Overslaan en naar de inhoud gaan

Forum

hulp gevraagd bij ontcijferen tekst

tekst ca 1614, op vorige blad onderaan stond

"Jonker Hugo van Nijhof"  (1560-1624) deze was w.s. getrouwd met Maria de Coninck (1560-1622)

 

er volgt nog een 1/2 blad

Reacties (75)

Geert Ouweneel zei op za, 12/11/2021 - 20:16

ende jonckvrouwe Maria d'Coninck,
echteluyden, hebben van den rendant ten
overstaen van eenige gecommitteerden
der E. Mo. Heeren Staten s'lants van
Utrecht gehuyrt die huysinge, hoff,
bomgaert ende allen zijnen toebehooren,
staende tot Hermelen, soo d'selve bij den
lest overleden commanduer bewoont ende
den boomgaert bij Wijer Jansz tot Woerden
gebruyct is geweest den tijt van zes
jaeren aen malcanderen geduyrende, ingaende
Petri ad Cathedram XVIC ende vijftien, ten
regarde van den hoff metten boomgaert, ende
ten regarde van de huysinge Meydach
XVIC ende vijftien daeraenvolgende,
jaerlicx om d'somme van hondert carolus
gulden tot XX stuvers t'stuck vrijs
gelts van alles, nyet uutgesondert, te
betaelen die een helft van de voorscreve
huyrpenningen Alreheyligen anno XVIC
ende vijftien toecommende ende d'ander
helft Mey daeraenvolgende ende zoo
voorts jaerlicx d'voorsz. huyrjaeren uut
geduyrende, in welcke huyre mede

 

René van Weeren zei op za, 12/11/2021 - 20:33

Geert was me net voor...

 

ende jonckvrouwe Maria d'Coninck,
echteluyden, hebbben van den rendant ten
overstaen van eenige gecommitteerden
der H[oog]mo[gende] heeren Staten 's lants van
Utrecht gehuyrt die huysinge, hoff,
bomgaert ende allen zijnen toebehooren
staende tot Hermelen, soo d' selve bij den
lest overleden commanduer bewoont ende
den boomgaert bij Wijer Jansz[en] tot Woerden
gebruyct is geweest, den tijt van zes
jaeren aen malcanderen geduyrende, ingaen[de]
Petri ad cathedram* XVIc ende vijftien** ten
regarde van den hoff metten boomgaert, ende
ten regarde van de huysinge meydach***
XVIc ende vijftien daeraen volgende
jaerlicx, om d' somme van hondert Carolus
gul[den] tot XX stuvers 't stuck vrijs
gelts van alles, nyet uuytgesondert, te
betaelen die een helft van de voorscreve
huyrpennuingen Alreheyligen**** anno XVIc
en[de] vijftien toecommen[de], ende d' ander
helft mey daeraen volgen[de] ende zou
voirts jaerlicx d' voorsz[eyde] huyrjaeren uut
geduyrende, in welcke huyre mede

* Feestdag van Sint Petrus ad cathedram = 22 februari
** 1615
*** 1 mei
**** Allerheiligen

Hans Looman zei op zo, 12/12/2021 - 09:29

Hallo Geert en René,

 

mijn dank is enorm wat een voltreffer!, ik ben sinds 2005 op zoek naar de locatie van de commanderije, het is erg vaag wat er vanaf 1580 gebeurd is met de commanderije. Wat op diverse plekken wordt beschreven is dat de eerste predikant in 1589 ging wonen in het huis van de commandeur. De commanderije in 1580 was een gebouwencomplex zoals getekend door J de Beier. De datum op deze tekening 1744 lijkt niet logisch omdat de functie van de commanderije totaal was veranderd in ca 160 jaar. en het niet aannemelijk is dat het gebouwen complex al die tijd in stand is gehouden terwijl de commandeur in 1743 slechts een opkamer en een deel van de kelder (van de boerderij "de kloosterhoeve" in Harmelen) gebruikte. De commandeur (Jan Volkerts woonde in 1743 op het Janskerhof in Utrecht en verhuisde rond deze tijd naar Amsterdam. Jan Volkerts gebruikte locale mensen in Harmelen om zaken m.b.t. de verhuur van landerijen in Harmelen te regelen. Veel huurcontracten die om de 7 tot 10 jaar werden verlengd werden afgesloten bij een notaris in Utrecht. 

Hierbij het 2e deel volgend op de door jullie vertaalde tekst. Ik zal in een ander verzoek de (korte omschrijving) van de huur betaling van de predikant zenden. Wellicht kunen jullie dit verdelen. Het lukt m.b.v. de eerste vertaling van René al stukken beter om woorden te herkennen. P.S. Het stuk betreft de financiele administratie van de commanderije van Harmelen van de eerste door de Staten van Utrecht benoemde rentmeester uit 1614 (Utrechts archief 37-1128) en is digitaal in te zien.

Hans Looman zei op zo, 12/12/2021 - 09:48

hierbij de huurbetaling door 1e predikant van Harmelen Jacobus (van) Hardenberch

Geert Ouweneel zei op zo, 12/12/2021 - 12:00

bedongen is dat d'huyrders d'voorsz.
huysinge met den hoff ende d'weyde van den
boomgaert datelijck souden moeten aen-
veerden ende gebruycken, t'haerluyder schoonste,
mits daervoir betalende tot den
inganck der voorsz. huyre d'somme van
vijftich gulden mede vrij gelt, als boven
breeder vermolgens d'huyrcedulle daervan
zijnde in date den 25 May 1614, dus
alhier ten regaerde van den tijt die
voor den inganck der voorsz huyre gevallen
is, de somme van        50 gulden
[in de marge:]
Bij de nyeuwe huyre alle hier opgeschreven
ingaende Paesschen 16.
Sij het 1e jaer huyren van 150 stuyvers is
in de volgende reeckeninge verantwoort.
/
Item betaelt Jacobus van Hardenberch
Predicant tot Hermelen tot
vervallinge van zijn huyshuyr verscheenen
Victoris 1614 vermogens zijn twee
quitantien d'somme van     20 gulden
[in de marge:]
Bij quitantie

 

Hans Looman zei op zo, 12/12/2021 - 15:14

Hallo Geert, wat een snelheid, dank.

Er is in Harmelen een perceel grond dat rond 1500 niet tot de commanderije van Harmelen behoorde in die zin dat er geen pacht/huurcontract van was. De commandeur betaalde waarschijnlijk geen huur/ pacht over de grond waarop zijn eigen commanderije stond.

