Overslaan en naar de inhoud gaan

De Maand

In Europa kennen we al sinds de klassieke Romeinen twaalf maanden in een jaar. De namen daarvaan gaan allemaal terug op de oude Latijnse benamingen: januarius, februarius, martius, aprilis, maius, junius, julius, augustus, september, october, november, december.

De maanden julius en augustus zijn vernoemd naar respectievelijk Julius Caesar en keizer Augustus. Oorspronkelijk heetten deze maanden quintilis en sextilis, ofwel ‘vijfde’ en ‘zesde’. Net als september tot en met december zijn het gewoon telwoorden.

De Romeinen begonnen het jaar in maart, dus december is dan de tiende maand van het jaar. Die telwoordnamen komen in oude teksten vaak in afgekorte vorm voor: 7ber of 7bris (of met een Romeins cijfer VIIber) (september) tot en met 10ber/10bris/Xber (december).

Naast de benamingen die afgeleid waren van het Latijn, bestonden er ook benamingen in de volkstaal. Ten tijde van het Koninkrijk Holland (1805-1810) stelde de toenmalige koning Lodewijk Napoleon Nederlandse maandnamen verplicht voor officiële stukken. Dat heeft geduurd van 1809-1810…

‘Latijn’

Volkstaal

Koninkrijk Holland

Januari

Lauwmaent, looimaant

Louwmaand

Februari

Sprokkelmaent, schrikkelmaent

Sprokkelmaand

Maart

Lentemaand, akkermaent

Lentemaand

April

Grasmaand, paesmaent

Grasmaand

Mei

Bloeimaent, braekmaent

Bloeimaand

Juni

Zomermaent, weidemaent

Zomermaand

Juli

Hooimaent

Hooimaand

Augustus

Oogstmaent, oogst, oust, bouwmaent

Oogstmaand

September

Herfstmaent, pickmaent, pietmaent, havermaent

Herfstmaand

Oktober

Winmaent, zaaimaent, horselmaent

Wijnmaand

November

Slachtmaent, reuselmaent

Slachtmaand

December

Wintermaent, kerstmaent, joelmaent

Wintermaand

 

In Frankrijk besloot men na het uitroepen van de Revolutie ook radicaal te breken met de traditionele Christelijke jaartelling. Men begon helemaal opnieuw, met het eerste jaar van de republiek, 1792, en wel op de dag dat de republiek was ingesteld, 22 september. Het jaar kreeg nog wel twaalf maanden (van ieder dertig dagen) met vijf aanvullende dagen aan het eind van het jaar (dus in voor-revolutionaire termen van 17-22 september), maar ze kregen allemaal nieuwe namen.

Iedere maand werd verdeeld in drie perioden van tien dagen (décades) en de dagen kregen nieuwe namen: primidi, duodi, tridi en zo voort. De dag telde 10 uur van 100 minuten, iedere minuut was 100 seconden lang. Kortom: rigoureus werd het decimale stelsel toegepast. Het klonk wel goed, maar het werkte niet echt.

De decimale urenindeling is zelfs nooit echt van de grond gekomen. De jaartelling en de jaarindeling heeft men nog bijna 10 jaar volgehouden, van 1793 tot 1802. In dat jaar werden de oude weken van 7 dagen weer in ere hersteld. En in 1805 maakte Napoleon helemaal een einde aan de Republikeinse kalender. Nog wel vermeldenswaard zijn de nieuwe, poëtisch klinkende maandnamen, die je ook in officiële Nederlandse stukken kunt tegenkomen uit de periode dat Nederland deel uitmaakte van het Franse Keizerrijk (1810-1815):

Vendémaire 22/9 - 21/10 wijnmaand
Brumaire 22/10 - 20/11 nevelmaand
Frimaire 21/11 - 20/12 vorst- of rijpmaand
Nivôse 21/12 - 19/1 sneeuwmaand
Pluviôse 20/1 - 18/2 regenmaand
Ventôse 19/2 - 20/3 windmaand
Germinal 21/3 - 19/4 groei- of kiemmaand
Floréal 20/4 - 19/5 bloeimaand
Prairial 20/5 - 18/6 grasmaand
Messidor 19/6 - 18/7 oogstmaand
Thermidor 19/7 - 17/8

warmtemaand

Fructidor 18/8 - 17/9 vruchtmaand

<<Terug naar de Chronologiepagina

Illustraties

Salvatore Tresca (naar ontwerp van Louis Lafitte), De Twaalf Maanden van de Franse Republikeinse Kalender. Parijs, 1792-1794. Collectie Rijksmuseum.

Objectnr. RP-P-2017-6023-2. Brumaire of Mistmaand: een herderin met een lam onder de arm en een bundel sprokkelhout op haar schouders.

Objectnr. RP-P-2017-6023-6. Ventôse of Windmaand: een vrouw met een sjaal om haar schouders tegen de wind.

Objectnr. RP-P-2017-6023-9. Prairial of Weidemaand: staande vrouw onder een boom, zeis in de ene, vogel in de andere hand.  

Objectnr. RP-P-2017-6023-10. Messidor of Oogstmaand: een slapende vrouw, rustend na het oogsten onder korenaren.