Verkoop huis 1645

Een nieuwe acte uit de tak van Baas, waarin de vader Reijer Jacobsz Baas voorkomt als voogd van zijn zoontje Rutger uit zijn eerste huwelijk, welke een huis verkoopt geschonken door zijn peetmoeder in 1645.

De kwaliteit van de scan is niet zo goed, en er zit wat "geklieder" in de tekst, met wat bijvoegingen, wat e.e.a. wat lastiger maakt, hoewel het handschrift zelf wel meevalt.

Wie kan de tekst voor mij vervolledigen; de ontbrekende elementen zijn in geel aangegven.

 

Ik heb gevonden:

Op conditien nabes(chreven) heeft

Jacob Gerrits Backer in West-

broeck als vader & voogd van

Rutger, sijn onmundige soontgen bij

hem van Meerchen Claes za(liger) sijnen

overleden huijsfrou behouden

welcke voorsz. Rutger bij donatie inter

vivos bij Anna Dirckx … des voorsz.

kint petemoeder gepass(eer)t gerechtichlijck

… totte nabes(chreven) huijsinge v(er)cocht aen

& ten behouue van Gerrit Her-

mansz Schiff, won(ende) in Achtien-

hoven, deselffs huijsgens ende erffgens,

sekere huijs & ‘t vorder getimmer

mette bepotingen & beplantingen

staen(de) in Achtienhoven op de gront

’t covenant van (de) Dael toebehoren(de),

partijen bekent [daerenboven overgeseth de huijre, erven en hoffsteden achter aen d’v(oor)sz. huigsinge, gelegen & competerende, streckende de v(oor)sz. huijsinge & hoffstede voor den Kerckdijk aff tot achter aen slootje van Willem Hansz toe] daer suijtoostwaerts

Thonis Cor(neli)s als bruijcker & mest-

maets & Willem Hansz naestgehuijst

gelegen sijn, met alle ’t gene &

inne & op aert & nagelvast is &

alle de gerechtigden & serviteijten

& toe specterende, ende dit voor de

somme van vier hondert ’t se-

ventich g(u)l(den), boven vier rijxdael-

ders in specie voor de voorsz. Anna //

Dircx, tot [een v(er)eeringe] vrijs

gelt, soo van(de) XLen p(enning), schrijven

van coopcedulle, transportbrieven

als andersints, te betalen de v(oor)sz.

totale cooppeningen in vier termijnen

alse primo maij eerstcomen(de) 1646 hon-

dert vijftich g(u)l(den) met de v(oor)sz.

rijxdaelders, primo maij 1647 hondert g(u)l(den)

primo meij 1648 hondert twintich g(u)l(den)

& de resteren(de) hondert g(u)l(den) primo maij

1649 ofte een maent ofte ses

 na ieder termijn onbeg…

doch telckens metten intere[sse?]

vandien ’t sedert primo maij eerstcomende

1646 na adven(an)t vijf p(er) cento

te v(er)lopen bij betal(ing) van welcke

leste coopenn(ingen) d’v(oor)sz. huij(singe) &

vorder getimmer [’t welck den coper primo maij eerstcomende 1646 aenvaerden sal] ten behouue van

[coper] behoorl(ijck) sall worden getransporteerd

met belofte van vrijdinge ende

waeringe als erffcoop recht is [blijven(de) ……. tot laste van (de) coper & ’t huijsgelt van voorsz. huijsgen & de ongelden van(de) v(oor)sz. hoffstede over eerstcomende jaer 1646 te v(er)lopen]

Daer toe v(er)binden parthijen contra-

henten hun resp(ectiv)e personen ende

goederen jegenwoordige & toecomen(de)

d’selven submitterende den Ed(ele) hove van

Utrecht & allen anderen heeren, hoven

& gerechten, t’oirconde bij de

selve onderteijckent den XIIen Decemb(er)

XVIc vijff en veertich.

{Jacob Gerrits}

{Gerrit Hermanses Schijff}

mij p(rese)nt

{F. Zwaerdecroon, 1645}