Dit perceel ligt midden in een aaneengesloten gebied van commanderije gronden. Johanna Maria van Winter heeft alle percelen van de Johanniter orde in Harmelen beschreven. Ad Ooststroom heeft alle pecelen van de Johanniter orde in HISGIS aan de kadastrale kaart gekoppeld. Dit betreffende perceel is in 1637 onderdeel van huis Batestein in Harmelen, lgt ca 100 m vanaf dit kasteel. Er wordt over dit perceel in iedergeval vanaf 1740 erfpacht betaald aan de commandeur van Harmelen. Er is een akte in het Utrechts archief van 24-11-1637 (die ik niet kan lezen) Inventarisnummer U27a1 akte 27 notaris G van Wassenaer. Kan iemand in de akte zien of er daarin wordt gesproken over erfpacht te betalen aan commandeur van Harmelen, of dat er een link is met de eerdere vertaling van de verhuur van de commanderije aan Hugo van Nijhof echtgenoot van Maria de Coninck

Hans Looman zei op zo, 12/12/2021 - 17:36

deel A

Hans Looman zei op zo, 12/12/2021 - 17:37

deel B

Hans Looman zei op zo, 12/12/2021 - 17:37

Deel C

Geert Ouweneel zei op zo, 12/12/2021 - 20:54

ik ben geen van de met name genoemde personen tegengekomen. Ook niets over erfpacht of verhuur.

Hans Looman zei op zo, 12/12/2021 - 21:17

Geert, bedankt voor de reactie

Hans Looman zei op di, 12/14/2021 - 19:15

Kan iemand dit stukje vertalen, ik herken een stukje over afkoop van erfpachtgrond

René van Weeren zei op wo, 12/15/2021 - 00:44

kindren opgericht) tiegestaen en[de] gelaten, ende daertoe noch
in 't geheel een mergen boomgaerd mede gelegen in den indijck
daer oostwaerts Jan Tonisz[en], westwaerts Symon Dircks[en], ter zuyden
den v[er]hijn en ten noorden de heerenwegh aen gelegen is, mitsgaders
het directum dominium mette jaerlijxe canon en[de] gerechtigheyd
van drie partijen erffpachtgoed, uytgeslagen bij de voorsz[eyde] heere
Bernard[us]s Ormea uytte grond, die annex was d' voorsz[eyde] eene
mergen boomgaerts. Voor al 't welck in cas van collatie alleen
ingebracht zal worden bij de voorsz[eyde] s[eigneu]r Abraham Orma en[de] haer dochter
de somme van dertienduysend gul[de]n vrij geld, suer nochtans dat
dese estimatie geen coop ten voordele van [den] voorn[oemde] s[eigneu]r Abraham Ormea

Hans Looman zei op do, 12/16/2021 - 18:41

Hallo René, dank je wel voor de reactie, in de beschrijving in het Utrechts archief wordt verwezen naar een akte van 27-8-1630 m.b.t. deze erfpachtgronden hier ga ik naar op zoek

j Looman zei op do, 12/23/2021 - 12:25

herkent iemand de 1 morgen boomgaard, deze wordt geacht in de afkoop van de erfpacht te zitten?

j Looman zei op do, 12/23/2021 - 12:26

deel 2 en laatste deel van akte

René van Weeren zei op do, 12/23/2021 - 13:36

Op een paar stukje na en typo's voorbehouden :)

 

IIIcXL [=340]
Op huyden den XXVIIIen augusti
older stile des jaers sesthienhondert-
dertich compareerden voor mij,
Nicolaes Verduyn, openbare notaris,
bij den e[delen] Hove Provinciaell van Utrecht
gëedt en[de] toegelaten, binnen Utrecht
residerende, in 't bijwesen van [den] naebe-
noemde getuygen hiertoe versocht
... erentrijcke joffrouwe Lucretia
Fontaine wed[uw]e en[de] boedelharstere
van wijlen d' heere Bernardijn Ormea,
in zijn leven heere van 's Gravenslooth
.., metsgaders s[eigneu]r Abraham Ormea
als man en[de] voocht van Joffrouw Sara
Orma, naergelaten dochtere
en[de] mede erffgename van [den] selven
heere Barnardijn Ormea, en[de]
hebben geconstitueert en[de] machtich
gemaect, constitueren enpde[ maecken machtich
mits desen Crijn Gijsbertsz[en], bruycker der
naerbes[creve]n ^land[en]^ en[de] Henrick Gijss[en] naest [den] Schurkenschans
te samen en[de] elck van hunl[ieden] in 't bysonder special[ijck]
om[m]e in den name en[de] vanwegen hun comp[aran]ts
te compareren voor d' schout en[de] schepenen
van 's Gravenslooth voors[eyt], en[de] aldaer
gerecjtel[ijck] te bekennen dat d' heere Jacob
Croese als man en[de] voocht van joffrouw
Petronella Ormea, zijne huysfr[ouw]e,
mede dochtere en[de] erffgename van haer
za[lige]r vader s[eigneu]r Bernardijn Ormea voorn[oem]pt
onder andere goederen bij den maechgescheyd[en]
op huyden date deses over sijne naerlatentheyt
opgericht, ten deele gevallen ^en[de] toegescheyden^ was, eerstel[ijck]
eenen acker landts groot vijfftalff hondt
---
off soo groot en[de] cleyn d' selve omtrent
die molen in de voors[eyde] heerlickheyt gelegen
sijn, daer d' wed[uw]e van Clorus Jansz V[er]lecht
ten oosten en[de] Jan Govaertss[en] Hessell ten
westen naestgelegen sijn, strecken[de] voor met
die halve slooth tuss[chen] 't oude landt en[de] 's Graven-
slooth gelegen tot die halve slooth toe, leggen[de] tuss[chen]
de v[er]sz]eyde] vijfftalff hondt en[de] het landt van [den] voors[eyde]
Jan Govaertss[en]. Ende daertoe noch drie
mergen landts mede soo groot en[de] cleyn
d' selve in de voors[eyde] heerlickheyt van 's Graven-
slooth gelegen, ende daer Dirck
Bayenss[en] aen de oostzijde ende
Claes Arianszoon Plooij aen de
westzijde naestgelandt zijn
en[de] soo beyde d' voors[eyde] p[er]celen bij den voorn[oemde] Crijn
Ghijsbertss[en] althans in huyren gebruyct worden
ende dienssvolgen[de] in haerl[ieden] comp[aran]ten namen
daervan en[de] van allen actien en[de] rechts zijl[ieden] daer-
aen hebben en[de] mede van allen brieven en[de] bescheyden
daeraff roer[ende] en[de] spreken[de] ten behouve van [den]
voors[eyde] heere com[m]iss[a]r[i]s Croese in der qualite v[er]sz[eyt] te
renuncieren en[de] verthijen metsgaders voorts hier-
inne te doen wes d' comp[aran]ts selffs p[rese]nt zijnde souden,
cunnen, mogen, en[de] behooren te doen. Belovende
all 't selve van weerden te houden onder v[er]bandt
als nae rechten, sonder arch versoecken[de] hier-
van acte, d' welcke is dese. Aldus gedaen t' Utrechht
ten huyse van [den] compa[ran[]ts, staenpde[ aen [den] westzijde
der Oudegrachte, omtrent die Backerbrugge,
ter pr[ese]ntie van s[eigneu]r Franciscus Symeonius
en[de] Jan Janss[en], ^woon[ende] t' Alphen^ als getuygen
hierover geroepen.
[getekend:
Lucrecia Fonteinen, Abraham Ormea
Franciscus Simionius, Jan Jans
Verduyn not[arius] p[ublic]us / 1630]

Hans Looman zei op do, 12/23/2021 - 16:24

Hallo René, bedankt voor de vertaling, dit lijkt de foute akte datum 28 augustus i.p.v.27, ik zie de boomgaard op de Indijk bij Harmelen niet alsmede de afkoop van de erfpacht, ga nogmaals naar het archief

Hans Looman zei op di, 12/28/2021 - 16:30

herkent iemand de 1 morgen boomgaard, deze wordt geacht in de afkoop van de erfpacht te zitten?

