Overslaan en naar de inhoud gaan

UUcursus Paleo: Hoe t'aersgat' naar de macht grijpt 2

‘Het ghecroonde aersgat’ (de gekroonde anus) is geschreven in de late zeventiende of vroeg achttiende eeuw door Jacob Hije (1667-1749), een rederijker uit Gent. In dit satirische en vunzige gedicht is er sprake van een ruzie om de macht ‘onder s’menschens leden’, de lichaamsdelen van de mens. Als de hand voorstelt om te dobbelen om het koningschap, grijpt ‘t aersgat in. Om aan te tonen dat hij de belangrijkste, weigert hij nog langer zijn taken uit te voeren. De gevolgen zijn zo groot dat de andere lichaamsdelen gedwongen zijn om hem daadwerkelijk tot koning te benoemen. Nadat hij zijn voorwaarden zwart-op-wit heeft laten zetten, is hij eindelijk weer bereid om zijn werk te doen. 

Transcribeer het afgebeelde blad (vervolg op 1). Hierin staat dat vanwege de ruzie om de macht tussen de lichaamsdelen het bestaan van de wereld aan een zijden draadje hing: ‘schoon de weerelt nu nogh staet / s’honck doen aen een sijden draet’.

Antwerpen, Letterenhuis, H 969/55

Met dank aan Bram Caers.

'bestreden' => overvallen en berooft

niveau
  • men siet coninckrijcken steden
    dickwils hoe sijn bestreden
    ouer vallen en berooft
    sijnde sonder opperhooft
    soo een lantschap dan wilt blijuen
    lanck voorspoedigh en beclijuen
    dient een wijs voorsijghtigh borst
    tot een coninck prins oft vorst
    alsoo isser oock om desen
    eertijts eenen twist gheresen
    schoon de weerelt nu nogh staet
    s’honck doen aen een sijden draet
    dat was onder s’menschens leden
    want sij seijden voor een reden
    t’lichaem soude gaen te niet
    soo daer niemant en ghebiet
    ergo sij versoghten keuse
    ooghen, ooren, mont, en neuse,
    handen, voeten, en het lit,
    daermen ordineir op sit
    ieder wou den meester spelen
    en daer bij de tongh, en kelen
    sonder welck, men niet en kan
    t’is het wort van alle man
    oorlogh, peijs, de doot, het leuen
    krijten, lagghen, schudden, beuen
    haet en liefde, mijn en vier
    gheeft de tonghe niet een swier
    en in gheuen van de stemmen
    wou een ider bouen swemmen
    elck bijsonder soo het scheen
    hadt de wijsheijt al alleen
  • men siet coninckrijcken steden
    dickwils hoe sijn bestreden
    ouer vallen en berooft
    sijnde sonder opperhooft
    soo een lantschap dan wilt blijuen
    lanck voorspoedigh en beclijuen
    dient een wijs voorsijghtigh borst
    tot een coninck prins oft vorst
    alsoo isser oock om desen
    eertijts eenen twist gheresen
    schoon de weerelt nu nogh staet
    s’honck doen aen een sijden draet
    dat was onder s’menschens leden
    want sij seijden voor een reden
    t’lichaem soude gaen te niet
    soo daer niemant en ghebiet
    ergo sij versoghten keuse
    ooghen, ooren, mont, en neuse,
    handen, voeten, en het lit,
    daermen ordineir op sit
    ieder wou den meester spelen
    en daer bij de tongh, en kelen
    sonder welck, men niet en kan
    t’is het wort van alle man
    oorlogh, peijs, de doot, het leuen
    krijten, lagghen, schudden, beuen
    haet en liefde, mijn en vier
    gheeft de tonghe niet een swier
    en in gheuen van de stemmen
    wou een ider bouen swemmen
    elck bijsonder soo het scheen
    hadt de wijsheijt al alleen
  • men siet coninckrijcken steden
    dickwils hoe sijn bestreden
    ouer vallen en berooft
    sijnde sonder opperhooft
    soo een lantschap dan wilt blijuen
    lanck voorspoedigh en beclijuen
    dient een wijs voorsijghtigh borst
    tot een coninck prins oft vorst
    alsoo isser oock om desen
    eertijts eenen twist gheresen
    schoon de weerelt nu nogh staet
    s’honck doen aen een sijden draet
    dat was onder s’menschens leden
    want sij seijden voor een reden
    t’lichaem soude gaen te niet
    soo daer niemant en ghebiet
    ergo sij versoghten keuse
    ooghen, ooren, mont, en neuse,
    handen, voeten, en het lit,
    daermen ordineir op sit
    ieder wou den meester spelen
    en daer bij de tongh, en kelen
    sonder welck, men niet en kan
    t’is het wort van alle man
    oorlogh, peijs, de doot, het leuen
    krijten, lagghen, schudden, beuen
    haet en liefde, mijn en vier
    gheeft de tonghe niet een swier
    en in gheuen van de stemmen
    wou een ider bouen swemmen
    elck bijsonder soo het scheen
    hadt de wijsheijt al alleen
  • men siet coninckrijcken steden dickwils hoe sijn bestreden ouer vallen en berooft sijnde sonder opperhooft soo een lantschap dan wilt blijuen lanck voorspoedigh en beclijuen dient een wijs voorsijghtigh borst tot een coninck prins oft vorst alsoo isser oock om desen eertijts eenen twist gheresen schoon de weerelt nu nogh staet s’honck doen aen een sijden draet dat was onder s’menschens leden want sij seijden voor een reden t’lichaem soude gaen te niet soo daer niemant en ghebiet ergo sij versoghten keuse ooghen, ooren, mont, en neuse, handen, voeten, en het lit, daermen ordineir op sit ieder wou den meester spelen en daer bij de tongh, en kelen sonder welck, men niet en kan t’is het wort van alle man oorlogh, peijs, de doot, het leuen krijten, lagghen, schudden, beuen haet en liefde, mijn en vier gheeft de tonghe niet een swier en in gheuen van de stemmen wou een ider bouen swemmen elck bijsonder soo het scheen hadt de wijsheijt al alleen

    Let hier op

    Transcribeer de handgeschreven tekst in principe zo letterlijk mogelijk.

    Voor een goede werking van de automatische controle van je invoer en om verschillen in werkwijzen tussen archiefdiensten en onderzoekers te voorkomen, zijn er een paar uitzonderingen op het letterlijk transcriberen afgesproken:

    • Typ een ij voor y, behalve wanneer het echt een y moet zijn (bv. Lyon of hypotheek).
    • Typ afkortingen zoveel mogelijk voluit, behalve bij (samengestelde) woorden die je ook zo uit zou spreken (bv. t'selve blijft dus t'selve en wordt geen het selve).
    • In de oorspronkelijke tekst worden woorden op diverse manieren, al dan niet met streepjes, haaltjes e.d. afgebroken, maar gebruik in je transcriptie altijd een min-
      teken, zoals in modern Nederlands.

    Verschillen tussen kleine letters en hoofdletters, spaties, regeleinden en witregels worden tijdens de controle genegeerd, maar probeer deze voor de leesbaarheid natuurlijk wel zo letterlijk mogelijk over te nemen.

    'Wat staat daer?' is nadrukkelijk bedoeld om het lezen van oude handschriften te oefenen, niet om het maken van transcripties te leren. Wil je over dat laatste meer uitleg? Lees verder >

    veel succes en plezier!