Woerden N.A. 1645 (2 pages)

Part 2 of N.A.

Part transcription

Op huyden den 4e November anno 1645 compareerde
voor mij Albertus Costerus, openbaer notaris, bij de
respective Ed. Hove van Hollant ende Uytrecht ge-
admitteert, tot Woerden residerende, in presentie van de
naerbenoemde getuygen, de eerwaarde IJsbrant Aelbertsz
Roosenboom, schout tot Waerder, dewelcke ter
requisitie van den edele heer Cornelis Sicxti, bailliuw
der stede ende lande van Woerden, attesteerde ende verclaerde
bij eere ende vroomheyt, in eets plaetse, die hij
attestant (des noot ende versocht) bereyt is te doen,
hoe waer ende hem attestant noch in goet geheugen
ende memorie is, dat op den 30e July deses jaers
voor zijns attetants huysinge op den dorpe van
Waerder voornt. met een wagen zijn comen rijden
Pieter Heyndricksz Sney, Jan Gijsbertsz
Wiltenburch ende Heyndrick Gijsbertsz Wiltenburch, alle halve
gebroeders, wonende in den schout ambachte van Rietvelt
ende de Bree, dewelcke gesamentlijck aldaer op den
wagen zittende, hebben doen tappen eenige kannen biers,
binnen welcken tijde aldaer mede sijn comen aenrijden
op een wagen Cornelis Jacobsz Coppert met sijn zoon
Jan Cornelisz Coppert ende Jan Jansz Coppert, haren neven,
dewelcke van hunnen wagen gaende gecomen zijn
in sijn attestants huys, versoeckende bier getapt te
hebben, hetwelcke hun gedaen wierde, waernaer
mede in sijns attestants huys van hunne wagen
sijn gecomen de voorsz. vier gementioneerde broeders
zonder eenige voorgaende questie tusschen den anderen gemoveert te
hebben, welcke twee compaingien bij den anderen
drinckende, onderlinge woorden ende questie hebben
gecregen, waeruyt gevolcht is, dat zij tezamen
(te weten de voorn. vier broeders ende de gemelte
drie Copperts) naer sonnenonderganck hantsgemeen
ende met bloote messen vechtende sijn geworden,
den anderen (te weten de voorsz. twee distincte partijen)
daer hevich mede aggreverende, soo dat echter
(onaengesien sijns attestants ernstigen ende goeden
ijver omme hun te scheyden, sij malcanderen
hebben gequest, sulcx dat hij attestant daerdoor
soo binnen als buyten het huys, (sonder dat hij
attestant hetselve vermits de menichvuldige
aggressie ende geraes niet well en heeft cunnen
onderscheyden) heeft gequest gesien in hare armen
ofte hant alle drie de Copperts, sonder dat hij
attestant can seggen wat quetsuyren de vier
broeders hebben gehadt, vermits dezelve daernaer
niet weder in sijn huys en quamen, doch heeft well
kennis dat deselve mede sijn gequest geweest /
verclaert hij attestant vorders soo binnen als
buytenshuys geweest ende gesien te hebben
als scheyders van de voorsz. partijen Aert Gerritsz Cuyper
ende een Floris, wesende knecht van Jan Dircksz
timmerman, aen de Nieuwebrugge, alsmede eenen
Cornelis Bennen op Rietvelt, sonder dat hij heeft
gesien dat den voorn. Aert Gerritsz ende Cornelis Bennen
eenige questie hebben gehadt, ofte hun gemengt
tusschen de voorsz. partijen, doch verclaert gesien te
hebben dat den voorn. Floris mede sijn bloot mes uyt
hadde ende daermede dreychde te aggresseren
ymant van de voorn. partijen, sonder dat hij attestant weet wie hij meynde.
Aldus gepasseert in Woerden, present Cornelis Claesz
Stemeter ende Josua Ferret, getuygen van geloove,
hiertoe versocht, die desen mede geteeckent
hebben ten dage voorsz.
IJsbrant Aelbartsen Roosboom schoudt
Cornelis Claesz Stadtsmeeter
Josua Farret

Geert, thank you once again. What a good story it has turned out to be!

And a few new words for me to learn.