Hans Looman zei op di, 12/28/2021 - 16:31

blad 2 VAN 2

René van Weeren zei op di, 12/28/2021 - 16:44

Beste Hans,

Ik zie deze niet vermeld, maar opok deze akte dateert van de 28e augustus.

Hans Looman zei op di, 12/28/2021 - 20:48

Hallo René,

klopt de datum van de verwijzing wel? zo staat hij in de akte

René van Weeren zei op di, 12/28/2021 - 21:02

Dag Hans,

De verwijzing verwijst naar de XXVIIIen augustus 1730, de laatste I is verwerkt in de ophaal naar de -en. De twee bladen die je laatst postte betreffen ook een akte van 28 augustus 1730 (let op: oude stijl = Juliaanse kalender), maar verwijst ook naar een magescheyd dat op diezelde dag plaatsvindt (zie de uitsnede in bijlage).

Hans Looman zei op vr, 12/31/2021 - 10:49

Hallo René, ik denk dat ik het begrijp, de akte van 28-8-1630 gaat over de verdeling van Batenstein i.p.v. over de 1 M boomgaard op indyk waaruit 3 stukken erfpacht grond zijn geslagen. Dood spoor dus.

Mijn vraag blijft, hoe komt het stukje grond boven de Rijn bij Batenstein. De Waalse Diakonie erft dit strookje van Lucretia Ormea, de laatste Ormea op Batenstein. De Waalse Diakonie betaald over dit stukje grond fl 3,- erfpacht aan de commandeur van Harmelen. Op haar beurt houdt de Waalse Diakonie boekhouding bij van 9 erfpachten van kleine stukjes grond al dan niet met opstal, gelegen op dit ene strookje grond boven de Rijn, totale opbrengst fl. 104,95 voor de Diakonie.  In deze administratie vanaf 1754 wordt als pachter van kavel 4 (huis met erf E532/E533 kadaster 1832) als eerste genoemd: Pieter Verlek, kerkmeester van hervormde kerk en schepen van Harmelen. In 1761 koopt Izaac ter Bruggen, predikant van Harmelen dit huis op erfpachtgrond van Pieter Verlek. Een aanwijzing dat hier het huis van de commandeur stond.

De eigenaars van Batenstein voor de Orma’s waren familie van Reede. Goert van Reede, politiek zwaargewicht, lid Staten van Utrecht, aanvankelijk vriend van de bisschop, later hervormer koopt in 1580 Batenstein.

Hij overlijd in 1584, zijn 4e zoon Gerrit (of Gerard of Godard) erft Batenstein. Er zijn 2 Leenbrieven, een uit 1580 en een uit 1585, waarop Batenstein en 1,5 M land te Harmelen wordt beschreven. Is herkenbaar uit de tekst of de 1,5 M land ook in de akte van 1580 wordt genoemd? Wat wordt er in de leenbrief over deze 1,5 morgen land geschreven?

Hans Looman zei op vr, 12/31/2021 - 10:50

Leenregister uit 1580

René van Weeren zei op vr, 12/31/2021 - 12:12

Hier vast de eerste:

 

Die Staten 's landts van Utrecht doen condt allen luyden
dat wij behouden ons ende een ygelijck sijn goet recht verlijt ende beleent, hebben, verlijen[de] en[de]
beleenen mits desen Joncheer Gerrit van Rheede naer doods van za[liger] heer Goort van Rheede, ritter
etc[etera], zijnen vader, in zijne leven heer tot Saesfelt, dat huys tot Batesteyn mit dardenhalven mergen
lants, gelegen in den kerspel van Hermelen, daer die heere van IJsselsteyn dat die heere van Egmont
plach te wesen boven naestgelant is ende dat men van hem te leene houdt te houden van ons,
onsse erven ende nacomelingen in alre manieren als den voornoempdan heer Goort van Rhede dat-
zelffde goet te houden plach en[de] als men dat met recht schuldich es ende behoort te houden. Ende
de voornoempde Gerrit van Rheede heeft ons den behoorlicken eedt daertoe staende gedaen, hier waeren
over ende aen daer dit geschyeden Joncheer Dierck Canter ende Aert van Hardicxvelt, leenmannen
's lants van Utrecht ende meer goede luyden genoech. In oorconde 's brieffs beseegelt mitten zegel des Leenhoffs van Utrecht, gegeven binnen der stadt Utrecht op den XXVIen aprilis XVc ses ende tachtentich

René van Weeren zei op vr, 12/31/2021 - 12:24

En de tweede:

 

Op huyden date onderschreven heeft heer Joris Rattaller, president 's Hofs van
Utrecht, en[de] luytenant van Co[nincklijk]e Ma[jestey]ts leenen in den lande van Utrecht tten ernstelicke v[er]volge
gedaen vanwegen d' erffgenamen van za[liger] Dirck Schaep, noch tijt bij prorogatie
gegeven van zes weecken eerstcommende, omme middelretijt te mogen comen v[er]soucken
en[de] v[er]heffen zeecker leengoet, genaemt Batensteyn, bij den voorn[oemd]en Dirck Schaep achtergelat<en>
sonder dat heurluyden middelretijt eenich v[er]suym loopen zal. Ende dit omme
redenen bij den voorn[oemde]n erffgen[aeme]n in haerluyder requeste v[er]haelt. Actum t' Utrecht den
XXIIIIen may 1580.

