Overslaan en naar de inhoud gaan

Forum

Verkoopacte huis in Utrecht 1703

Bijgaand een acte geschreven in een lastig handschrift uit 1703 m.b.t. een huis gekocht in Utrecht door Johannes van Monsjou, de man van Anna de Ruelle. Het is de laatste acte welke ik nog had liggen mb.t. de familie De Ruelle welke ik onderzocht.

Het is me niet gelukt om alle krabbels te lezen. Wie kan mijn transcriptie voltooien? Het betreft zowel de ontbrekende woorden als de woorden waar ik niet zeker van ben (in geel aangegeven).

Verder kan er hier en daar een foutje in mijn transcriptie zitten.

NB: ik ben in mijn trascriptie niet altijd even consequent getwwest m.b.t. de in de acte gebruikte afkrtingen, zo heb ik "guls" de ene keer genoteerd als "gul(den)s" en de andere gewoon als "guldens."

 

De acte is dusdanig lang dat ik 'm twee delen heb opgeknipt. Strask volgt deel 2.

 

Wat ik gevonden heb (beide delen samen):

Op huijden den 22en Junij 1703 comp(areer)den

voor mijn Wilhelm van Rheenen, not(ari)s ’s

hooffs van Utrecht etc.

Den eersamen Isaacq Kopijn, borger & mr. kopergieter

alhier binnen Utrecht voor sen selve ende

als man & vooght van Sophia van Swanenborch

sijn huijsvrouw daer sij ter desert tijt ceterende

geboorte [heeft] als vercofter ter eenre en

den eersamen Johannes van Monsjouw, mede

borger & mr. candelaermaker alhier binnen

Utrecht als koper ter andere sije, alle mij

not(ari)s seer wel bekent, ende verclarende

de eerste comparant mits deses soo in sijn

prive als inde voor(schreven) q(ualitei)t in een vasten

ende stadigh [..…] vercoft &

de tweede comparant geeft te kennen

het [here] huijsinge & erve met alle

hetgeen daerinnen aerd & nagelvast

is & principalijk daer [onder……] is

……bedstede, pottenbank op de plaats-

mitsgaders de h….. [op de solder] & [….jes]

die vast sijn & ’t geene daer van dien

is moet blijven gelijk voor dat wat ende

nagelvast is staende & gelegen deselve

huijsingh aen de noordzijde van Viesteech

alhier binnen Utrecht sulcx deselve althans

bewoont word bij des vercopers vader

Tobias Copijn, copergieter

der Aelbert Roeloftz van den Helm oostwaerts,

Romeijn Willemtstz westwaerts naest gelegen sijn

streckende voor van de strate tot agter.plaets

tot aen de hoff & erve van Willem Bree toe

ende dat voor  ende omme de somme van

twaalff hondert en dertich [Caroli] gul(den)s //

tot XX [20] st(u(ijver(s) Hollants ’t stuck vrij-

gelt, soo van op XLen [40e] penning [schrijven]

& dubbeleren desen coopcedulle [mette]

dubbelen & zegels van d… leges

van transport zegel & brief / ende

… [roijders] en d’overgifte eenigsuits

[desen deert], het welck alles [end uit]

[…tel] sal comen tot laste van den

coper, [en] betalen de selve cooppenningen

op navolgende conditien en paijen [deselve?]

vier hondert en dertich contant ende

gereet bij ‘t teeckenen & passeren deser coop-

cedulle & welcken ingevolge den accoord

op heden voor mij not(aris) & sekere getuijgen

alhier binnen Utrecht [gepasst] tusschen

de eerste comparant [van] …. …ter eenre

& de voorn(oemde) Tobias Copijn ter andere zijde mett.. [ander]

op [gerecht] en deselve Tobias Copijn die

voorz. 430.--.-- door de coper voorn(oem)t

en hem sal worden aengetelt [hen….] David

Houtman, mede not(aris) ’s Hoofs voorz.

ingevolg van de voorz. accoord en worden

verm…. van de voorz. cooppenningen.

