Op een enkel woordje na:
Mathijs van Trijt debet Gielijse van Lanschot voer deen helft
ende Magriete Oeyens voer dander helft aut latori tot
haeren behouf als voer de versterffenisse van Lijsbetten Oeyens
sine Joncwive wilen xv ponden grooten prout tunc communiter. Dandum
bynnen jaers na dat de voers Mathijs comen sal sijn van
live ter doot unde obligavit se et sua voirdane revoceerde ende
weder riep ^Mathijs^ alle instrumente brieve oft testamente die hij gemaect mocht hebben
ende die der voers personen jegens der voers geloiften ende scult hinderen mochten.
Gielijs voers voer deen helft ende Magriet voers voer
dander helft ^bij consente ende bijwesene Gielijs ^[Brems??]^ als regeerder der [......?] sheylegen van Onser Vrouwen^ voer hen ende voer alle haer medepartien
quos in se susceperunt kende hen vernueght van Mathijse
van Trijt van alle alsulken goiden welkerhande die sijn
als hen bleven moegen sijn van Lijsbetten Oeyens
des voers Mathijs joncwive wilen
het zij van dienste oft van sculde oft van arbeijde ^oft anders^. Quitaverunt
Gelovende etc.
Hans Van Landschoot
zei op zondag 16 oktober 2022 - 19:42