Hans Looman zei op za, 01/01/2022 - 12:40

Hallo René, alle goeds gewenst voor 2022, bedankt weer voor de vertalingen, ik ga op zoek naar de 3/2 morgen op de kadastrale kaart in relatie met het terrein van Batestein. Als (voorlopig) laatste stuk heb ik hier de aankoop van een huis op dit strookje grond boven de Rijn door Cornelis Damman van 10-12-1652, later verkoopt hij dit huis aan chirurg Pieter Nollens. Ik ben benieuwd of de beschrijving van het huis met terrein overeenkomt met de beschrijving van het gehuurde van Jonker Hugo van Nijhof en Maria de Coninck en wat de belendingen zijn.

groet Hans Looman

Hans Looman zei op za, 01/01/2022 - 13:09

deel B

Hans Looman zei op za, 01/01/2022 - 13:11

laatse deel   

Geert Ouweneel zei op za, 01/01/2022 - 16:50

Conditien ende voorwaerden volgens ende
naer welcke Cornelis Claes den Ouden ten overstaen
van schout ende schepenen van den gerechte van den
Indijck van meyninge is int openbaer aen den
meestbiedinge bij opveylinge ende affslach te
vercoopeen seeckere huysinge ende schuyr met
soodanigen recht als hij vercooper is hebbende
aen't erve daer de voorsz. huysinge ende schuyre
op getimmert is, ende t'erve tusschen de voorsz. huysinge
ende schuyre leggende mette bepotinge ende
beplantinge daerop staende ende voorts allen
t'gene in de voorsz. huysinge ende schuyre ende opt voorn.
erve gront, aert ende nagelvast is, staende ende gelegen
in den gerechte van den Indijck voornt, belent
ten suyden Cors Cornelisz van Demmerick, ende
ten noorden Dirck Jansz Wijckerslooth, streckende
voor van den heerwech achter tot aen't
erve van de voorn. Dirck Jansz Wijckersloot toe,
sijnde het voorsz. erve commanderije-goet van de
commanderije van Hermelen, dewelcke jaerlijcx
een gulden tien stuyvers daeruyt treckende is,
verschijnende t'elcken jaere op Mey, deweclke den cooper
boven sijne te beloven cooppenningen tot sijnen laste sal moeten nemen, wesende
de voorsz. huysinge ende verder getimmerte
belast, eerstelijck met vierhondert gulden capitael die
Govert Jansz Joffer als man ende voocht van
sijne huysvrouwe daerop sprekende heeft, welcke
400 gulden capitael metten onbetaelden intrest
vandien uytte eerste ende grootste te beloven
cooppenningen sullen moeten worden affgelost ende
gequeten, noch met eenhondert gulden capitael
die ten behoeve van Dirck Cornelisz Mastwijck
daerop is gevesticht, daervan jaerlijcx vijff gulden
ot intrest moet worden betaelt, sijnde voorts
vrij ende onbelast, ende niet meer daerop
staende off uytgaende als s'heeren recht ende
voorts met soodanige gerechticheden ende
servituyten als d'voorsz. huysinge ende erve is
hebbende ende lijdende, ende sulcx ende in de voegen
den vercooper t'selve tot noch toe heeft gebruyct
ende gespossideert.

Men sal de voorsz. vvercoopinge doen met guldens van /
40 grooten vlaems t'stuck.

Den cooper sal de voorsz. huysinge ende erve aenvaerden
Meydach anno 1653 toecomende, tot welcken tijde
den vercooper t'selve van ongelden ende commeren sal
vrijen ende d'selve affdoen.

Den cooper sal sijne belooffde cooppenningen moeten betalen
ende voldoen met vijff hondert gulden op nieuwe jaers dach 1653
eerstcomende, gereet, omme daeruyt den voorsz. Govert Jansz Joffer
sijn capitael van 400 gulden metten verloopen intrest vandien
affgelost ende betaelt te worden, ende de resterende cooppenningen in twee
termijnen, namentlijck de gerechte helfte vandien
St. Jacob anno 1653 ende de wederhelfte Meydach
anno 1654 daeraenvolgende, alles nae den nieuwen
stijlt te rekenen, t'elckens precys ende
sonder eenich langer dilay, ende dat in goet
ganckbaer, vrij ende suyver gelt, sonder eenige
cortinge daeraen te mogen doen, uyt wat oorsaecke
sulcx soude mogen wesen, sulcx dat den cooper boven sijne
belooffde cooppenningen oock alleen ende int geheel
sal moeten betaelen den 40e penning de Groot Mogende Heeren
Staten van Hollandt ende Westvrieslandt over
de vervreemdinge der onroerende goederen
competerende, t'schrijven ende segelen van den eygen
mette dependentien vandien, t'schrijven van de coopcedulle
ende dubbelden daervan te maken, alles sonder coringe als voren.

Sal noch den cooper boven sijne belooffde cooppenningen
ende sonder verminderinge derselver gereet bij 'tgeven
van den palmslach moeten betalen van yeder gulden der
cooppenningen eenen stuyver ten rantsoen, daervan een
oortgen beheert sal worden ten gelage, eenen duyt
voor den armen, ende t'resterende onder den gerechte
gedistribueert te worden naer gewoonte, ende
dit alles soo de vercoopinge voortganck heeft,
doch soo de vercoopinge niet voort en gaet, sal
een yeder sijn eygen gelach moeten betalen, gelijck oock
een yeder sijn eygen gelach sal moeten betalen int gene
boven t'voorsz. oortgen van den gulden soude mogen worden verteert.
/
Den vercooper sal ten behoeve van den cooper passeren
behoorlijcke eygen ende daerbeneffens overleveren
de oude brieven daervan sijnde, waernaer hem den
cooper sal hebben te reguleren, ende sal den vercooper
t'voorsz. huys ende erve boven de voorsz. eene gulden
tien stuyvers jaerlijcx vrijen ende waeren, ende allen
voorcommer affdoen als erffcoopers recht is,
onder generael verbant van sijn persoon ende goederen,
sonder in verdere off speciale waqerborge gehouden
te sijn.

Den cooper sal gehouden sijn voor sijne belooffde cooppenninge
te stellen twee solvente borgen tot goetkenninge
van schout ende schepenen, die elcx een voor al
als principael hunluyden voor den cooper tot betalinge
der cooppenningen sullen constitueren, ende
daervoor sullen verbinden haere personnen ende goederen
ten bedwanck van alle rechten ende rechteren ende
sullen tot dien eynde moeten renunchieren de
benefitien van ordre, splissinge ende uytwinninge,
medebrengende dat men de principale voor de
borgen soude moeten uytwinnen ende dat de schult
onder de borgen soude mogen worden gesplist.

Indien den cooper soodanige borgen daedelijck niet
en stelt, sal het den vercooper vrijstaen de voorsz. huysinge
ende erve andermael te mogen doen opveylen ende
vercoopen ende indien t'selve minder gelt, sal
comen tot laste van den eersten cooper, ende meerder
geldende sal echter den eersten cooper geen voordeel
daervan mogen trecken opff pretenderen.

Die eenich bodt biet off gelt strijct, sal sijn
geboden bodt desen avont moeten gestant doen, ende
sal den vercooper vrijstaen den coop bij den palmsclach te
gunnen die t'hem believen sal, soowel den insetter
off andere verhoogers, sonder becroon van yemant.

