin, te worden een boghijn ick draegh' alreet den keel, t'beginsel vanden schijn sus zijt te vree, schoon lief, en wilt hierom niet vreesen ick vangh' met sulcken net, alle de simpel meesen d'een compt inde coord', en d'ander inde crans hier me' cryghen wij t'goet, van vrouwen ende mans heeroom heeftse becout, dat sij voor hem ginck nyghen en maeckten hem zoo moe, dat hij begonst te hijghen dit spel had' langh gheduert, tot dat sij wert bevrucht heer-om die wert benout, hij liet-doen eenen sucht grietken ick weet v raet,, sprack hy, en was beladen neempt hier tot uwer baet,, een ionck man vroom van daden hier is geuken ghoet bloet, die v ter eeren vrijdt ick sallen gheuen v, dat hij sich daer me' lijdt aldus wert sij de bruijt, binnen twee oft drij daghen doen geuken was ghetrout, hy quam t'mijn heeroom claghen het sanderdaeghs zeer vroech,, hoe dat sijn vrou was vol heer-oom die seij, en loegh,, wat leijt mij aen die tol elck moet syn auontuer, inden houwelijck verwachten ten baet gheweent, ghetreurt, al doedij hier v clachten v aensicht is gheschent, snijdij af uwen neus elck moet verdraghen dit, al sijdij paeps, oft geus hier mede ginck hij t'huijs, soo wijs, als hij was comen hij moesten zijn te vre', met die hij had' ghenomen wat dinckt v van dit spel, t'was eenen loosen vont alsoo te stellen wt, sijn maert met t'kint terstont

    Let hier op

    Transcribeer de handgeschreven tekst in principe zo letterlijk mogelijk.

    Voor een goede werking van de automatische controle van je invoer en om verschillen in werkwijzen tussen archiefdiensten en onderzoekers te voorkomen, zijn er een paar uitzonderingen op het letterlijk transcriberen afgesproken:

    • Typ een ij voor y, behalve wanneer het echt een y moet zijn (bv. Lyon of hypotheek).
    • Typ afkortingen zoveel mogelijk voluit, behalve bij (samengestelde) woorden die je ook zo uit zou spreken (bv. t'selve blijft dus t'selve en wordt geen het selve).
    • In de oorspronkelijke tekst worden woorden op diverse manieren, al dan niet met streepjes, haaltjes e.d. afgebroken, maar gebruik in je transcriptie altijd een min-
      teken, zoals in modern Nederlands.

    Verschillen tussen kleine letters en hoofdletters, spaties, regeleinden en witregels worden tijdens de controle genegeerd, maar probeer deze voor de leesbaarheid natuurlijk wel zo letterlijk mogelijk over te nemen.

    'Wat staat daer?' is nadrukkelijk bedoeld om het lezen van oude handschriften te oefenen, niet om het maken van transcripties te leren. Wil je over dat laatste meer uitleg? Lees verder >

    veel succes en plezier!