In deze brief uit 1797vertelt Konengonda Romerin haar ‘lieve’ man-op-zee flink de waarheid. Ze heeft al vijf jaar niets van hem gehoord en denkt dat er een andere vrouw in het spel is. En waar blijft het geld dat hij haar heeft beloofd? Ze vertelt hem ongezouten de waarheid. Het is opvallend dat ze hem eerst netjes met ‘gy’ aanspreekt, maar naarmate de brief vordert (en haar boosheid groeit?) overschakelt op ‘jy’. Deze brief is onderdeel van de Prize Papers, documenten die door Britse kapers zijn onderschept in de periode 1652-1815 – onder meer van Nederlandse schepen.
Kew (Londen), The National Archives, High Court of Admiralty, CA32-617
Zie voor een prachtige taalkundige analyse in een scriptie over onder meer deze brief: ‘Spreken is zilver, zwijgen is goud’ van Jessica den Oudsten: file:///C:/Users/veldh114/AppData/Local/Google/Chrome/Downloads/Oudsten-Jessica-den%20(1).pdf
Amsterdam Anno 1797 den 20 december
Waarden veelgeliefde Man hopende dat deezen U Edele in vol
maakten welstant zal geworden wat mijn aangaat ik ben
doorsheeren goedheijd nog al zeer welvarend maar lieven man
hoe komt het dat ik zint het jaar 93 geen taal of tijding van U Edele
gekregen heb het is nu al 5 jaar dit is evenwel niet welgedaan gij
weet hoe gij mijn hebt gelaaten wat hebt gij niet en goed meegenoomen
ik heb mijn arm gemaakt om u in gedagten zijnden en zoals gij mijn
ook belooft hebt als dat gij het goet op de caap zou verkopen en mij
dan een wissel zou stuuren en daar komt geen brief of wissel lieven man
ik ben tans niet meer in staat om mijn brood tewinnen de rijken luij
laaten nies verdienen en alles is even duur en wie ziet er nog en ijnden
an jij hat mijn ook al lang wat kunnen gestuurt hebben al was het
zelfs over engeland het is slegt van je gehandelt om een vrouw die je
arm gemaakt en nu zo te handelen ieder die ons kent spreekt er schan-
den van zwijzern denk dat er een god is die alles hoort en ziet ja denk
eens dat ik jou vrouw ben en dat het te nieuw jaar 14 jaar is dat wij ge-
trouwt zijn geweest en as jij hat opgepast hat je opgepast hat jij niet
na zee genoewt en hat mijn niet arm gemaakt ik hat gedagt als dat
jij nog wat concenzie zou hebben gehat het schrijt zwijzern tegen
god in den hemel dat jij mijn zo handelt god zel je er overstraffen heb je
nu en ander veel zegen met er blijf dan maar bij er want ik heb noot
veel plezier van jou gehad maar jij het mijn wel arm gemaakt
ik wens je dan veel zegen maar laat je vrouw die jij arm gemaakt
hebt niet verlegen onderhout moet en wil ik van je hebben en in
dien jij mijn niet ten eersten en brief stuurt zal ik toon dat ik jou
vrouw ben die jij verlaten heb dan zel ik tot 7 jaar wagten en laat me
dan van je schijden verders de groetenis van je goeden vrinden en be-
kenden verders wens ik je dat god het op je hart wil drukken dat
je voor een euwigheijd geschapen bent en dat je voor gods troon zel
moeten verschijnen om rekenschap af te leggen hoe jij mijn gehand-
delt hebt ja hoe een vrouw gehandelt hebt die tot op dit ogenblik
na vraag kan velen hoe zij zig in al dien tijd gedragen heeft godt
geeft dat jij eens zien mag het schadelijkken van je weg die ten
verderf lijd dat jij dus gedrongen wordt om tot jesus tevlugten
en vergeving te zoeken in dat bloed dat hij op golgotaas vloek
heuvel voor zondaren ja voor zulk een als gij zijt uijt heeft gezent
ik ben uw getrouwen vrouw of schoon gij mijn nog zo slegt
gehandelt hebt vaartwel waarden man ik ben
Konengonda romerin huijsvrouw
van Bartelomus Matteus Zwijzern
NB germingshaijzen en zijn vrouw zijn 3 weeken
agter elkanden gesturven zij hebben nies nagelaate
want zij hebben zig an het roomschen hoffie over
geven
Amsterdam Anno 1797 den 20 december
Waarden veelgeliefde Man hopende dat deezen U Edele in vol
maakten welstant zal geworden wat mijn aangaat ik ben
doorsheeren goedheijd nog al zeer welvarend maar lieven man
hoe komt het dat ik zint het jaar 93 geen taal of tijding van U Edele
gekregen heb het is nu al 5 jaar dit is evenwel niet welgedaan gij
weet hoe gij mijn hebt gelaaten wat hebt gij niet en goed meegenoomen
ik heb mijn arm gemaakt om u in gedagten zijnden en zoals gij mijn
ook belooft hebt als dat gij het goet op de caap zou verkopen en mij
dan een wissel zou stuuren en daar komt geen brief of wissel lieven man
ik ben tans niet meer in staat om mijn brood tewinnen de rijken luij
laaten nies verdienen en alles is even duur en wie ziet er nog en ijnden
an jij hat mijn ook al lang wat kunnen gestuurt hebben al was het
zelfs over engeland het is slegt van je gehandelt om een vrouw die je
arm gemaakt en nu zo te handelen ieder die ons kent spreekt er schan-
