Over het geel gearceerde ben ik niet zeker. Verdere aanpassingen in bold
Voor Etten ende Conincx mannen quamen
Anthonie Cornelis Jansdochtere van den
Broecke nagelaten weduwe wijlen mr.
Cornelis Jacobsz van Langscot geassisteert
met Jan Cornelissen van den Broecke heuren
broedere ende voicht ter eenre ende Jan
des voornoemde mr. Corneliszone
geassisteert met Jacob Jansz van der
Gouwen, soo voor hen selven als mede vervangen[de]
en[de] hen sterck makende voor Pauwelssen sijn[en]
broeder ter andere zijden, kenden ende
lijden pro se et suis underlingen
malcanderen overcomen ende gedeelt te
wesen in manieren hier navolgende, te
weten dat om te naercomen den openbaren
instrumente oft houwelicxe voorwaerden
tusschen den voorn[oemde] Anthonia ende wijlen
mr. Corn[elis] Jacobs opt aengaen van haren
houwelicke gemaect partijen reciproce
sullen behouden alle heure ingebrochte
goederen have ende erfve, actien, crediten
en[de] sculden ende gecomen op 't reciproce
d' een d' ander af te dragen, costeloos
en[de] scadeloos te ontheffen van alle sculden
daermede elc van partijen voor hender
beyder houwelicke belast es 't sij van ouden
verscenen en[d]e onbetaelde renten oft hoe-
danich die souden mogen wesen, egeenen
uuytgesondert onder verbande van
henne p[er]sonen ende alle henne goeden.
Ende belangende die meubelen
staende houwelicke gecoft oft ver
verscenen renten, gecreerde sculden,
gewassch van rogge, garsten, voer,
spoirie, vlasch oft anderssins sal
die voorn[oemde] Anthonia hebben ende behouden
het gewasch van rogge en[de] vlasch dw<elcke>
p[ar]tijen tot Rijsbergen hebben staende
ende daertegens betalen, inde gemeene
gecontraheerde sculden aen den p[er]sonen haer
aenbenoempt sijnde twintich g[ulden] sestien
ende twee veerteelen III zijden. Ende
Jan die sone voorgen[oem]t pro se et fratre
sullen hebben en[de] behouden die koeyen, twee
beesten metten meubele oft huysraet
staende den voorgemelden houwelicke
vercregen, item alle het gewasch etc. va[n den]
corenwerck oft graen binnen der parochie
van Zundert p[ar]tijen aengaende, daer toe
noch die penn[inghen] vand[en] vercochte bosschen. Item
daer tegens betalen alle sculden soo
verscenen renten als anderssins staende
den voorsz[eyde] houwel[ijcke] gemaect en[de] verlopen
en[de] onbetaelt staende. Item sal dese voorszeyde
Anthonie laten volgen die stande saemtelick!
paeye, e[n]en vijssel, den wanne en[de] dye
helft van de vercken en[de] twee veertelen
boecq[weyt], des sal sal die v[er]seyde Anthonie
by hen blijven tot Bamisse of ten saeytijd
toe. Alles voorsz[eyt] is onder verbande
en[de] conditie hier vo<ren verhaelt.
Actum 21 junii 1591
Hans Van Landschoot
zei op donderdag 30 november 2023 - 20:45