Indien twee off meer gelijck mijnden, soodat niet
wel sal connen onderscheyden worden wie eerst gesproocken /
heeft, sal staen tot decisie van schout ende schepenen
omme den coop te gunnen die t'hun goetduncken sal.

Int opveylen ende affslaen sal men den bode niet begrijpen,
dies sal wederomme niemant bij kennelijcke
quade gissinge begrepen worden.

Opten 10e Decembris anno 1652 ten overstaen van schout
ende schepenen openbaer sitdach gehouden ten husye
ende herberge van Jan Pietersz Hardenberch, bode van den
Indijck, ende is t'voorsz, huys ende erve opgeveylt,
hoochst ingeset bij Cors Cornelisz van Demmerick
voor de somme van sevenhodnert ende sestich gulden
ende heeft daerop tot eenen treckpenning gewonneb
een silvere ducaton in specie.

Ten voorsz. dage ist voorsz. huys ende verder opgeveylde
op de voorverhaelde conditie ende voorwaerden
bij den palmslach opgehangen op ses hondert gulden
boven t'voorsz. geboden bodt van sevenhondert ende
sestich gulden, ende bij affslach gecomen sijnde
op ses gulden heeft Cornelis Jacobsz Damman voor
hemselven off die hij binnen behoorlijcken tijt tot cooper
nomineren sal t'voorsz. huys ende erve verder opgeveylt in
coope aengestaen ende aengenomen ende blijft sulcx
daervan cooper voor de somme van sevenhondert sessende-
sestich gulden, ende verclaeren Adriaen Leechburch,
secretaris van Hermelen ende Adriaen Pietersz
Leechburch, beyde woonende onder den gerechte van den
Indijck voornt. hunselven elcx een voor al als principael in conformiteyt
van dese voorwaerden te stellen cautionarissen voor den
voorsz. cooper, des soo belooft den cooper de voorsz. sijne
borgen van hunne geinterponeerde borchte te
indemneren ende bevrijden, costelloos ende schadeloos te
houden, alles onder verbant ende bedwanck als vooren
is verhaelt. In oirconde dese bij schout ende
schepenen onderteeckent ten dage als boven.
Pieter Huygens van Weelden
X Dit merck is bij Gijsbert Segeromsz, schepen, gestelt
& Dit merck is gestelt bij Gijsbert Willemsz, mede schepen
Mij present Jan Gorcum
[in de marge:]
t'rantsoen bedragende
38.6.0 is bij den cooper
opten 15e December
1652 voldaaen en betaelt.

Dit rantsoen bedraecht        38.6.0

Disteributie
De oortgens ten gelage        9.12.0
Den duyt voor den armen        4.16.0
Een penning voor schepenen    2.8.0
Een penning voor den bode        2.8.0
Vijff penningen voor den schout    12.0.0
Drie penningen voor den secretaris    7.4.0
                    38.8.0

Dit voor yder gedistribueert ende elck
het sijne genoten. Actum den
12 December 1652
Bij mij secretaris
A. Costerus

Heden den 1en January 1653 heeft Cornelis
Jacobsz Damman, cooper van de bovengeschrevn
huysinge onder het grechte van den
Yndijck in handen van den secretaris aldaer ten
overstaen van Philips Heyndricks van Royen
ende Claes Huygen van den Berch, schepenen
van den Yndijck, betaelt ende voldaen de somma
van vijff hondert carolus gulden in voldoeninge
van de paeye op dato den 1en January
verschenen, omme deselve te distribueren
in conformite van de voorsz. voorwaerden.
Actum ten dage voorsz. ten oirconde
geteeckent bij schepenen boven genoemt
X Dit merck geteeckent bij Philips Heyndricks van Royen
Claes Huygensz van den Berch
Bij mij secretaris A. Costerus.

 

René van Weeren zei op za, 01/01/2022 - 17:15

Op enkele woorden na en typo's voorbehouden en uiteraard met de beste wensen voor 2022!

 

Conditien ende voorwaerden volgens ende
naer dewelcke Cornelis Claesz den ouden*, ten overstaen
van schout ende schepenen van [den] gerechte van den
Indijck van meyninge is in 't openbaer aen den
meestbiedinge bij opveylinge ende affslach te
vercoopen seeckere huysinge ende schuyr met
soodanige recht als hij vercooper is hebbende
aen 't erve daer de coorsz[eyde] huysinge ende schuyre
op getimmert is ende 't erve tusschen de v[er]sz[eyde]
ende schuyre leggende mette bepotinge en[de]
beplantinge daerop staende ende voorts allen
'tgene in de v[er]sz[eyde] huysinge ende schure en[de] op 't
erve gront-, aert- ende nagelvast is #
^# staende en[de] gelegen in den gerecht van [den] Indijck voorn[oemp]t^, belent
ten suyden Cors Cornelisz van Demmerick ende
ten noorden Dirck Jansz Wijckerslooth, streckende
voor van den Heerewech, achter ^tot^ aen 't
erve van [den] voorn[oemde] Dirck Jansz Wijckersloot toe,
sijnde het voorsz[eyde] erve commandeurijegoet van de
commandeurije van Hermelen, dewelcke jaerlijckx
eene gulden tien stuyvers daeruyt treckende is,
v[er]schijnende t[er] elcken jaere op mey #
# dewelcke den cooper / boven sijne te beloven / cooppenn[inghen] tot sijnen laste / sal moeten nemen #, wesende
de voorsz[eyde[ huysinge ende verder getimmerte
belast ,, ^,,erfelijck^ met vierhondert gulden capitael die
Govert Jansz Joffer als man ende voocht van
sijne huysvrouwe daerop sprekende heeft, welcke
400 gulden capitael metten onbetaelden intrest
vandien uytte eerste ende gereetste te beloven
cooppenn[inghen] sullen moeten worden affgelost ende
gequeten, noch met eenhondert gulden capitael
die ten behoeve van Dirck Cornelisz Mastwijck
daerop is gevesticht, daervan jaerlijcx vijff gulden
tot intrest moet worden betaelt, sijnde voorts
vrij ende onbelast ende niet meer daerop
satende off uytgaende als 's heeren recht,
voorts mety soodanige gerechtigheden ende
servituyten als d' v[er]sz[eyde] huysinge ende erve is
hebbende ende lijdende, ende sulcx ende in der voegen
den v[er]cooper 'tselve tot noch toe heeft gebruyct
ende gepossideert.
Men sal de v[er]sz[eyde] v[er]coopinge doen met guldens van
---
XL grooten Vlaems 't stuck.

De cooper sal de v[er]sz[eyde] huysinge ende erve aenvaerden
meydach anno 1653 toecomende, tot welcken tijde
de v[er]cooper 'tselve van ongelden en[de] commeren sal
vrijen ende d'selve affdoen.