den van zwijzern denk dat er een god is die alles hoort en ziet ja denk
eens dat ik jou vrouw ben en dat het te nieuw jaar 14 jaar is dat wij ge-
trouwt zijn geweest en as jij hat opgepast hat je opgepast hat jij niet
na zee genoewt en hat mijn niet arm gemaakt ik hat gedagt als dat
jij nog wat concenzie zou hebben gehat het schrijt zwijzern tegen
god in den hemel dat jij mijn zo handelt god zel je er overstraffen heb je
nu en ander veel zegen met er blijf dan maar bij er want ik heb noot
veel plezier van jou gehad maar jij het mijn wel arm gemaakt
ik wens je dan veel zegen maar laat je vrouw die jij arm gemaakt
hebt niet verlegen onderhout moet en wil ik van je hebben en in
dien jij mijn niet ten eersten en brief stuurt zal ik toon dat ik jou
vrouw ben die jij verlaten heb dan zel ik tot 7 jaar wagten en laat me
dan van je schijden verders de groetenis van je goeden vrinden en be-
kenden verders wens ik je dat god het op je hart wil drukken dat
je voor een euwigheijd geschapen bent en dat je voor gods troon zel
moeten verschijnen om rekenschap af te leggen hoe jij mijn gehand-
delt hebt ja hoe een vrouw gehandelt hebt die tot op dit ogenblik
na vraag kan velen hoe zij zig in al dien tijd gedragen heeft godt
geeft dat jij eens zien mag het schadelijkken van je weg die ten
verderf lijd dat jij dus gedrongen wordt om tot jesus tevlugten
en vergeving te zoeken in dat bloed dat hij op golgotaas vloek
heuvel voor zondaren ja voor zulk een als gij zijt uijt heeft gezent
ik ben uw getrouwen vrouw of schoon gij mijn nog zo slegt
gehandelt hebt vaartwel waarden man ik ben
Konengonda romerin huijsvrouw
van Bartelomus Matteus Zwijzern
NB germingshaijzen en zijn vrouw zijn 3 weeken
agter elkanden gesturven zij hebben nies nagelaate
want zij hebben zig an het roomschen hoffie over
geven
Amsterdam Anno 1797 den 20 december
Waarden veelgeliefde Man hopende dat deezen U Edele in vol
maakten welstant zal geworden wat mijn aangaat ik ben
doorsheeren goedheijd nog al zeer welvarend maar lieven man
hoe komt het dat ik zint het jaar 93 geen taal of tijding van U Edele
gekregen heb het is nu al 5 jaar dit is evenwel niet welgedaan gij
weet hoe gij mijn hebt gelaaten wat hebt gij niet en goed meegenoomen
ik heb mijn arm gemaakt om u in gedagten zijnden en zoals gij mijn
ook belooft hebt als dat gij het goet op de caap zou verkopen en mij
dan een wissel zou stuuren en daar komt geen brief of wissel lieven man
ik ben tans niet meer in staat om mijn brood tewinnen de rijken luij
laaten nies verdienen en alles is even duur en wie ziet er nog en ijnden
an jij hat mijn ook al lang wat kunnen gestuurt hebben al was het
zelfs over engeland het is slegt van je gehandelt om een vrouw die je
arm gemaakt en nu zo te handelen ieder die ons kent spreekt er schan-
den van zwijzern denk dat er een god is die alles hoort en ziet ja denk
eens dat ik jou vrouw ben en dat het te nieuw jaar 14 jaar is dat wij ge-
trouwt zijn geweest en as jij hat opgepast hat je opgepast hat jij niet
na zee genoewt en hat mijn niet arm gemaakt ik hat gedagt als dat
jij nog wat concenzie zou hebben gehat het schrijt zwijzern tegen
god in den hemel dat jij mijn zo handelt god zel je er overstraffen heb je
nu en ander veel zegen met er blijf dan maar bij er want ik heb noot
veel plezier van jou gehad maar jij het mijn wel arm gemaakt
ik wens je dan veel zegen maar laat je vrouw die jij arm gemaakt
hebt niet verlegen onderhout moet en wil ik van je hebben en in
dien jij mijn niet ten eersten en brief stuurt zal ik toon dat ik jou
vrouw ben die jij verlaten heb dan zel ik tot 7 jaar wagten en laat me
dan van je schijden verders de groetenis van je goeden vrinden en be-
kenden verders wens ik je dat god het op je hart wil drukken dat
je voor een euwigheijd geschapen bent en dat je voor gods troon zel
moeten verschijnen om rekenschap af te leggen hoe jij mijn gehand-
delt hebt ja hoe een vrouw gehandelt hebt die tot op dit ogenblik
na vraag kan velen hoe zij zig in al dien tijd gedragen heeft godt
geeft dat jij eens zien mag het schadelijkken van je weg die ten
verderf lijd dat jij dus gedrongen wordt om tot jesus tevlugten
en vergeving te zoeken in dat bloed dat hij op golgotaas vloek
heuvel voor zondaren ja voor zulk een als gij zijt uijt heeft gezent
ik ben uw getrouwen vrouw of schoon gij mijn nog zo slegt
gehandelt hebt vaartwel waarden man ik ben
Konengonda romerin huijsvrouw
van Bartelomus Matteus Zwijzern
NB germingshaijzen en zijn vrouw zijn 3 weeken
agter elkanden gesturven zij hebben nies nagelaate
want zij hebben zig an het roomschen hoffie over
geven