Op twee woorden na is dit het volgens mij:
Heeden, den 28e April anno 1651
compareerden voor mij, notaris publicq ende
voor den nabeschreven getuijgen Francoijs Bouterij
woonachtig binnen dese stede vanwege Denijs
de Ruel, sijn vader, woonachtig tot Utrecht, als verhuyerder ter eene
ende Jan Delleplanck, wolkammer, woonachtig
binnen de stadt Leijden voorsz. ter andere sijde gehuyert te hebben
een huijs ende erff staende ende gelegen binnen der voorsz.
stede aende oostsijde van de Cruijsstraet,
voor den tijt van een heel jaar in te gaen op Meye-
dage toecomende deses jaers 1651,
ende expirerende Meydage 1652,
voor de somme van hondert ende twee en tnegentich
carolus gulden tot 40 grooten ’t stuck, te betalen alle
vierendeel jaers met een gerecht vierde paert
vandien dat telckens precys ende alles in vrijen ende
suijveren gelde sonder eenigerhande cortinge met
conditie dat den huyerder ’t voorsz. huijs ende erff eerlick
ende reyckelick sal bewoonen mitsgaders voor sijn
vertreck alles doen maecken ende repareren wes bij hem of sijne familie
in off aen de voorsz, huysinge sal werden ontramponeert
off gebroocken ende ter ..der ende tot naercominge
van alles wes voorsz. staet, mitsgaders voor t'voldoen van
allen costen, schaden ende intenditen bij wanvoldoeninge te
hebben, doen off lijden, soo wes den huyerder voornt.
verbindenden gelijck hij verbint bij desen, eerst specialijck
alles wes van hem in eeniger manieren in off aen de voorsz.
huysinge, mitsgaders oten gront vandien mach werden
bevonden ende voorts generaelijck sijn persoon ende alle
sijne andere goederen, soo roerenden als onroerende, tegen-
woordige ende toecomende, actien ende cauditen, geene vandien
Louis v. V.
zei op woensdag 18 november 2020 - 09:56