Voorpootrecht Meierij

Aen mijn eerwaerde ende edele heeren.
Mijn heeren de hooffden, tresorier general
ende comisen van henne doorluchtichste
hoocheden domeynen ende finantien

Verthoonen zeer oitmoedelijcken de gemeyn geërffde soo geestelijcke
als weerlijcke des doprs van Vucht, aldernaest geleghen
bij de stadt van Shertogenbossche, dat zij ende allen
het hout opte voorhooffden van henne respective landerijen
of erffenissen aldaer bij hen ende henne voorsaeten geplant
of bepoot, altijt zijn vrij ende exempt geweest van t'recht
van den houtschath der hertogen ende hertoginnen van Brabant,
te weterne de cloisteren, gasthuysen, geesthuysen, andere
godtshuysen ende ingesetenen, poorteren ende poorteressen
binnen Shertogenbossche, uyt crachte van seecker
priviliegie, hen bij goeder memorie Wencelav, hertog van
Brabant verleenth, ende d'ingesetenen tot Vucht voorsz.
bij andere privilegien ende immemoriael hercomen, ten
opsien dat zij ter plaetse van de justitie opte heye
aldaer moeten helpen onderhouden assisteren ende verrichten
het gerichte over den misdadighe die bij wethouderen der
voorsz. stadt ter doot wordden geweesen, ende hoewell
desen aengemerckt, de hoochrentmeester binnen de voorsz. stadt,
mr. Merten Fierlants nyet waere gefundeert, om het
hout opte voorhooffden der supplianten gepoot ende gewasschen,
te willen doen affhouwen, ende ten behoeff van henne
hoocheden aen te slaen, gelijck deselve nochtans pretendeert
te doen contrarie de voorsz. respective privilegien, oudt
hercomen ende aengenomen last of servituyt van t'sassisteren
t'voorsz. gerichte, ende oversulcx daertoe aen de heeren
van de reeckencamer (soo men verstaet) geadviseert ende deselve
reeckencamer dyenvolgende hen aen uwe eerwaerden ende edelheden

Dat doe je snel, Geert! Ik heb uren zitten puzzelen.... Oefening baart kunst. Ik stuur je nog een e-mail. Sander

Ik heb de rest ook gedaan:

van Brabant int quartier van Shertogenbossche
als bij die van de reeckencamer in Brabant, ende
geconsidereert die redenen daerinne verhaelt, hebben bij
advyse van die van haere finantien geconsenteert, geaccordeert
ende geoctroyeert, consenteren, accorderen ende octroyeren
bij desen, dat die supplianten ende elcke van hun voor
zijn erfve op en binnen heure vroenten ende gemeynten thien
roeden verre terselver gemeynte weerts inne, zullen voortaen
mogen setten, planten ende pooten off doen setten, planten ende
pooten alderhande boomen t'zij eycken, bercken, of ander
houdt ende die aldaer houden staende ende wassende,
mitsgaders affhouwen, vertimmeren, breken, vercoopen of
andersints bekeeren in heuren oirbaere, ende wederom setten,
planten ende poten alsoo dicke ende menichwerven als hun
dat gelieven ende goetduncken zall, behoudelijck dat zij
de gemeyne straeten ende wegen zullen onderhouden
ende laeten up heure gerechte wijde ende hen reguleren
nae de ordinarisse lasten ende conditien daeroppe andere
dorpen gelijck consent vercregen hebben, ende voorts
op expressen last ende conditie dat zij schuldich ende
gehouden zullen wesen voor recognitie van dese gratie
te bekennen ende constitueren voor de tholcamere
van de stadt van Shertogenbossche ende tot profijte
van haere voorsz. hoocheden te constitueren eenen
erffelijcken ende onlosbaere chijns van zesse ponden
aerten t'sjaers, daeraff den iersten verschijndach sall
vallen op Ste. Lambrechtsdach chijnsdage van Vucht, van /
dit tegenwoordich jaer 1614, ende daervan
te verlijden behoorlijcke verbantbrieven tot hunnen coste,
midtsgaders dat oick alle geprivilegieerde persoonen, wy
dat die zijn, als waeren het oyck poirters van de voorsz.
stadt van den Bossche, ende allen andere nyet gepreviligieert
ten respecte van het houdt vallende in de voorsz. overplanttinge
oft thien roeden, zullen betaelen het seste houdt oft
zesten penninck van de weerde van den houte, volgende
d'instructie dienende tot het oplichten van t'recht
van den houtschath in denselven quartiere, alles op peene
van nullityet van dese gratie, ende aengaende de
plantinghen, affhouwen, vercoopen ende vertieren van den houte
ende andere excessen bij hen tevooren gedaen onder    
t'dexel van d'octroy van den keyserlijcke majesteyt van den lesten
Meerte anno 1516, d'welck bevonden wort nyet
geinterineert ende daeromme sonder effect gebleven te
zijne, heure voorsz. hoocheden hebben uyt sunderlinghe
ende nieuwe gratie allen t'selve geaggreert ende
geconfirmeert, aggreeren ende confirmeren bij desen mits
bij de supplianten betaelende in handen van den voorsz. rentmeester
voir peene van den voorsz. excessen ende versuymenisse, de
somme van hondert vijftich guldens eens, die daeraff
gehouden wordt te verantwoirden tot proufijte
van haere voorsz. hoocheden, ordinerende dyen-
volgende opene brieven van octroye gedepescheert
te wordden, belast met verificatie in de voorsz.
finantie ende interinement in de voorschreven /
reeckenmeester van Brabant naer behooren.
Gedaen te Brussele den 4en dach der maent van
Meert sesthienhondert ende vierthiene, M.v.t. onderteeckent
Albert. Leeger stont alnoch geteeckent N. de
Montmoreny, De Noelle, Marles, B. de Robiano,
Sterckess.

