Extract uut den singnate
van Tuyl de anno 1673.
Op versochte verclaringh van Peter Schoock als gemag-
tigde van vrouw Odilia van Bronckhorst, vrouwe tot Weer-
denborgh, Hier en Nerijne, requirante ter eenre, ende
Handrick Jansen van Deventer, geriquireerde, ter anderen
sijde, streckende daer hen off voornoemde gerequireerde
niet schuldigh ende gehalden den corenmeulen tot
Weerdenburgh, vrouwe requirante in eygendom
competeerende ende bij voornoemde van Deventer voor
eenen tijt van ses jaren in huere aengenomen te
evacueren ende te verlaten, met erfstadinge of restitiatie
van schade ende intresse door den gerequireerdens ter
gieversatie geleden, schepenen de redenen, middelen en
de motiven bij partijen weedersijts, soo tot eysch als defentie
dienende geallegeert,gehoort, mitsgaders die pacht-
cedullen ende condschappe tot den fine overgelevert,
geëxamineert ende overwoegen, voort geleth op alles
waerop in desen te letten stonden, wijsen voornoemde
gerequireerde totte versochte evacuatie schuldigh
ende gehouden, denselvige daertoe mits desen
condemneerende, voornoemde gerequireerden sijn actie ende regies
over schade ende intresse wegens den rosmolen
ende andersints voorbehalden, soo ende gelijck hij te
rade sal werden, de costen om redenen compen-
seerende, dit gepronuncieert den 15e Augusti.
Was onderteeckent L. de Cocq, secretaris in Tuyll
Stan de Jongh
zei op woensdag 14 april 2021 - 18:32