De namen aan het eind weet ik niet allemaal zeker
Coocker eenichsints concernerende t'sij waer die gelegen
ende bevonden soude mogen werden, egeene uytgesondert,
omme deselve goederen te benefitieren, vercoopen, de
penningen daervan, als oock van alle uytstaende schulden,
te vorderen, ontfangen ende van den ontfancq
quitantie te geven ende daeruyt sooverre het
can strecken hem te indemneren ende costeloos ende
schadeloos te houden van dese sijne borghtochte,
voorts hebben de crediteuren van haer zijde
op conditien als voiren ende van haer twintigh
ten hondert voldaen sijnde, den voorn. d'Coocker
gequiteert ende quiteren mits desen haer vordere
reste van haer respective achterenwesen,
behoudende nochtans dat deselve crediteuren die uyt
seacke van wisselbrieven achteren sijn gereser-
veert werden hun recht tegens anderen daeruyt
sij meenden uyt crachte van de voorsz. wisselbrieven gerechticht
te sijn, oock mits dese conditie dat die voorn.
Pieter de Coocker de Jonge soo hij hier naer
tot prosperiteyt quame ende middelen vercreegh,
sijn conscientie sal hebben te quijten ende daerinne
doen nae sijn vermogen, sonder dat sijne crediteuren
off yemant anders van haerentwegen hem
daeromme sullen moogen molesteren in rechte
noch daerbuyten. Voorts oft saecke waere
dat yemant van de crediteuren onwillich waere
desen accoorde te teeckenen ende daer-
deur meenden naemaels yets meerder te consequeren
als de goetwillige crediteuren desen accoorde
geteeckent hebbende sijn genietende, soo is
expresselick bedongen dat in sulcken cas
de borgh in plaetse van de geteeckende crediteuren
met yeders volle schult in alle de effecten
ende schulden des boedels sal in comen ende
jegens de onwillige concureren ende een pennings-
pont gelijckelijck deelen, transporterende de voorsz.
crediteuren den desen geteeckent hebbende in cas
voorn. aen den voorsz. borgh alle recht ende actie van haer
volle schult niettegenstaende de voorsz. borgh
sijne borghtochte verbindende pertijen ende borgh tot
naercominge van tgeene voorsz. staet, haere
respective persoonen ende goederen ende geene uytgesondert,
die submitterende allen rechteren ende rechten, ende /
specialijck die voorn. Frederick Jacobsz Schimmelpenningh
de judicature van den E. Gerechte der stadt
Amsterdam, tot dien eynde domicilium kiesende ten
huyse van de voorsz. Pieter de Coocker binnen deser stede,
alwaer de wete gedaen sijnde gehouden sal werden
alsoff deselve aen sijn persoon gedaen waere,
constituerende voort Hugo van Groenewegen.
procureur voorden voorsz. Gerechte, omme hem
in den inhouden van de voorsz. borghtochte goetwillich te
laeten condemneren. Alles ter goeder trouwen.
t'Oyrconde der waerheyt sijn hieraf gemaeckt
twee alleensluydende accoorden opdat
t'eene verlooren sijnde, t'andere van voller waaerden
gehouden sal werden. Actum in Amsterdamme
den 3 July 1648.
P. de Koker de Jonge
A. van der Hem van Nederstayn
Pieter Willemsz Hooft
Charles Laenz
Jakemine van Acker weduwe Buisskool behoudens mijn recht op mijn borge Pieter de Kooker de Oude
Claes van Swieten als procuraty ende speciael last hebbende van Madeleentge Jooris
Nicolaes Corsellis
Henrick van Zellers voor hem en voor sijn moeder
Mattheus Hoeufft
Geeraerdt Kuysten als procurator hebbende van Gio. Polenter in dato 19 Februario 1649 ende gepasseert voor notaris Pieter Ghijsbert ...
W. van Werve
Joan Hopper
Jan ... van Vollenhove
F. Penningh
A. van der Hem van Nederstayn als curatuer over den boedel van P. de Coker d'Oude
Herman van Diemen in qualite als vooren
Lucas van Kipshaven mede als curateur, representerende den boedel van Pieter de Coocker d'Oude als booven.
Jacob van Campen
Jan Bicker voor rekening van de erfgenamen van ons broeder Jacop Bicker
Dirck van der Cooghen voor ende wegens Geerling Enghels
Joan de Swaen wegen de reeders van schipper Joan Moller
Dirck Jansz .. voor zijn schoonmoeder Gertien Heynesz, ende haren moeder Griete Claesz
Jan Hoorman voor mr. Adriaen Dekin
Jan Koetenburgh wegen Livina Spiegel
Clara Croock weduwe van mr. Ellert van Diemen
Jan T.
zei op maandag 27 juli 2020 - 19:44