Binnen de huidige provincie Noord-Brabant werd in de loop der eeuwen in elf plaatsen gemunt. Overal is de muntslag van korte duur geweest. Het is niet meer vast te stellen of alle 'kleine' heren en vrouwen over muntrecht beschikten. Daarnaast werd door usurpatie (op een illegale wijze) het recht van munt verworven.
De elf plaatsen waar in Noord-Brabant gemunt werd, zijn Breda, Grave, Geertruidenberg, Herpen, 's-Hertogenbosch, Heusden, Megen, Oijen, Ravenstein, Waalwijk en Zevenbergen.
In Grave werd gemunt door de heren van Cuijk (o.a. Jan III van Cuijk, ca. 1360). De uitgebreide muntslag te Oijen door Maria van Brabant had deze plaats te danken aan het feit dat zij een dochter was van Hertog Jan III van Brabant. Oijen was een heerlijkheid van Maria.
Te Geertruidenberg en Zevenbergen werd gemunt door de graven van Holland. In Herpen en Ravenstein muntten de heren van Valkenburg.
Het grootste aantal muntheren kende Megen, zoals Hendrik Dikbier (ca. 1420), Jan IV Dikbier (1430-1438), Karel van Croij (1580-1584) en Maria van Brimeu (1584-1587).
Uit Waalwijk is een munt bekend van Johan van Brederode (1390-1415). In Heusden werden munten geslagen door de heren van Heusden. Tijdens het beleg door de Staatse troepen in 1577 en de Spaanse in 1625 zijn er munten geslagen in Breda.
De muntslag in 's-Hertogenbosch ving pas aan in 1579 en duurde tot in 1624. In deze korte periode waren er ook nog tijden van inactiviteit.
Via boedelbeschrijvingen krijg je een indruk van de muntsoorten (uit binnen- en buitenland) die in omloop waren. Bij het omrekenen gaf dit nogal wat problemen. De overheid liet daarom van tijd tot tijd reglementen verschijnen waarin de munten die in omloop waren. opgesomd werden en de waarde van iedere soort in Nederlandse guldens en stuivers werd vastgesteld.
De uitgevaardigde plakkaten verklaarden in het algemeen 40 à 50 soorten gangbaar. Met name aan het eind van de 16e en in de eerste helft van de 17e eeuw is een lange reeks van tarieven gepubliceerd. Voor het gemak deed de overheid ook een geïllustreerde uitgave verschijnen: het Beeldenaer ofte Figuerboeck.