Den cooper sal sijne belooffde cooppenn[inghen] moeten betalen
ende voldoen met vijff-
hondert gulden op nieuwejaersdach 1653 eerstcomen[de]
gereet # omme daeruyt den / v[er]sz[eyde] Govert Jans / Joffer sijn capitael / van 4r00 gulden metten / v[er]loopen intrest vandyen / affgelost en[de] betaelt / te worden
ende de resterende cooppenn[inghen] in twee
termijnen, namentlijck de gerechte helfte vandien
S[int] Jacob anno 1653** ende de wederhelfte meydach
anno 1654 daeraenvolgende, alles nae den nieuwen
stijl te rekenen***, t[er] elckens precys ende
sonder eenich langer delay****, ende dat is goet,
ganckbaer, vrij ende suyver gelt, sonder eenige
cortinge daeraen te mogen doen uyt wat oorsaecke
sulcx soiude mogen wesen, sulcx dat de cooper boven sijne
belooffde cooppenn[inghen] oock allen ende in 't geheel
sal moeten betalen den XLen penn[ingh] de grootmog[ende] heeren
Staten van Hollandt ende Westvrieslandt over
de v[er]vreemndinge der onroerende goederen,
competerende 't schrijven ende segelen van [den] eygen
mette dependentiën vandien, 't schrijven van [den] coopcedulle
en[de] dubbelden daervan te maken, alles sonder cortinge als voren.

Sal noch den cooper boven sijnen belooffde cooppenn[inghen]
en[de] sonder v[er]minderinge derselver gereet bij 't geven
van de palmslach**** meoeten betalen van yeder gulden der
cooppenn[inghen] eenen stuyver ten rantsoene, daervan een
oortgen bekeert sal worden ten gelage, eenen duyt
voor den ar,em. ende 't resterende onder den gerechte
gedystribueert te worden naer gewoonte, ende
dit alles soo de v[er]coopinge voortganck heeft,
doch soo de v[er]coopinge niet voort en gaet, sal
eenyeder sijn eygen gelach moeten betalen, gelijck oock
eenyeder sijn eygen gelach sal moeten betalen in 't geven
boven 't v[er]sz[eyde] oortgen van de gulden soude mogen
worden v[er]teert.
---
Den vercooper sal ten behoeve van den cooper passeren
behoorlijjcken eygen ende daer beneffens overleveren
de oude brieven daervan sijnde waernaer hem den
cooper sal hebben te reguleren, ende sal den v[er]cooper
't v[er]sz[eyde] huys ende erve boven de voorsz[eyde] eene gulden
tien st[uyver]s jaerlijcx vrijen ende waeren, ende allen
voorcommer affdoen als erffcoopsrecht is
onder generael v[er]bant van sijn persoon en[de] goederen,
sonder in verdere off speciale waerborge gehouden
te sijn

De cooper sal gehouden sijn voor sijne belooffde cooppenn[inghen]
te stellen twee solvente borgen tot goetkenninge
van schout ende schepenen die elcxeen voor al
als principael hunluyden voor den cooper tot betalinge
der cooppenn[inghen] sullen constitueren ende
daervoor sullen v[er]binden haere persoonen ende goederen
ten bedwanck van alle rechten ende rechtens ende
sullen tot dien eynde moeten renunchiëren de
benifitien van ordre, splissinge ende uyt....
medebrengende  .... de principale voor der
borgen soude moeten uyt.... ende dat de schult
onder de borge soude mogen worden gesplitst.

Indien de vooper soodanige borgen dadelijck niet
instelt, sal het de v[er]cooper vrijstaen de voorsz[eyde] huysinge
ende erve andermael te moegen doen opveylen ende
v[er]coopen, ende indien 'tsleve minder gelt sal
comen tot laste van den eersten cooper, ende meerder
geldend dal echter den eersten cooper geen voordeel
daervan mogen trecjken off pretenderen/

Die eenich bodt biet off gelt strijct sal sijn
geboden bodt desen ... moeten gestant doen, ende
sal den v[er]cooper vrijstaen den voop bij den palmslach*** te
'gunnen die 't hem believen sal, soo wel den insetter
off andere v[er]hoogers, sonder becroon van yemant.

Indien twee off meer gelijck mijnden, soo dat niet
wel sal connen onderscheyden worden wie eerst gesprocken
---
heeft, sal staanb tot decisie van schout ende schepenen
omme de coop te guinnen die 't hun goetduncken sal.

In 't opveylen ende affslaen sal men den bode niet begriijpen
dies sal wederomme niemant bij heimelijcke
quade gissingen begrepen worden.

Opten X decembris anno 1652 ten ovetsyaen van schout
ende schepenen openbaer sitdach gehouden ten huyse
ende herberge van Jan Pietersz[en] Hardenberch, bode van den
Indijck ende is 't voorsz[eyde] huys ende verder opgeveylde
hoochst ingeset bij Cors Cornelisz van Demmerick
voor de somme van sevenhondert ende sestich gulden
ende heeft daerop tot eenen treckpenn[ingh] gewonnen
een silvere ducaton in specie.

Ten voorsz[eyde] dage is 't voorsz[eyde] huys ende verder opgeveylde
op de voorverhaelde conditie ende voorwaerden
bij den palmslach*** opgehangen op seshondert gulden
boven 't voorsz[eyde] bodt van sevenhondert ende
sestich gulden ende bij affslach gecomen sijnde
op ses gulden heeft Cornelis Jacobsz Damman voor
hemselven off die hij binnen behoorlijcken tijt tot cooper
nomineren sal 't v[er]sz[eyde] huys ende verder opgeveylde is
coope aengestaen en[de] aengenomen ende blijft sulcx
daervan cooper voor de somme van sevenhindert sessende-
setich gulden, ende [ver]claren Adriaen Leechburch,
secretaris van Hermelen ende Adriaen Pietersz
Leechburch, beyde woonen[de] onder de gerechte van den
Indijck voorn[oem]t hunselven elcxeen voor al ^als principael^ in conformiteyt
van dese voorwaerden te stellen cautionarissen voor den
voorsz[eyde] cooper, des soo belooft de cooper voorsz[eyde] sijne
borgen van hunne geinterponeerde borchte te
indemneren ende bevrijden, costeloos en[de] schadeloos te
houden, alles onder v[er]bant en[de] bedwanck als vooren
is verhaelt. In oirconde deser bij schout ende
schepenen onderteeckent ten dage als boven /:
/: 't rantsoen bedragen[de] / 38-6-0 is bij den cooper / opten XIen decemb[ris] / 1652 voldaen en[de] betaelt.

