Vonnis Raad van Brabant 1-2

3373
In der saecke hangende voor den Raede van Brabant tusschen heer
Leo Alexander van Hove, capiteyn ten dienste van sijne Majesteit
van Spagnien, Simons Bouwens, woonende tot Antwerpen, de
erffgenamen van wijlen Bartholomeus le Mire, de erffgenamen
van heer Pieter le Mire, Hendrick le Mire, de kinderen en erffgenamen
van Jan le Mire ende joffrouwe Henrica van Miere, eerst
weduwe van Jacques le Mire, de heere Guillaum Ignace van Hooff,
heere van Hooffricx, voor hemselven ende als actie hebbende van heer
Johan Charles de Rovere, heere van Mase ende d'heer Peter de Colonia,
baenderheer van Berchem ende impetranten van decreet ter eenre, ende
allen dengeenen die eenich recht, actie ofte toeseggen souden willen
pretenderen op de vercochte heerlijckheden van Hees ende Leende
mette appendentien ende dependentien vandien, gelegen in de Meyerije
van s'Hertogenbossche, gedaechdens, herdaechdens ende deffaillainte, mitsgaders
heere Alexander de Renesse, grave van Narfuse, geëxecuteerden en
opposanten, de heere grave van Bochoven, borchmeester van Aelst,
heere van Leen, d'heer Guillaume de Wilde, soo voor hemselven
ende als last ende procuratie hebbende van vrouwe Clara de Liencourt,
weduwe ende boedelhoutster van d' heer Johan Ferdinando Vondels, d' heer
Charels van Covergen, superintendent van de bergen van barmherticheit,
mitsgaders Johan van der Elst, procureur ende notaris tot Reussel
als momboir over Johan Robbert de la Matte, opposanten, ter andere
sijden, den raedt met rijpe etc. ende in desen etc. versteck de gedaechdens