Beste Pieter, het lijkt mij dat er voor de tweede en derde vraag eenvoudig meer keuzes zijn. De spelling van het woord in jouw eerste vraag blijft volgens mij in een transcriptie gehandhaafd, in een editie zou ik het wijzigen, met in een noot de oorspronkelijke spelling. De Nederlandse Richtlijnen slaan vooral op edities, transcriptieregels worden min of meer daaruit afgeleid.
Het leek me zinnig om een aantal paleografische handleidingen erbij te halen. In Lezen in Brabantse bronnen van Annemiek van der Veen en Riek Wols (2e dr., 's-Hertogenbosch 1989) staat op p. 33 bij het teken voor ponden, lb, als ontcijfering "libra=pond". In de derde druk van de Schriftspiegel van J.P. Sigmond en P.J. Horsman (Hilversum 2022) is ervoor gekozen om muntafkortingen in teksten waarin die veel voorkomen na de eerste keer onopgelost te laten, als ze slechts een enkele keer voorkomen, worden ze uitgeschreven (p. 30).
In het Album Palaeographicum XVIII Provinciarum (Turnhout-Utrecht 1992) maken C. Dekker, R, Baetens en S. Maarschalkerweerd-Dechamps onderscheid tussen munten in rekeningen en dergelijke enerzijds waar ze de afkortingen laten staan, en munten in oorkonden anderzijds waarvoor ze soms de afkortingen oplossen (p. XLIV). Minder bekende munten in rekeningen schrijven ze echter wel voluit.
George Declerq en Hanne Roose, Oud schrift voor beginners (Tielt 2023) laten muntafkortingen onopgelost; ze geven daarbij onder andere een afbeelding met het woord par. Deze auteurs willen het expliciet voor beginners eenvoudig houden.
De transcriptie met daarin "lb. par." in oefening 35, https://watstaatdaer.nl/oefenen/complete-teksten/een-productieve-vergad…, lijkt me daarom zeer verdedigbaar
Pieter Donche
zei op zondag 21 september 2025 - 15:50