uit het dagboek van de timmerman Peter De Winter stadsarchief Antwerpen. Dit is het handschrift van mijn rechtstreekse voorvader Peter de Winter. Ik wil graag weten of mijn ontcijfering juist is, er zijn een paar onzekerheden.
De tekst :
Wij ondergheschreve timmerlieden van rumpst verclaeren ghetacseert te hebben een quantiteijt boomen ghestaen onder de vrijheijt van rumpst van ses hondert en sestien boomen daer over heeft peeter de winter ghetacseert de somme van 2338 gulden
cornelis de winter heeft dit ghetacseert tot de som van 2287 gulden en de boom voor boom ieder naer sijn weerde afghenoomen oft ghetacseert ende dat van malcanderen te weten niet oft segghen
te weten regt oft links elck naer sijne verstande oft wetenschap ghetacseert soo voor den eenen en den anderen naer consientie ten versoecke van mijn heere heer den borghemeester tot mechelen (moeilijk leesbaar) ghedaen in jaar een duisent seven hondert neghen thien in appriel 1719
comt daer voor twee gulden en acht schellingen (of stuivers?)
die somme van 2-8
Werner De Winter
zei op zondag 10 maart 2019 - 17:42