deselve van vijftich gulden tot vermaning

te betalen ende van de resterende cooppeningen

te samen van seven hondert vijftich

gulden sal de coper intresse betalen nae

advenant vier percento int jaar

ingaende op huijden dato deses

ende te […eduren] dat de voorz. interesse

sulx moeten laten ingevolgde de voorz //

accoorde het leven gedurende van de voornoemde

Tobias Copijn (sonder dat de coper gehouden

sal sijn de voorz. resterende cooppeningen in de voorz.

huijsinge te vestigen) ende welcke interesse

vorn(oem)t geseijde resterende capitael van seven hondert

en vijftich guld(en)s, den voorn(oem)de sijn levens lange

gedurende bij deezes oock worden gecedeert &

geassigneert, omme deselve van de gemelte

coper Monsiouw t’ontfangen ende dewelcke

deselve coper bij deeses oock is overnemende

die jaerlijx interesse vant gesijde cap(itaa)l van

750.--.-- aen rente betalen en te voldoen; soo

sat de interesse van die somme van 750 g(u)l(den)s

het leven gedurende van des selve Tobias Copijn

ten sijne beloven & tot laste van de opgemelte

coper Monsjouw sullen comen te lopen, F) bij sijn

versterff soo sal die somme van 750 guldens op

navolgende termijnen moeten worden afgelost,

voldaen & betaelt, XV (15) [wets] ijder jaer met

twee hondert en vijftich guldens endat dat metten

interesse jegens & van advenant aen voorz.

daer op te agten sijnde & verschijnen sal

mits die aflossingen van de soogestelden

eerste termijn van den sijn inganck nemen

sal, bij de sterffda[ch] van de voorgemelte

Tobias Copijn & de welcke vervolgens eerst

sal comen te expireren den jaer naer des

selffe voorz. overlijden, ende soo vervolgende

over dan van jaer tot jaer, elcke termijn te

betaelen aende vercofter, mitsgaders Antoni Visser,

…. oris, ende aen AlettaCopijn, ijder voor //

 

F) [des]welcke interesse deselve Tobia Copijn tot sijn genoegen van vierendeel jaers

tot vierendeel jaers sal mogen ontfangen ende door de coper ….

en alsoo sal moeten worden voldaen & betaelt

 

een derde part tot dat de voorz. somme van

750 guldens mette interesse van dien gelijk als

voors. daer op te verlaten te wollen sal sijn

voldaen end betaelt, alles [breder] conform

de geseijde accoorde daer van roerende

& streckende ende waer toe oock gereserveert

word bij deses # De vercoper verclaert en

belooft de selve huijse binnen de tijdt van

drie weecken naer dato deses coops

te sullen doen opruijmen, en bij de cooper

…ert te worden, ende vervolgens ook

metten eerste deser termijne als hem sall

transporteren & overgeven d… des be[hooren] sal,

mitsgaders daer vaste renunties ende te

[vertijven],  v… ijdingen & … te beloven

op de laste van ’s heers ongelden daer jaerlijx

uutgaende & de welcke de vercoper ook

sal suijveren & betaelen tot victoris deses jaers

XVIIc & drie [1703] toecomende, mitsgaders noch

daer & boven alle vordere lasten sal suijveren

betalen ende voldoen (gelijk dat behoort) ‘t

sij van geleverde materiale, verdient arbeijts-

loon van hunnelieden metzelaers, sints

als andersints waarmede deselve huijse

eerugsints belast ofte beswaert mogte

wesen, gelijk ook deselve huijse wordt

vercoft, her… dat [egeene] capitaal

daerinne gevestigt staan; maar dat die

te andere tijde sijn affgelost, geroijeert ende

te registere gecasseert, alles mede met

overgevinge van alle brieven en bescheijden

daer toe eeuigsints sche[teren], tot //

naercominghe van ‘t geene voorz.

