O.v.v. Judith de Linge leggen een aantal personen een verklaring af over hetgeen ze op 30 dec. gehoord hebben en/of hetgeen er toen is voorgevallen..
Dit soort aktes werd wel vaker opgemaakt, ws. i.v.m. aansprakelijkheid.
De woordelijke transcriptie is nog mooier (en volgt wellicht nog door een ander), maar samengevat:
De getuigen verklaren ten behoeve van Judith de Linje, echtgenote van Fredrik Vliethoorn. Zij hebben gezien dat op 30 december om 6 uur 's avonds deze Judith gebood om de zuiger uit de waterpomp te halen, die zij deelden met de buren, Harmanus van Delde en diens echtgenote. Zij wilde dit laten doen om bevriezing van de pomp te voorkomen. De buurvrouw reageerde daarop met schelden en slaan. Bovendien stortte de buurvrouw zih met haar lijf op de pomp om te voorkomen dat de zuiger verwijderd werd en liet zij haar dienstmeid water pompen.
Buurvrouw ging voort met kijven, waarna ook Jacobus, knecht van de buren, zich er mee ging bemoeien en tegen zijn werkgeefster zei: "laat die hoer heen lopen". Judith sprak hem hierop aan, waarop de knecht beweerde dat hij haar geen "hoer" maar "teef" noemde [noot: uiteraard maakte dat het er niet veel beter op]. Er volgen nog de nodige scheldwoorden en verwijten; opvallend genoeg is het einde dat de buurvrouw de zuiger uiteindelijk uit de pomp haalt en Judith dus uiteindelijk toch haar zin kreeg....
Als je de details van dit verhaal kent, wordt het alleen mar leuker. Vandaar hier een complete transcriptie.
Heden den elffden February anno 1685 compareerden
voor mij Foyt van Egmond, notaris publycq, bij den
Ed. Hove van Holland op de nominatie van de Ed.
Agtbare Heeren die van de gerechte der stad Leyden ge-
admitteert binnen der selver residentie ende voor de naerge-
noemde getuygen Dirk van Toorenburch, deurwaarder
van den Ed. Hove van Holland, Anthonetta Maljart
ende Francijntie Aalbertsdochter van Aalbersberch, sijnde
alle van competenten ouderdomme, woonende binnen
der stad Leyden, mij notario bekent, dewelke
verklaarden ten versoeken van juffrouw Judith de
Linge, huysvrouw van den Ed. Frederik Vliethoorn,
waar ende waarachtich te wesen, dat sij getuygen
op Saterdag des savonts de klokke omtrent zes
uyren, sijnde geweest den 30 December in den voorleden
jare 1684, gehoort ende gesien hebben ende eerst
de voorsz. Anthonetta ende Francijntie met
haer beyde, dat de requirante gebiedende was
dat de suyger uyt de pomp aan straat staande
tusschen haar requirantes en Harmanis van
Deldes huysinge soude uytgehaalt werden, om datse
niet en soude bevriesen, waarop dat de huysvrouw
van de voorsz. Delde jegens de requirante seyde,
daar sal je jou duyvelse klaauwen wel affhouden,
ende dat daarna d'voorsz. van Deldes huysvrouw
de requirante stijff op haar arm stoote en sloech
om te beletten dat de suyger niet uyt de pomp
soude werden getrokken, item dat d'voorsz. van
Deldes huysvrouw met haar armen ging op de
pomp leggen en riep haar meyt en seyde, pompt
nu water, ik woude wel yemant sien die het soude
beletten, voorts verklaarden alle drie
de voorsz. getuygen dat sij mede gehoort ende gesien
hebben nadat van Deldes huysvrouw haar meyt
geboden hadde het water te pompen, dat sij /
geweldig jegens de requirante begon te kijven, raasen
en schelden, sonder dat de requirante haar daartoe
eenige redenen ofte oorsaak gegeven hadde,
ende dat Jacobus de knecht van van Delde
jegens sijn vrouw seyde, swijg stil vrouw, laat de
hoer (denoterende daarmede de requirante) heen
loopen, ende dat de requirante jegens de voorsz.
kencht seyde, wat seg je hoer tegens mij, daarop
dat de voorsz. knecht weder antwoorde, ik seg geen
hoer tegen u, maar teeff, waarna gebeurt
dat de voorsz. van Deldes huysvrouw jegens de requirante
seyde, jou sacramentse schenbrok, jou schen-
beest, heb je aan de tafel des Heeren geweest, je
mag aan de tafel der duyvels geweest hebben, ik
ben eerlijcker als jey, ik mag mijn ooren schudden
datse klappen en dat mag jey niet doen, gaat
in je huys off ik sal jer doen in gaan en past
beter op je kinderen en huyshouwen, ende dat
d'voorsz. van Deldes huysvrouw de suyger
uyt de pomp trok en seyde jegens de requirante,
dat wil ik doen spijt jou bakkes, gevende
voor redenen van wetenschap dat sij getuygen
bij de voorsz. actie hebben present geweest
ende mitsdien hetselve gehoort ende gesien hebben,
wijders niet getuygende, presenterende t'geen
voorsz. staat des noot ende daartoe versocht sijnde
nader te bevestigen.
Consenterende hiervan gemaakt ende gelevert
te werden attestatie in forma. /
Aldus gedaan ende gepasseert binnen Leyden ter
presentie van Roeloff Rijsendaal en Johannus
Lambregts als getuygen ten desen versocht.
D. Toorenburg 1685
X Anthonetta Matjaerts heeft dit merk gestelt
& Francijntie Aleberts heeft dit merk gestelt
Roelof Rijsendael
Johannes Lambrechts
F. van Egmond notaris publicq
Dag allemaal,
Ik had niet kunnen bevroeden dat het om een ordinaire burenruzie zou gaan. Wat grappig. Het is iets van alle tijden kennelijk, een slechte relatie met je buren. Hartelijk dank Geert, René en Wim voor de uitleg en de transcriptie! Blij dat ik hierdoor ook kon delen in het vermaak.
Dag allemaal,
Nog even hier op terugkomend. Uit de tekst blijkt nergens dat Judith de Ligne ook een dienstmeid of knecht heeft, of wel?
Hartelijke groet,
Kaya
Nee, dat klopt, Judith wordt zelf op haar arm geslagen, dus van de meid of knecht is in dit verhaal geen sprake (wel van die van de buren)
Kaya
zei op donderdag 9 september 2021 - 17:11