Hallo Jan,
Van een "grieser" is hier geen sprake. Hij is een kanunnik. Er staat: "Her Jan" (Heer Jan), "priester, Canonick".
Groeten en een fijne dag.
Dennis
In de tweede paragraaf op de linker pagina met gichten uit 1417 uit Maastricht (bijgaand, HCL Maastricht, 20.086A Brabants Hooggerecht Maastricht, inv.nr. 710) meen ik zoiets te lezen als:
"anno LXXXVII XII juni .. lamboy peymeister scepenen
soe hiet het Jan ten Goesweinstoren grieser
.....
...."
Was hij "grieser"? Zo ja, wat is dat? Zo niet, wat staat er dan wel? Ook voor een transcriptie van de rest van de paragraaf houd ik me aanbevolen!
Hallo Jan,
Van een "grieser" is hier geen sprake. Hij is een kanunnik. Er staat: "Her Jan" (Heer Jan), "priester, Canonick".
Groeten en een fijne dag.
Dennis
Bestond er in die dagen in Maastricht een familienaam of alias: "Goesweinstoren"? Dat past m.i. niet zo lekker in die regel. Als ik er langer naar ga kijken kan er voor "priester" wel: "Goesw. mesteren" staan dat wel precies past. De "y" van: "Lamboy" staat net door de eerste letters: "me". M.a.w.: Heer Jan of zijn vader Goeswijn was Mr.
Even vlug lezende: hij heeft afstand gedaan van (vertegen) 5 en 1 derde deel vaten rogge op Goort Meyarts goederen, gelegen buiten de Sint Martenspoort, en dat ten behoeve van Goorts van der Molen en zijn erven. Daarachter staat wel duidelijk: "De selve Heeren Jan", zodat de tweede regel van deze paragraaf inderdaad gelezen moet worden als: "Soe heet her Jan".
Ik wil er altijd later nog wat aandachtiger naar kijken.
Fijne zaterdag!
Ik denk dat men hem hier als kanunnik van het kapittel van Luik: "Ludich" wil aanduiden. E staat hier wel: "toe" terwijl de laatste letter in de regel erboven meer een "n" is: "soen". Heer Jan soen / toen Goesw.(wijns) mesteren. Niet zo verwonderlijk in Maastrichts historie natuurlijk.
Hallo Dennis, veel dank voor je interessante reacties!! Eerst moet ik nog een typo corrigeren: de gicht dateert van 1487, niet van 1417.
Ja, er was in Maastricht in de vijftiende eeuw een familienaam Heuts van den Biessen alias ten Goeswijnstoren (naar de toren in de stad die zij bewoonden/bezaten). Jan Heuts van den Biessen alias ten Goeswijnstoren alias de Junctis was daar in het derde kwart van die eeuw burgemeester (zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_burgemeesters_van_Maastricht ) en schepen (zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_schouten_en_schepenen_van_Maast… ). In 1462 was hij ingeschreven als magister artibus aan de universiteit van Orleans en vertegenwoordiger van de "Duitse" studenten. In 1476 is er voorts een vermelding van zijn vrouw Elisabeth Coerenscuyder of Corensuyder).
Weinig indicaties dus in de richting van priester/kanunnik. Misschien gaat deze gicht inderdaad helemaal niet over hem, maar over een andere Jan, of over een zoon? Ik heb nog wel een lakenwever Jan Heuts de Jonge gevonden met vermeldingen in 1483(?), 1495, 1527 en 1547.
Ik ben erg benieuwd naar je reactie!
Groet, Jan
Dank voor je informatieve en leuke reactie Jan! Ik ben niet bekend met de Maastrichtse historie, vandaar mijn vraag. Dan staat er inderdaad: "ten Goeswijnstoren" als alias voor Van der Biessen.
De Heer Jan waar het in dit stukje tekst over gaat is wel degelijk priester en kanunnik van het Luikse kapittel als ik dit zo lees. Zoals je schrijft was er in ieder geval een magister artibus in die familie en nog wel van Orleans, zeer hoog aangeschreven in die tijd. Het is lijkt mij wel familie en als het niet degene is die je zoekt wellicht een neef, achterneef? Kan wellicht literatuur of (niet ontsloten?) archieven over / van het Luikse kapittel meer duidelijkheid geven over "deze Heer Jan" uit deze tekst?
Veel onderzoeksplezier!
Dank je zeer, Dennis, je hebt me fantastisch op weg geholpen! Ja, deze Jan was inderdaad kanunnik in Luik: zie regest 242 van 16 januari 1492 (HCL Maastricht, 14.D023 Klooster der Kruisheren te Maastricht, 1438-1800, https://proxy.archieven.nl/0/A616523A87794AEBAE7ADB3F3AD35768 ):
"Gheschiet ende ghedaen syn alle dese dinghen voers. inde jaer ons Heren dusent vierhondert tweeendeneghentich des sesthiende daechs in Januario dien men hiet Loemoent"
Peter van Coenegracht, meier, en Stas Tielmans, Ghys Damen, Jan in die Mere, Cornelis der Smeedt, Jan Poesmans, Thonis Iehaes en Wierick Liefsoens, laten van de laathof Sint-Jan te Herderen, oorkonden dat Jan Goeswynstoren, priester en kanunnik van Saint-Martin te Luik, ten behoeve van zijn neef Goert in den Kreykelberch een grondrente van 3 malder rogge, deel uitmakend van 6 malder, overgedragen heeft, en dat Goert voornoemd deze 3 malder tesamen met de hem reeds toegevallen andere 3 malder aan Wouter van Herentals, prior van het klooster der kruisheren te Maastricht, ten behoeve van ditzelfde klooster overgedragen heeft.
Het lijkt mij inderdaad niet dezelfde persoon als - maar wel een familielid van - de Jan Goeswynstorn die als schepen acht keer vermeld staat in regesten in de periode 1463-1474 op dezelfde HCL webpagina.
Nogmaals dank en groet, Jan
Jan van den Biesen
zei op zaterdag 9 augustus 2025 - 11:47