staet verbindende de vercoper ende

coper ijder in sijn reguard en qualite

voornoemt hare personen ende goederen

met submissie ’s hooffs ende geregte

deser stadt ende alle andere heren

hoven, regteren ende geregten het-

selven tijs compareerde mede voor mij,

notaris ende getuijgen nabenoemt

den voorgenoemde Tobias Copijn

ende verclaerde ende bekende mits deesen

(nae dat hen deese coopcedulle, van

woorde tot woorde voorgelesen word)

deselve in alle deelen ‘t approbreren

ende aen te nemen, bekenende

dienvolgende bij ’t teeckenen ende

passeren deser door hande van den

meergemelte Johannes van Monsjouw

de voorz. vier hondert en dartich gulden

in presentie van ons notaris ende

getuijgen ontfangen te hebben & alsulx

hen daer van oock [quliterende] bij deesen,

alle meede ondert verbant, ende

submissie aen voorz., versoeckende

en consenterende de respective

comparante hiervan gemaeckt

ende gelevert te worden cooper[cedulle]

ende acte in forma, de welcke is dese.

Aldus gedaen en gepasseert binnen Utrecht,

ten huijse van de voornoemde Tobias Copijn

ter presentie van Johan van Franicker, clercq //

mijns notaris & Pieter Leslee, schoolm(eeste)r alhier,

getuijgen van gelove, hier toe specialijk versoght,

dies deses neffens de resp(ective) comparanten ende

mij not(ari)s mede onderteeckent hebben

ten tijde en plaatste als boven.

 

# item is nog geconditioneert off het

[sael …] waer dat de ondergemelte

Tobias Copijn binnen de tijd van ses jaren

nae dato deses coops deser werelt

mogte comen te overleijden, in sulcke

gevalle soo sal de vercoper [aen]….

de [comparant] niet komen dringen tot beta-

linge ofte opbrenging van de voorz.

eerste termijn de voorz. 250.--.-- want

sal te minste eerst de voorz. volle ses

jaren gelijk voorz. moeten uutleven, en

de soogeseijde eerste termijn opgeeijst sal

komen worden, en so hij Copijn langer

dan de voorz. ses jaren leeft, de soo sulcks de

selve interesse te sijne behoefte lopen, in

voege als voorz. is gestipuleert.

{Isaac Kopijn}                    {Jan van Monsou}

{Tobias Kopijn}                 {Johan van Franiker}

                                               {Pieter Lesleé}

                                               {W. v. Rheenen, nots 1703}

 

PS: de in de acte genoemde Tobias Copijn stierf op 4 maar 1717, slechts enkele dagen voor Johannes van Monsiou.

 

 

 

Reacties (3)

Louis v. V. zei op wo, 12/02/2020 - 09:24

In bijlage deel 2

Geert Ouweneel zei op wo, 12/02/2020 - 12:07

Verbeterd en aangevuld:

 

Op huyden den 22en Junij 1703 compareerden
voor mijn Wilhelm van Rheenen, notaris ’s
hooffs van Utrecht etc.

