Verluydboek Brugge - Lodewijck

Goedemiddag allemaal, bij voorbaat mijn excuses voor de lap tekst. Ik heb geprobeerd zo zorgvuldig mogelijk alles te transcriberen, maar loop toch nog vast op enkele punten. Hieronder in geel gearceerd weergegeven. Wie kan mij helpen? Alvast dank! (Natuurlijk worden andere correcties ook op prijs gesteld als ik ergens de plank misgeslagen heb.) Van enkele woorden kan ik natuurlijk prima ontleden wat de betekenis is, maar ik zou het ook graag correct transcriberen.

Voor wie de afloop wil weten van deze diefstal: beide kregen 20 jaar in het correctiehuis opgelegd.

Dat al hoe wel gij beijde jonck
gesont ende kloeckt sijt van lichaem
mits griedens door ulieden respectijf ambacht
ende vleijt allessints sijt bequaem
om eerlijck den cost te winnen
Gij Lodewijck Moets inden naght
tusschen den 17 en 18 october lestleden
emmers tusschen den dishendagh ende
den woensdagh V soo verre vergeten
hebt van aen eenen medeplightig en
op te geven eene gepremediteerde dieft
de gonne gij als in het gebeurte woonende
welwistigemackelijck te connen
gheschieden in het huijschen
gebruijckt bij Francoise Wassenberge
weduwe van Niclaijs Verancke al-
waer sij bij daeghe haar
winckelken was houdende
Dat gij Joseph Gevaert selfens toe
gesteunt hebbende in sulcken on-
reghtvaardigen handel daer sijt aan
toe ghegaen tusschen twalf en
een uren vanden selven naght
Dat gij begonst hebt met 2 a 3 pannen
uijt het dack te doen alwaer gij
niet door ghekonnen en hebt om
reden dat het selve dack van
onder beleijt was met greijnsn deijllen
Dan hebt gij beijde Joseph Govaert
ende Lodewijck Moets met ulieden
eijgen handen d'onderste deure van
het selve huijschen opengepraemt
sonder eenige instrumenten te
ghebruijcken gelijck gijlieden seght
(al hoewel dat den Commissarissen
op de veu delicu gebleken is, dat
dusdanige forceringhen niet wel
sonder eenige instrumenten en conden
geschieden) ende gijlieden Lodewijck
Moets sijt daer ingegaen terwijlent
dat uwen medeplightigen de deure
opengehouden heeft ende daeruijt
sijt gekomen met een steene canneken
waer in gij salvo justo gevonden hebt
tot drije schellingen in clein ghelt, het
welcke gij Joseph Govaert t'sijnen uijt
kommer aenveert hebt ende geseijt,
hebt daer cleingelt is moet groot gelt
sijn
Waerop gij Lodewijck Moets andermael
in huijs sijt gegaen ende naer veele soeckens
geen ghelt vind ende dan alleenelijck een
kaut broodt met een flessche genever, de
gonne gijlieden aende deur hebt uijt
gedroncken
Ghij Joseph Govaert is daer niet mede
bevedig ende sijt alsdan op uwen tour
in het huijs gegaen bij dien dat Lodewijck
Moets de onderste deure open hielt
ende aldaer gevonden hebbende een
hangenden kasken gesloten met een
onderslot, hebt daer in gebroken
met eenige forceringhe alwaer gij in
het onderste boordt gevonden hebt
een beurscken met 22 croonstucken
van den slaghoven onse souveraine
ende twee schellinghen maeckende
tsamen thien ponden groot en wisselgt
de gonne gij hebt mede genomen, ende
met welcke gijlieden beijde gegaen sijt
langst de Langhe Straete al de Molen
Bruggke ende het Jeschuite Quartier
des anderen daeghs smorgens tusschen
7 en 8 uren gecommen sijt in dherberge
de matelotte op den hoije alwaer gijlieden
het gestolen gheldt elck voor d'helft
in de bollebaene hebt verdeelt,
Gij Lodewijck Moets eenige ongerustigheijdt
krijgende over uwe begaene onreghtveer-
digheijt sijt Joseph Govaert op sater-
dagh den 21 8bre ontrent den middagh
gaen vinden, als wanneer gij hem
voorengestelt hebt vlughtigh te bedijden.
soo gijlieden gedaen hebt in meeninge
dat het publicq officie ulieden
rechercheerde, gelijck alsoo naeder-
handt is gebeurt
welcke dievenijsse in excessen niet