Raadspensionaris Johan de Witt schreef zijn laatste ons bekende brief aan admiraal Michiel de Ruyter. Hij beschrijft hoe hij de schuld krijgt van alle tegenslagen in de Republiek en sluit af met de opmerking dat De Ruyter zijn reactie niet meer kan richten aan de raadpensionaris, maar aan De Witt als privépersoon - ‘aen mij gelieve te addresseren’. Nog diezelfde dag, op 4 augustus 1672, bood hij zijn ontslag aan dat Willem II hem eervol verleende. 16 dagen later zouden hij en zijn broer door de burgers uit Den Haag worden gelyncht. De Ruyter zou bitter hebben gehuild om hun dood.
Zie voor meer informatie: https://www.vriendenvandewitt.nl/home/wie-was-johan-/biografie-van-johan/
Met dank aan Luc Panhuysen.
NB: r. 3: verblijvende (ver = is afgekort), let ook op 'uw edele'.
NB: Prospera omnes sibi vendicant; adversa uni imputantur -> Succces heeft vele vaders, een nederlaag heeft er maar één
Dordrecht, Regionaal Archief Dordrecht, archiefnummer 150 (Collectie Handschriften), inventarisnummer 35 (‘Dag-verhaal van de moord en mishandeling der Heeren de Wit anno 1672 (…), scans 23-25.