Den eersamen Isaacq Kopijn, borger ende mr. kopergieter
alhier binnen Utrecht voor sen selve ende
als man ende vooght van Sophia van Swanenborch,
sijn huysvrouw daer hij ter desert tijt levende
geboorte bij heeft als vercoper ter eenre ende
den eersamen Johannes van Monsjouw, mede
borger ende mr. candelaermaker alhier binnen
Utrecht als koper ter andere sijde, alle mij
notario seer wel bekent, ende verclaerde
den eersten comparant mits deesen soo in sijn
prive als inde voorsz. qualiteyt in een vasten
ende stadien erffcoop vercoft ende
den tweeden comparant gecoft te hebben
het here huysinge ende hofstede met alle
hetgeene daerinne aerd ende nagelvast
is ende principalijk daer begrepen is
vier bedsteden, pottenbank op de plaats,
mitsgaders de hangh op de solder ende lasjes
boven die vast sijn ende ’t geene daer vorder
is moet blijven gelijk voorsz. dat aert ende
nagelvast is staende ende gelegen deselve
huysinge aen de noordzijde van Viesteech
alhier binnen Utrecht sulcx deselve althans
bewoont word bij des vercopers vader
Tobias Copijn, copergieter
der Aelbert Roeloftz van den Helm oostwaerts ende
Romeijn Willemsz westwaerts naest gelegen sijn,
streckende voor van de strate tot agter mette plaetse
tot aen de hoff ende erve van Willem Bree toe
ende dat voor  ene omme de somme van
twaalff hondert en dartich carolus guldens //
tot XX [20] stuyvers Hollants ’t stuck vrij
gelt, soo van op XLen penning schrijven
ende dubbeleren desen coopcedulle mette
dubbelen ende zegels van dien leges
van transport zegel ende brief, ende
wat vorders aen d’overgifte eenigsints
dependeert, het welck alles ende int
geheel sal comen tot laste van den
coper, te betalen de selve cooppenningen
op navolgende conditien en payen [deselve?]
vier hondert en dartich contant ende
gereet bij ‘t teeckenen ende passeren deser coop-
cedulle ende dewelcken ingevolge den accoorde
op heden voor mij notario ende sekere getuygen
alhier binnen Utrecht gepasseerrt tusschen
de eerste comparant cum sociis ter eenre
ende de voornoemden Tobias Copijn ter andere zijde metten anderen
opgerecht en denselven Tobias Copijn die
voorz. 430.0.0 door den coper voornoemt
en hem sal worden aengetelt, item aen David
Houtman, mede notaris ’s Hoofs voorz. qualitate qua
ingevolge van de voorz. accoord in worden
vernieud van de voorz. cooppenningen
de somme van vijftich gulden tot vermaninge
te betalen ende van de resterende cooppeningen
ter somme van seven hondert vijftich
guldens sal den coper intresse betalen naer
advenant vier percento int jaar
ingaende op huyden dato deses
ende te geduren dat de voorz. interessen
sullen moeten lopen ingevolgde de voorz //
accoorde het leven gedurende van de voornoemden
Tobias Copijn (sonder dat den coper gehouden
sal sijn de voorz. resterende cooppeningen in de voorz.
huysinge te vestigen) ende welcke interesse
vant geseyde resterende capitael van seven hondert
en vijftich guldens, den voornoem Tobias Copijn de sijn leven lange
gedurende bij deezen oock worden gecedeert ende
geassigneert, omme deselve van de gemelten
coper Monsjouw t’ontfangen ende dewelcke
deselve coper bij deesen oock is overnemende
die jaerlijxe interesse vant gesijde capitaal van
750.0.0 aen hem te betalen ende te voldoen; soo
dat de interesse van die somme van 750 guldens
het leven gedurende van den selven Tobias Copijn
ten sijnen behoeven ende tot laste van de opgemelten
coper Monsjouw sullen comen te lopen, ende welcke interesse
denselven Tobias Copijn tot sijn genoegen van vierendeel jaers
tot vierendeel jaers sal mogen ontfangen ende door de coper aen
hem alsoo sal moeten worden voldaen ende betaelt bij sijn
versterff soo sal die somme van 750 guldens op
navolgende termijnen moeten worden afgelost,
voldaen ende betaelt, te weten yder jaer met
twee hondert en vijftich guldens ende dat dat metten
interesse jegens ende naer advenant als vooren
daerop te agteren sijnde ende verschijnen sal
mitsdien d'oflossinge van de soo gestelden
eerste termijn vandien sijn inganck nemen
sal, bij de sterffdagh van den voorgemelten
Tobias Copijn ende de welcke vervolgens eerst
sal comen te expireren den jaer naer des-
selffs voorz. overlijden, ende soo vervolgende
als van jaer tot jaer, elcke termijn te
betalen aen den vercoper, mitsgaders Antoni Visser,
nomine uxoris, ende aen Alette Copijn, yder voor //
