Beste René, volgens mij klopt deze transcriptie. De laatste twee regels van deze inschrijving zijn erg gehaast geschreven, ik lees Nicolao.
Kan iemand deze inschrijving (2e inschrijving op de rechter pagina) valideren?
undecimo maij 1687
inierunt matrimonium Leonar
dus Wilberts van Asten et Joanna
Jois Heijntiens coram me
et testibus Gevart Jois
Thomassen et Elisabetha
Marten Vermollen (vgl. vorige en volgende inschrijving) ad hac
Joe Jois et Nicolae
Jois
elfde mei 1687
zijn getrouwd Leonar
dus Wilberts van Asten en Joanna
Joannis Heijntiens voor mij
en getuigen Gevart Joannis
Thomassen en Elisabetha
Marten Vermollen voor
Joannes Joannis en Nicolae
Joannis
Beste René, volgens mij klopt deze transcriptie. De laatste twee regels van deze inschrijving zijn erg gehaast geschreven, ik lees Nicolao.
Dag Otto en René,
Ik vroeg me af of 'ad hac' hier niet 'adhuc' is gezien het diakritisch teken boven de voorlaatste letter. In dat geval zou adhuc vermoedelijk gelezen kunnen worden als 'en bovendien', en zouden er dus 4 in plaats van de gebruikelijke 2 getuigen aanwezig zijn. Hoor graag jullie opinie!
Goeie vraag René. Ik zat daar ook mee...
Ik twijfel ook tussen ad hac wat ik hier, met mijn gebrekkige kennis van Latijn, lees als "voor" of "voor deze" en adhuc wat ik lees als "nog" of zoals jij aangeeft "bovendien".
Ik heb drie redenen om voor de optie ad hac ("voor") te kiezen.
Je geeft terecht aan dat 2 getuigen gebruikelijk is. Ik ben 4 getuigen niet eerder tegen gekomen.
Omdat Elisabeth Marten Vermollen zowel in deze inschrijving (11-05-1687) als in de vorige (12-09-1686) en de volgende (08-06-1687) voor komt interpreteer ik haar als plaatsvervangende getuige zodat zij optreedt "voor".
Het patroniem Joannis komt zowel bij de bruid als bij de laatste twee getuigen voor.
Het diakritisch teken zie overigens ook boven de "o" in Elisabeth Marten Vermollen in de vorige inschrijving. Ik zou het daar ook niet verwachten.
Ik sta open voor andere interpretaties/suggesties!
ik lees duidelijk een u, dus adhuc. Vergelijk die letter maar eens met andere a's en u's van deze inschrijving.
Hoe vaker ik er naar kijk, hoe meer ik zie ;)
Ik houd t voorlopig toch op de versie adhuc en vier getuigen. Bij optreden als getuige namens een afwezige ander is het gebruikelijker om 'loco' = in plaats van of 'nomine' = uit naam van te gebruiken. In beide gevallen zou dan echter ook de naamval anders zijn, nl. de genitivus, in dit geval zouden dit dan Jo[ann]is Jo[ann]is en Nicolae J[oann]is. De naamval waarin ze nu staan, klopt met het woord coram = voor en lijkt dus te duiden op 4 getuigen.
Ik twijfel er zelfs aan of er niet wellicht 5 getuigen waren. Nu ik de naam van de eerste getuige nog een keer bekijkt, lijkt de voornaam mij Geuirt te zijn. De achternaam Thomassen heeft echter aan het eind een opvallende krul, die zou kunnen duiden op de uigang -ae, dus Thomae. Het teken dat daarachter staat, lijkt deels weggevallen, maar zou evengoed de afkorting kunnen zijn van een patroniem (Cornelisz?); dan zou Thomas Cornelisz dus de 5e getuige zijn. Niet gebruikelijk, maar kwam zeker voor. Het feit dat Elisabeth herhaaldelijk als getuige fungeerde, is niet verwonderlijk in een kleinere plaats; soms waren dit kosteressen of andere (vaak alleenstaande) vrouwen, die de taak van getuige op zich namen, uit te sluiten valt overigens niet dat zij wellicht verwant was aan bruid of bruidegom in alle drie gevallen.
Het diakritische teken staat inderdaad ook boven de achternaam Vermollen in de voorafgaande inschrijving; hoewel de aanduiding meestal gebruikt werd om de u aan te duiden (en we die nog steeds gebruiken om de i aan te duiden), kwam dit ook bij de o wel voor. Een andere uitleg is dat de naam feitelijk uitgesproken werd als Vermeulen en in dit geval bedoeld werd de umlaut aan te duiden: Vermöllen.
Rene Berkers
zei op dinsdag 8 juni 2021 - 16:30