transcriptie van de beide pagina's:
Jan Gerytssen, Cornelis Jan de Witten, Aelbert
Zoutman ende Frans Philipsz betaelt die
somme van vier ponden vijftien scellingen van
40 groten vlaems t'pondt, ter cause van dat
zij duer bevele van burgermeesteren, te weten
die voorn. Frans Philipsz eenen nacht, Jan Geritssen
6 nachten, Cornelis Jan de Witten vijf nachten,
Aelbert Zoutman eenen nacht ende noch een
genoempt Bouwen vier nachten, soe nu soe dan
somtijden mit huer vieren, somwijlen mit
huer tween ende somtijden mit huer vijfven
buyten dese stede up Sparrendam aen t'Hout
ende elders onder ende up den dijck van Sparrendam
gewaect hebben, overmits die quade tijdingen
die dagelijcx quamen van den vianden, om indien
zij yet vernomen hadden terstont een vuyer-
teycken twee of drie te doen, dairmede dese
stede in tijts gewaerschouwt soude geweest
hebben, facit t'samen 17 nachten s'nachts tot
vier stuvers, facit 3 £ 8 stuvers, noch voor die
huyre van een schuyte van vijf nachten des
nachts een stuver facit 5 stuvers, noch van dat die
voorsz. Jan Gerytssen, Cornelis ende Bouwen zes
tonnen boscruyts gehaelt hebben up t'Spaern
ende gebrocht in een secrete plaetse up een
solder daer't bij den burgermeesteren belast is geweest
ende noch van dat zij riet, hout ende andere
gereescap om vuyrteyckenen te doene bij dage
op Sparrendam gebrocht hebben, dairover zij
mit hem drien onledich geweest hebben eenen
dach tot vier stuvers daegs, facit 12 stuvers, ende
noch van dat zij met hem zevenen bier-
dregers alle die haken op t'stedehuys hebben
helpenopfoen die groote bossen uuyten kelder
gehaelt ende voorts een deel van den selven haken /
ende boseen gebrocht hebben aen den poorten,
thoornen ende muyeren deser stede, dairaen zij
verdient hebben 10 stuvers, beloopen t'samen
alle die voorsz. partien alst blijct bij quitantie
van den voorn. Jan Gerytssen, Cornelis Jan de Witten,
Bouwen, Aeltbert Zoutman ende Frans Philisz,
mit ordonnantie van burgermeesteren upten rugge
geteuckent, die men hier overlevert ter voorsz.
somme toe van 4 £ 15 stuvers
Den voorn. Jan Gerytsz ende Cornelis Jan de
Witten betaelt die somme van zes ende twintich
ponden vijf scellingen van 40 groten vlaems t'pondt
ter cause van dat zij duer bevele van den
burgermeesteren der voorsz. stede overmits die
quade tijdingen die dagelijcxs quamen alle
nachts geweest ende toesicht gehadt hebben
buyten dese tot Sparrendam ende voort bij den
hert ende in die waele ende dat zij aldair gereet
gehouden hebben hout, riet, gloen ende ander
om vuyerteyckenen te maken soe verre zij
eenigen onraedt van vianden of anders vernomen
ende alsoe dese stede in tijts te waerschouwen
ende darivan te adverteren, ende dit van den
11en dach van April anno 1528 tot den
6en dach van Junio dairan volgende, facit den
tijt van 58 nachten voor elcxs van hem beyden
s'nachts vier stuvers, facit 23 £ 4 stuvers, noch
van de huyre van een schuyte bij hemluden den
tijt van 58 nachten voorsz. gebesicht des nachts
een stuver, facit 2 £ 17 stuvers, noch ter cause
van t'voorsz. hout, riet ende gloen t'samen 4 stuvers,
beloopen t'samen die voorsz. partien alst
Ralph van der Lans
zei op zondag 28 januari 2024 - 14:22