2 met alle dat achterstelle (=achterstallig) verloepen sijnde
2 ik vermoed dat hier exitum staat
07/07/1440 Bouwen Snoeye verc Willeme vanden Werve op stede te Wouwe aen tgehuchte geh tVelt
Sr #29 f 049 r 001 – 2
1. Bouwen Snoeyen vercocht Willem vanden Werve die XX schellingen groot tsjaers erfliken r(enten)
2. met alle den achter sullen verloepen sijnde als hij met scepen brieve van
3. Antwerpen heeft ende heffende is op Bale Poppe wedewe wilen Jacops
4. vander Braken ende op 1 stede metten huyse hove gronde lande etc houdende
5. tsamen omme VII gemeten aut pertinentis gestaen ende gelegen bynnen Wouwe aen
6. tgehuchte geheeten tVelt tussen Adriaen vander Donc ende Adriaen Bloemaerts
7. kinderen gelyc de voers etc quas tradibunt clarius continent. Droech op te
8. waerne van allen die hij
1. De voirs Willem vanden Werve debet den voirs Bouwen aut latori XX lib
2. groot prout communitur. Dandum van Kerssemisse proximo ende 1 jaer ex tunc ende se et sua
2 met alle dat achterstelle (=achterstallig) verloepen sijnde
2 ik vermoed dat hier exitum staat
Mijn versie.
1. Bouwen Snoeye verc(ocht) Willeme vande(n) Werve die XX s(chellingen) gro(ten) ts(jaers) erflike(n) r(enten)
2. met alle den achterstelle d(aer) o verloepen sijnde als hij met scepen(en) brieve(n) va(n)
3. Antwerpe(n) heeft en(de) heffende is op Bale Poppe wedewe wile(n) Jacops
4. vander Braken en(de) op 1 stede mette(n) huyse(n), hove, gronde, lande, etc., houden(de)
5. tsame(n) omtr(ent) VII gemete aut pert(inentiis), gest(aen) en(de) gelege(n) bynne(n) Wouwe aen
6. tgehuchte, geheete(n) tVelt, tussen Adriaen vand(er) Donc en(de) Adriaen Bloemarts
7. kindere(n) gelyc de voirs(creve) br(ieven), quas trad(ibunt) clari(us) c(on)tinent. (?). Droech op te
8. w(aer)ne va(n) alle(n) die hij
1. De voirs(creven) Willem vande(n) Werve deb(et) den voirs(creven) Bouwen aut lato(r)i XX l(i)b(ra)
2. gro(ten) p(ro) ut c(ommunit)ur. Dand(um) van Kers(semis)s(e) p(ro)x(im)o ende 1 jae(re) ex tu(n)c en(de) se et sua
r. 7 De lezing 'tradibunt' lijkt mij om een aantal redenen niet juist.
Deze werkwoordsvorm komt bij mijn weten in de Latijnse grammatica niet voor.
Aangezien het onderwerp van de zin enkelvoud is (Bouwen Snoeye), is de uitgang -nt niet correct, want deze geeft het meervoud aan. De enkelvoudsuitgang is -t.
De tijdkenletter -b- wordt in het Latijn gebruikt om het futurum (toekomende tijd) te vormen, maar niet bij een werkwoord als 'tradĕre'; 'hij zal overhandigen' is in het Latijn tradet.
De toekomende tijd is hier ook niet op zijn plaats, lijkt me, de verkoop heeft immers al plaats gevonden (r. 1 vercocht).
Kortom, ik zou 'trad[idit]' noteren, '(die) hij heeft overhandigd'.
In de hier behandelde tekst staat 'tradidit' voluit geschreven.
https://watstaatdaer.nl/forum/latijnse-regel
Groet, Pauwel
Guido Snoeys
zei op dinsdag 13 juni 2023 - 07:15