Overslaan en naar de inhoud gaan

HUAcursus Tekst 2a p1 Reisverslag Steven Jan van Geuns

Huiswerk voor de cursisten van de cursus Paleografie voor beginners, Het Utrechts Archief

Reisverslag van Steven Jan van Geuns, 1787, toegang 814, inventarisnummer 136, pagina 1

NB: de eerste vijf regels niet transcriberen; sterretje hoeft niet getranscribeerd; transcribeer superschrift in normaal schrift; letters met accent zonder accent transcriberen.

niveau
  • Het is hier sedert eenige jaren onder de meeste fatsoenlijke lieden, op voorgang en afspraak van voornameren, mode geworden om geene rouwklederen te dragen, bindende men slegts eenigen tijd een zwart lint om den arm. Voor 't overige kleedt men zich hier gelijk bij ons, over 't algemeen echter netter en bijna altijd met wit ondergoed en zijde koussen. Ik vond hier ook dezelfde modes om- trent als in Holland, behalven dat, daar men bij ons de modes van Frankrijk meest volgt, hier alles meer in de Engelsche smaak gedragen wordt. Ook de kleding der dames schijnt mij niet veel van de onze te verschillen, alleen zij zijn hier doorgaans stijver in 't hair gekapt; met los neergekamd hair zag ik niet eene. Aan de tafels heeft men hier gewoonlijk 5 aandissin- gen, doch ieder bestaat maar uit 1 of 2 schotels. Eerst komt altijd soup. Voorts eenig gekookt vleesch met eene schotel groente, 3o eenig ragou, gebakken visch of hache zonder groente, 4o een stuk gebraden vleesch met salade, 5o boter en kaas. Fruit krijgt men niet, zo men het zichzelf niet apart koopt. In particuliere huizen is de orde van eeten ook zoo (gelijk ik zelfs bij Ehrhart gevon- den heb), alleen dan bekomt men fruit voor niet. De gewoonlijke wijn die hier gedronken wordt, is dezelfde welke wij Bremerwijn noemen en hier weisse Fransch- wein genoemd wordt. Men heeft echter ook Fransche rode wijn of Pontac, doch die schijnt mij niet goed en

    Let hier op

    Transcribeer de handgeschreven tekst in principe zo letterlijk mogelijk.

    Voor een goede werking van de automatische controle van je invoer en om verschillen in werkwijzen tussen archiefdiensten en onderzoekers te voorkomen, zijn er een paar uitzonderingen op het letterlijk transcriberen afgesproken:

    • Typ een ij voor y, behalve wanneer het echt een y moet zijn (bv. Lyon of hypotheek).
    • Typ afkortingen zoveel mogelijk voluit, behalve bij (samengestelde) woorden die je ook zo uit zou spreken (bv. t'selve blijft dus t'selve en wordt geen het selve).
    • In de oorspronkelijke tekst worden woorden op diverse manieren, al dan niet met streepjes, haaltjes e.d. afgebroken, maar gebruik in je transcriptie altijd een min-
      teken, zoals in modern Nederlands.

    Verschillen tussen kleine letters en hoofdletters, spaties, regeleinden en witregels worden tijdens de controle genegeerd, maar probeer deze voor de leesbaarheid natuurlijk wel zo letterlijk mogelijk over te nemen.

    'Wat staat daer?' is nadrukkelijk bedoeld om het lezen van oude handschriften te oefenen, niet om het maken van transcripties te leren. Wil je over dat laatste meer uitleg? Lees verder >

    veel succes en plezier!