een derde part tot dat de voorz. somme van
750 guldens mette interesse vandien gelijk als
vooren daer op te verlopen ten vollen sal sijn
voldaen end betaelt, alles breder conform
den geseyden accoorde daer van roerende
ende sprekende ende waer toe oock gerefereert
word bij deesen, item is nog geconditioneert off het
saecke waer dat den meergemelten
Tobias Copijn binnen de tijd van ses jaren
nae dato deses coops deser werelt
mogte comen te overleyden, in sulcken
gevalle soo sal de vercoper cum sociis
de coper niet konnen dringen tot beta-
linge ofte opbrenginge van den voorz.
eerste termijn de voorz. 250.0.0 maer
sal ten minsten eerst de voorz. volle ses
jaren gelijk voorz. moeten uutleven, en
de soogeseyde eersten termijn opgeeyst sal
konnen worden, en soo hij Copijn langer
dan de voorz. ses jaren leefde soo sullen de-
selve interesse te sijnen behoeven lopen, in
voegen als voorz. is gestipuleert.
Den vercoper verclaert ende
belooft de selve huijse binnen de tijdt van
drie weecken naer dato deses coops
te sullen doen opruymen, om bij den cooper
aenvaert te worden, ende vervolgens ook
metten eerste deselve huysinge aen hem sall
transporteren ende overgeven daer des behooren sal,
mitsgaders daer vaste renunties ende te
vertegen, vrijdinge ende waeringe te beloven
op de lasten van ’s heeren ongelden daer jaerlijx
uutgaende ende de welcke de vercoper ook
sal suyveren ende betalen tot Victoris [28 juli] deses jaers
1703 toecomende, mitsgaders noch
daerenboven alle vordere lasten sal suyveren
betalen ende voldoen (gelijk dat behoort) ‘t
zij van geleverde materiale, verdient arbeyts-
loon van timmerlieden metzelaers, smits
als andersints waarmede deselve huijse
eenigsints belast ofte beswaert mogte
weesen, gelijk ook deselve huijse wordt
vercoft, te weeten dat egeene capitalen
daerinne gevestight staan, maer dat die
te anderen tijde sijn affgelost, geroyeert ende
ten registere gecasseert, alles mede met
overgevinge van alle brieven en bescheyden
daer toe eeuigsints specterende, tot //
naercominghe van ‘t geene voorz.
staet verbinden den vercoper ende
coper ijder in sijn reguard en qualite
voornoemt hare personen ende goederen
met submissie ’s hooffs ende geregte
deser stadt ende allen anderen heeren,
hoven, regteren ende geregten ter
selven tijd compareerde mede voor mij,
notaris ende getuygen nabenoemt
den voorgenoemden Tobias Copijn
ende verclaerde ende bekende mits deesen
(naerdat hem deese coopcedulle, van
woorde tot woorde voorgelesen was)
deselve in alle deelen ‘t approberen
ende aen te nemen, bekennende
dienvolgende bij ’t teeckenen ende
passeren deses door handen van den
meergemelten Johannes van Monsjouw
de voorz. vier hondert en dartich guldens
in presentie van ons notaris ende
getuygen ontfangen te hebben ende alsulx
hem daer van oock quiterende bij deesen,
alles meede ondert verbant, ende
submissie als vooren, versoeckende
en consenterende de respective
comparanten hiervan gemaeckt
ende gelevert te worden coopercedulle
ende acte in forma, de welcke is dese.
Aldus gedaen en gepasseert binnen Utrecht,
ten huyse van den voornoemden Tobias Copijn
ter presentie van Johan van Franicker, clercq //
mijns notaris ende Pieter Leslee, schoolmeester alhier,
getuygen van gelove, hier toe specialijk versoght,
die desen neffens de respective comparanten ende
mij notario mede onderteeckent hebben
ten tijde en plaatste als boven.
Isaac Kopijn                    Jan van Monsou
Tobias Kopijn                 Johan van Franiker
                                       Pieter Lesleé
W. v. Rheenen, nots 1703

PS: de in de akte genoemde Tobias Copijn stierf op 4 maar 1717, slechts enkele dagen voor Johannes van Monsiou.

 

Louis v. V. zei op wo, 12/02/2020 - 15:48

Hartelijk dank, Geert, voor de aanvullingen en verbeteringen van deze transcriptie !

Ik zag dat ik o.a. gestruikeld ben over een paar Latijnse termen, die de ene keer voluit geschreven stonden in de andere keer als afkorting.

 

NB: in de tekst komt als datum aanduiding "victoris" voor. Welke datum is dit? Het is waarschijnlijk een verwijzing naar een heiligendag, en dan waarschijnlijjk in de vorm van een bijnaam. Is het misschien een verwijzing naar Michael?

Reageer op dit bericht

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.
Slechts één bestand.
10 MB limiet.
Toegestane types: png gif jpg jpeg.