Verkoop maar nog te moeilijk voor mij Breda 1511

Niet helemaal zeker van een paar woordjes:

1. Gielis Dyrck Dyels sone ende Godert Jan Peter Ghiels sone scepenen inder eeningen
2. quam Janne Peterssone wonende tot Notzelt kende ende lijde dat hij tanderen tijden vercoft
3. heeft om een somme van penningen die hij af hij hem te volle betailt kende Hendrick
4. Snoys een sester rogs tjaers erfpacht goet ende custbair dat hij heffende was op Lichtmisse
5. op eenen beemdt geheyten dBlatbosch dien de voirs. Henrick
6. Snoys nu ter tijt besit ende hij vercregen heeft van Peteren Peterzoon van Dypendale
7. ende is gelegen tusschen Meerzel ende Hazeldonck. Ende de voirs. Jan Peterss heeft
8. quitgeschouden ^ende schelt quit nae(?) desen brieve(?)^ den voirs. Henrick Snoys ende sinen nacomelingen ende oic den bemdt
9. voirs van den voirs sester rogs erfpacht ^tot eewigen dagen^ ende heeft daer af vertegen tot behoef
10. desselver Henrickx sonder meer rechts daer te behouden bekennende alsoe van
11. desen sester rogs erfpacht eenen scepenbrief geweest is dien verloren is. In gevalle
12. die weder gevonden werde dat die brief doot ende te nyet sal sijn. Actum
13. ut supra

Regel 3 is niet helemaal correct overgenomen. Moet zijn:

3. heeft om een somme van penningen die hij af hij hem te volle betailt kende Hendrick.

Desondanks blijft het een rare zin