Memorie van aangifte der nalaten-
schap van Alegondis Daems, op
den 26 Mei 1828 te Leende overleden.
Ik ondergeteekende Jan Gerrit van der Linden, landbouwer,
weduwenaar van de overledene, benevens in kwaliteit
van vader en voogd over mijne twee minderjarige kinderen,
bij wijlen genaamde mijn vrouw in echte verwekt, genaamd
Antonie en Francis, allen wonende te Leende, provincie
Noord Brabant, kiezende domicilie ten mijnen huize
aldaar, verklare dat Allegonis Daems, mijne vrouw
en moeder van gemelde minderjarige kinderen ab intestato
op den 26 Mei 1800 achtentwintig te Leende, alwaar
zij laatst gedomicilieerd geweest is, overleden, de volgende
onroerende goederen, door den eersten genoemde voor het
vruchtgebruik ingevolge costuume van s'Batelo? waar-
onder hij met de overledene is gehuurd en laatsgenoemde
voor den bloten eigendom worden geërft, heeft nagelaten:
1) Een huis en hof gelegen in de Leenderstraat groot circa
drie roeden
2) Een huis en hof gelegen alsvorens, groot vier roeden
3) Een perceel teelland, heide en bosch, gelegen alsvoren,
groot vier en vijftig roeden
4) Een dito groeve gelegen als voren, groot drie en dertig
roeden
5) Een dito, genaamd en gelegen als voor, groot zestien roeden
6) Een dito de molens..utte gelegen als voren, groot drie
en dertig roeden
7) Een dito en gelegen als voren, groot zestien roeden
8) Een dito de buunder beemd, gelegen als voren, groot
twintig roeden
9) Een dito teelland de Lange Akker, groot veertien roeden
10) Een dito de Breedvennen, groot twintig roeden.
Jacques van der Linden
zei op donderdag 5 november 2020 - 14:34