[getekend: Pieter Huigensz / van Beertem / 1652]
Dit merck is bij / Gijsbert Segerenis, / schepen, gestelt
Dit merck is gesteld / bij Gijsnert Willemsz / mede schepen
[getekend: mij present / G. van Gorcum / 1652]
---
Dit ransoen bedraecht 38-6-0
Distributie
De oortgens ten gelage 9-12-0
Den duyt voor den armen 4-16-0
Een pen[ningh] voor schepenen 2-8-0
Een pen[ningh] voor den bode 2-8-0
Vijff pen[ninghen] voor den schout 12-0-0
Drie pen[ninghen] voor den secret[ari]s 7-4-0

38-8-0

Dit voor yder gedistribueert en[de] elck
het sijne genoten. Actum den
12en decemb[ris] 1652.
Bij mij secret[ari]s
[getekend: A. Costerus]

Heden den 1en januarii 1653 heeft Corn[eli]s
Jacobsz Damman, cooper van [den] bovengesz[eyde]
huysinge onder het gerechte van den
Yndijck in handen van [den] secret[ari]s aldaer ten
o[ver]staen van Philips Heijndricksz van Roijen
en[de] Claes Huijgen van [den] Berch, scheepenen
van [den] Yndyck betaelt en[de] voldaen de s[omm]a
van vijff hondert Car[olus] gul[den] in voldoeninge
van [den] paeye op datp den 1en januarii
v[er]schenen omme deselve te distribueren
in conformité van [den] v[er]sz[eyde] voorwaerden.
Actum ten dage voorsz[eyt], ten oirconde
geteeckent bij scheepenen bovengenoemt

Dit merck geteeckent / bij Philips Heijndricksz / van Roijen
[getekend: Claes Huijgensz van den / Berch j[unior]]
Bij mij secret[ari]s
[getekend: A. Costerus]

 

Hans Looman zei op za, 01/01/2022 - 21:04

Hallo René,

Wat een snelheid weer, dank dank dank

Het betreft de percelen E529 + ongeveer E530 en E531 kadaster 1832.

 

Uit de vertaling:

 

"sijnde het voorsz[eyde] erve commandeurijegoet van de
commandeurije van Hermelen"

 

Kan ik dit anders interpreteren dan dat dit huis, schuur en erf onderdeel waren van het commanderijecomplex van de commanderije van Harmelen?  En dat de zoektocht naar de locatie kan stoppen?

 

groet Hans Looman

Geert Ouweneel zei op za, 01/01/2022 - 22:41

Beste Hans,

Je hebt waarschijnlijk mijn transcriptie niet opgemerkt. Die was 20 minuten eerder dan die van René. Volgens mij heb ik wel alle woorden kunnen vinden. Bovendien heb je nu vergelijkingsmateriaal. Gebeurt wel vaker dat Rene en ik kort na elkaar een aanvraag beantwoorden.

René van Weeren zei op za, 01/01/2022 - 23:45

Dag Hans,

Op basis van de tekst en het feit dat de commanderij ook de begunstigde van de jaarlijkse opbrengst is, ga ik er van uit dat dit kennelijk het gezochte goed is.

Hans Looman zei op zo, 01/02/2022 - 10:13

Hallo Geert en René,

Allereerst Geert, excuus ik zag jou reactie later dan die van René, was onderaan begonnen, mijn dank aan jou is net zo groot als die aan René.

Ik zal in een paar afbeeldingen laten zien wat jullie ontcijferd hebben. Is er een mogelijkheid om buiten dit forum nog even contact te hebben?

groet Hans Looman

Hans Looman zei op zo, 01/02/2022 - 10:14

en dit gebouwen complex in plattegrond

Hans Looman zei op zo, 01/02/2022 - 10:16

en de woning van Cornelis Damman en rechts ernaast de woning van de predikant zoals deze er vanmorgen bijstonden

Hans Looman zei op zo, 01/23/2022 - 10:57

Hier nog een akte (in 2 delen) van waarschijnlijk naastgelegen perceel, kan iemand het vertalen

Hans Looman zei op zo, 01/23/2022 - 10:58

en het 2e deel

Geert Ouweneel zei op zo, 01/23/2022 - 12:27

Op conditien ende voorwaerden hiernaer beschreven,
soo hebben Gijsbert Willemsz in Gerwerscoop ende
Cornelis Jacobsz Houthorst t'samentelijck
vercocht ende in coope gegeven aen Aert Jansz
Bosch, wonende bij den huyse van Hermelen,
die oock bekende gecocht te hebben
seeckere huysinge ende getimmerte, aert ende
nagelvast, mitsgaders bepootinge ende beplantinge
van een boomgaert daerachteraen, staende
ende gelegen in den dorpe van Hermelen onder
desen gerechte van den IJndijck in den provincie
van Hollant op der commandurije gront,
bij de voornoemde vercoopers bij decreete van den
Ed. Gerechte van den IJndijck uyt den boedell
van Dirck Jansz Wijckersloot gecocht,
belent ten oosten de weduwe van Barent
de Snijder ende ten westen voor Cornelis Jacobsz
Damman ende achter Cors Cornelisz van Demmerick,
sulcx ende soodanig t'selvige betimmert
ende affgeheynt is, op gelijcken jaerlijcksen
grontrecht aen de commanduyr tot Hermelen
van elff guldens jaerlijckx, als Dirck Jansz
Wijckerlsoot daeruyt betaelt heeft,
off den voornoemde commanduyr competerende is,
op verdere conditien dat den cooper
zall moeten gedoogen ende stant doen hebben
het loopende jaer huyr van de voorsz. huysinge
ende boomgaert, aenvanck genomen hebbende
Mey voorleden 1655, zijnde verhuyrt aen
Elias Cornelisz Hertog, voor welck jaer huyrs
den huyrman betaelen moet hondert drie
guldens thien stuyvers, welcke huyrpenningen
den cooper zall ontfangen ende proffiteren
ende sullen deselve betaelt moeten worden
bij t'halff jaer, op peene van huyrbreeckinge,
des sullen de schattingen, ongelden, huysgelt
ende intresten der capitalen op de voorsz.
huysinge bij sententie van prefferentie
behorende van Mey voorleden 1655 tot
laste van den cooper ende de vercoopers daer-
aff vrij houden, gelijck mede den cooper
sall moeten betaelen de oncosten van de 40e
penning, t'beschrijven van de coope, transport,
segelen ende schrijven met all datter aencleeft /
voor welcke voorsz. huysinge, getimmerte,
gepoot ende geplant hiervoor geroert,
den cooper belooft heeft ende belooft bij
desen aen handen van de vercoopers te betaelen
de somma van vijftien hondert seventigh
guldens thien stuyvers van 40 grooten
t'stuck, te betalen bij t'verlij vant
transport, ende belooven de voornoemde
vercoopers uyt crachte van hunnen
geleverden decreetbrieve t'voorsz.
vercochte te vrijen ende te waren naer
costuyme van den lande van Woerden,
sonder list. In oirconde bij de
vercoopers, cooper ende den schout van den
IJndijck als present zijnde geweest
bij dese coope tesamen geekent den
15e Augusty anno 1655.
X Dit meck is gestelt bij Gijsbert Willemsz
Cornelis Jacobsen Houthorst
Pieter Huigensz van Woerden
Aert Jansen Bosch
Mijn present Albertus Costerus notaris

Hans Looman zei op zo, 01/23/2022 - 16:34

Hallo Geert,

wederom bedankt. Voor de verandering ter informatie een stukje tekst wat ook ik kan lezen. Uit de boedelbeschrijving van Lucretia Ormea een stukje land van 2 morgen groot gelegen naast de commanderije. De commanderije wordt hier genoemd "Convente van sante Chatarijne tot Utrecht. Het klooster Catharijne te Utrecht voor 1580 wordt door de Johanniter orde bemand, het is dan hoofdzakelijk een ziekenhuis. Na 1580 gaat het ziekenhuis door, echter niet meer geleid door de Johanniter orde, deze sterft na 1580 langzaam uit. Als belending van de meeste percelen in Harmelen welke naast commanderije grond liggen wordt "de commandeur van Harmelen" genoemd. De oude gebouwen van de commanderije in Harmelen zouden als klooster kunnen worden gezien.