Geweldig! Heel veel dank, namens de 'oitmoedelijcken' van Vught. Klopt je adres?

Ik was per abuis nog twee pagina's vergeten. Dit zijn ze:

bij beslotenen brieven, hierbij gaende, geaddresseert uyt
oirsaecke aleenlijck dat de voorsz. rentmeester is allegerende
dat de brieven van octroy hierbij onder copye gaende
bij elcken van den supplianten voor henne erffven op ende binnen
henne vroenten ende gemeynte te mogen planten ende
pooten, nyet en soude zijn geinterineert, des nochtans
nyet dan bij enckele ende simpele omissie moet geseght
wordden te zijn geschieth, ende dat ter avontueren oyck
t'voorsz. interiment wel mach zijn gebeurt, maer
gedemanueert of in de reeckencamer bij versuymenisse
ongeregistreert gebleven, sulcx dat daeruuyt ende
mits d'andere reden hiervoor verhaelt, de supplianten
mette pretensien des voorsz. rentmeesters nyet en zouden behooren
belast te wordden, te min oyck dat uuyt de copye
authenticque hieraen gehecht is blijckende dat vanwegen
des hertoge van Brabant aen den gebueren van Vucht
voorscreven, de gemeynte voor seeckere chijnsen is vercocht
ende de supplianten daervan alsoo zijn meesters, temeer de
chijnsen daervoor alnoch wordden betaelt, midts denwelcken.
Soo bidden zij zeer oitmoedelijck dat uwe eerwaerden ende edelheden
gelieven wille t'ordonneren, dat nyettegenstaende d'omissie
die over d'interinement der octroye voorsz. soude mogen zijn
geschieth, ende andersints mits de voorsz. vercoopinge
noodeloos zijnde, t'selve alnoch ex abundanti sal mogen
geschieden, oyck sonder eenige nieuwe chijnsen te erven
bekennen mits de tegenwoirdige chijnsen uyt d'erffenissen
van den supplianten respective eens geconstitueert ende /
noch (soo voorsz. is) te vergelden staende, regard oyck
nemende bij uwen eerwaerden ende edelheden (boven soo menichvuldige
langdurige exactien ende pilleringen t'voorsz. dorp overcomen)
dat de plantagie ende bepootinge op de gemeynte voor
yeders erffenisse tot Vucht voorsz. uyt crachte van den
voorsz. octroy gedaen, bij oirsaekce ierst van de Gueldersche
ende daernae de inlantsche oirlogen in dese provincien zedert
den jaere 1500 zesentsestich aldermeest zijn vernielt ende
de reste voorts bij de tegenpartije verbrant, affgehouden
ende geëmployeert ten tijde van twee swaere belegeringen
der voorsz. stadt van Shertogenbossche, daerdoor
oyck ende mits de vreese van andere haere belegeringe
(in cas de nieuwe oirloge des Godt verhuede) de supplianten
tot egeen nieuwe plantagie of bepotinghe alnoch
en derven verstaen, mede den voorsz. rentmeester Fierlants
ordonnerende om van alle voordere pretensien ter cause
voorsz. te desisteren ende hen met depedertieve
ex abundanti dispensatio ende vergunninghe bij
uwe eerwaerden ende edelheden ten effecte van t'voorsz. oitmoedich
bidden ende versueck te contenteren, laetende den
supplianten in eenich cleyn recompens van henne
geledene onspreeckelijcke schaden voorts van alles
ongemolesteert, d'welck doende etc. In margine
stont: Haere hoocheden gehoort hebbende t'rappoirt
van deze requeste, mitsgaders van de advysen daerp[ gegeven,
zoo bij Marten Fierlants, raedt ende rentmeester generael /