Hans Looman zei op ma, 01/24/2022 - 15:07

Hier nog een akte (in 2 delen) van waarschijnlijk naastgelegen perceel, kan iemand het vertalen

Hans Looman zei op ma, 01/24/2022 - 15:08

en deel 2

Geert Ouweneel zei op ma, 01/24/2022 - 18:44

Op de conditie ende voorwaerden hiernaer
benoemt, soo bekende Philips Jansz van
Rijn deuchdelijck ende ter goeder trouwen
vercocht te hebben aen Cors Cornelisz
van Demmerick, die oock in gelijcken coope
erkent gecocht ende aengestaen te hebben,
seeckere ontrent seven hont 25 roeden
lants, gelegen onder t'gerecht van den
IJndijck, welcke desen vercooper Philips
Jans van Rijn neffens den voornoemde cooper
Cors Cornelisz van Demmerick op den 9en July
1660 van Franck Laurus van Loenersloot,
schout van s'Gravensloot, gecocht heeft,
uytwijsende coopcedulle bij den notairs
Gerrad van Gorcum tot Woerden beschreven,
leggende dit vercochte gedeelte int
halve perceel lants dat de voornoemde
Loenersloot is competerende geweest,
daervan burgemeester Claes Jansz van
Wijngaerden de ander helft toebehoort,
in voegen dat nu niet dit vercochte
stuck den voornoemde Cors Cornelisz van Demmerick
de rechte helfte vant geheele preceel
off weerlants, soo opgeeft dorp als op den
IJndijck gelegen, alleen competeert,
zijnde t'voorsz. lant leenroerig, aen de
graeffelicjkheyt van Hollant, ende soo
in streckingen, belendingen, recht van
baggeren in den Rijn als subjectheyt
van ontgrondinge off uythaelinge van
aerde ende andere servituyten, voor rechten
off onderwerpingen even gelijck de
voorsz. oude coopcedulle van den 9en July
1660 medebrengt ende inhout, daertoe
desen wordt gereffereert, voor wellck
vercochte stuck lant den cooper belooft
te voldoen ende betaelen de somme van
drie hondert carolus gulden van 40 grooten
het stuck, in drie termijnen off
paeyen, namentlijck op drie
Meydagen in de jaren 1664, 1665
ende 1666, telckens het derde part ende oock /
telcken jare op den 1e Meydach precys,
sonder dilay, in goet gevalueert gelt,
oock in vrij gelt van alles, in voegen
dat den cooper t'recht van den 40e penning,
t'schrijven deser coopcedulle ende dubbelt
vandien, mitsgaders sal moeten betaelen, des
sall den vercooper hant ende mont tot
het verlij moeten verleenen ende
voort dit vercochte moeten vrijen ende waren
jaer ende dach als erffcoopsrecht is,
ende alle voorcommende affdoen naer
costuyme van de lande, beloovende hinc inde
te presteren ende naer te comen t'gunt staet
onder verbant als na rechten. Des ten oriconde
desen geteeckent den 6e Aprill 1663.
Filips Jansz van Rijn
Bij mij Cor Cornelisz van Demmercik
Mij present Albertus Costerus notaris publicq 1663

Hans Looman zei op ma, 01/24/2022 - 21:02

Hallo Geert,  dank, helaas geen beledingen genoemd.

Hans Looman zei op do, 01/27/2022 - 20:02

Wie kan dit vertalen?

Verkoop commanderije van Harmelen door Frederick Baron van Reede uit 1688 in 2 delen

Hans Looman zei op do, 01/27/2022 - 20:03

en deel B

Geert Ouweneel zei op do, 01/27/2022 - 20:44

Den 29en April 1688
Compareerde
d'heer en mr. George Ploos van Amstel,
oud borgemeerster de stadt Amersfoort,
ende verclaerde bij desen ter requisitie
van den Ed. Wel Geboren heere Frederick
baron van Reede, vrijheer van Rens-
woude etc., hoe dat waer ende waer-
achtich is dat hij attestant ten
versoecke van gemelten heere van
Renswoude hadde verhandelt aen ende ten
behoeve van den heer Francoys Ardinois
advocaet voor den Hove van de Com-
manderije van Hermelen, dat wij
daerover accoort geworden sijnde, den-
selven Ardinois naderhant heeft
gemoveert datter een dijck te onderhouden
was, waervoor deselve commanderije
verobligeert was, en vervolgens dat
denselven nogh meer andere difficulteyten
heeft gemaeckt, dat den heere comparant
daerover denselven heeft versocht
neffens hem in loco te willen gaen,
om sigh op alles te informere,n gelijck
sulcx neffens den advocaet de Vries geschiet
sijnde, heeft denselven
Ardinois deselve wegh gevisiteert
ende van sijne voorsz. gemoveert dis-
puyt afgegaen ende contententement
genomen ende belangende het different
bij hem ende nu werdende gemoveert
nopende het annaert heeft den selven
verclaert dat sigh op alles wel hadde
ondersocht ende dienvolgende sigh
voldaen hielde, sijnde bij de ordinantie van /
sijn hoocheyt claer dat den coper
het voorsz. annaet verobligeert was
te betalen
ende verscochte hiervan acte, d'welcke
is desen. Aldus gedaen ende gepasseert
t'Utrecht ter presentie van d'heer
mr. Everard van Sijpesteyn raet
in den vroetschap deser stadt, ende d'heer
Johan van Dinter oud-raed ter
admitaliteyt in Zeelant, als ge-
tuygen hiertoe versocht.
G. Ploos van Amstel
Evert Sijpesteyn
J.v. Dinter 1688
S.v.Aelpoel 1688

 

Hans Looman zei op vr, 01/28/2022 - 08:38

Hallo Geert,

Wederom dank je wel.

groet Hans Looman

Reageer op dit bericht

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.
Slechts één bestand.
10 MB limiet.
Toegestane types: png gif jpg jpeg.