Volgens mij gaat het over drie (iij) vierdelen rogge "die zij houdende
ende heffende waeren op Claus Hillen goede tEekeren gelegen gelijc
als scepen brieve ........" en op regel 5 staat: "van allen die hij(?). Ende mits dese so quam mede vor ons".
Heinric Volkaert x Lijsbeth sValken gaven Willem Snoeyen op Claus Hillen goede tEkeren
sr 25 f 059 v001 Antwerpen
1. Heinric Volkaert ende Lijsbeth sValken euis uxoris gaven weeghs
2. aende Willem Snoeyen die 2 viertel rox erflic die zij hadden
3. ende heffen waren op Claus Hillen goede tEkeren gelegen gelijc
4. als … voor . debet …..daer op ...
5. aen allen die hij ene(hoofdletter E ?) mede ….
6, de vorscreven willem snoeyen van gekend sculdich synde den vors
7. henrike ende lysbeth sine wive alde beemd ... tussen twee
8. viertelen rox dandus natal hy in binnen tantwerpen cum mensa
8. te stede hij ob … ende vors 2 viertelen rox erflic over
9. hij vors ipsos et sua
Staat er twee maal de letter q in de 4 de regel ? Ook in regel 5 ?
Groeten
Guido
Volgens mij gaat het over drie (iij) vierdelen rogge "die zij houdende
ende heffende waeren op Claus Hillen goede tEekeren gelegen gelijc
als scepen brieve ........" en op regel 5 staat: "van allen die hij(?). Ende mits dese so quam mede vor ons".
Ik lees het zo:
Heinric Volkaert ende Lijsbeth sValken eius uxoris gaven vloeghs
over Willeme Snoeyen die III viertelen rox erflic die zij hadden
ende heffende waeren op Claus Hillen goede, t'Eekeren gelegen, gelijc
als scepen brief quas tradidit clarius continent. Daer op te waerne
van allen die hij ende mids desen. So quam mede voer ons
de voerscreven Willem Snoeye ende bekende sculdich sijnde den vorscreven
Heinricke ende Lijsbetten sinen wive ad vitam superstites 'tsjaers twee
viertelen rox. Dandum Natalis ende te leveren t'Antwerpen cum mensura
ter stede unde obligavit se et s de voerscreven III viertelen rox erflic
ende vordine se et sua
Met vriendelijke groeten,
Michel
Bedankt beiden, toch is de tekst me niet helemaal duidelijk.
Heinric en Lijsbeth gaven vloeghs (snel?) 3 viertelen rogs erflic aan Willeme zoals de scepen brief verduidelijkt en als waarborg ?
Daarnaast is Willem schuldig aan Heinric en Lijsbeth erflic 2 viertelen rogs sjaers met kerst..maar hoe past de laatste zin daarbij ?
''se et s voerscreven 3 viertelen rox erflic ende vordine se et sua ''
De latijnse woorden maken het niet gemakkelijker..
Groeten Guido
Prima transcriptie van mijn naamgenoot Michel G.
Ik lees uxor ipv uxoris, droech op ipv daer op, superstitis ipv superstites, vorder ipv vordine. Verder stel ik voor een nieuwe zin te beginnen bij: "Ende mids desen so quam ...".
Vloegs (vloges) betekent inderdaad snel, maar wordt ook gebruikt als aanduiding van tijd: "zonet", "zeer onlangs" (te vergelijken met het Latijnse modo).
Heinric en Lijsbet hebben dus net een erfrente van 3 viertelen rogge overgedragen aan Willem, en overhandigden ook de schepenbrief daarvan; "droech op" en "Te waerne van alle die hij" zijn m.i. formuliergedeelten die in de uiteindelijke akte nog dienden aangevuld te worden. Aansluitend bekent Willem nu dat hij het echtpaar elk jaar met Kerstmis twee viertel rogge Antwerpse maat zal betalen te Antwerpen ad vitam superstitis: totdat zij beiden gestorven zijn. Als pand daarvoor stelt hij de voornoemde drie viertel rogge en verder "se et sua": zijn persoon en zijn goederen.
Vriendelijke groet
Oei ik ben in een 'masterclass' terecht gekomen.
De meeste problemen ondervind ik met de afkortingen en met de latijns doorspekte zinnen.
Ik vroeg me af of er een lijst , website bestaat waar de meest voorkomende afkortingen (abref.) staan en ook de gebruikelijke voor die tijd latijnse uitdrukkingen in actes . Of is dit specifiek voor Antwerpen ?
Vele groeten
Guido
In oude teksten in het Nederlands vind je wel eens de uitdrukking "als in scepen brief daerop claerlijc begrepen staet". Ik neem aan, dat de hier gebruikte Latijnse formulering dezelfde betekenis heeft.
Mvg, Max
Van mijn kant ook bedankt voor je interessante terugkoppeling, Michel. Niet zo zeer voor de verbetering van de latijnse woordjes - ik heb totaal geen kennis van de latijnse taal en ook al zou je me het 100 keer uitleggen, dan nog zou ik niet begrijpen waarom het in dit geval bv. superstitis ipv superstites moet zijn - en voor het woordje "droech", want dat zou ik geweten kunnen hebben. Het interessante was dat je ons een kijkje gaf in de werkwijze destijds van de schepenen bij het registreren van transacties. Wat ik daaruit begrijp is dat de registraties in de schepenregisters eerder beschouwd kunnen worden als een voorlopige versie en dat uiteindelijk in de werkelijke akte (de schepenbrief?) wel alle details vermeld werden. Is het daarom ook de reden waarom er zo vaak het woordje "etc" gebruikt werd?
Anderzijds, als "Droech op" en "Te waerne van allen die hij" standaardformuleringen waren die in de uiteindelijke akte verder aangevuld dienden te worden, zou je dan na die standaardforrmuleringen ook niet het woordje "etc" mogen verwachten? Of is dat enkel een wens van 21e eeuwse transcribeerders die vat willen krijgen op de -voor hen curieuse - zinsbouw die destijds gebezigd werd?
Het woordje "vordine" kwam ik eerder in hetzelfde register tegen in een gelijkaardige zin, meer bepaald op f° 49 R - 001 op het einde van de voorlaatste zin. Daar staat "unde obligavit de voirscreven stede met alle haere toebehoerten ende voirdine se et sua" . Met "voirdine" uiteraard in de betekenis van voordien, het tegenovergestelde van nadien. De betekenis van de bovenstaande zin, zoals ik hem tenminste interpreteer, zou dan zijn dat de stede als pand gesteld zou worden. Maar voordien (dus bij leven en welzijn van de rentenemer) zou eerst zijn persoon en zijn goederen ingezet worden als pand.
Als we deze interpretatie doortrekken naar de rente die Willem Snoeyen moest betalen, dan zou (na zijn overlijden) de 3 viertelen rogge erfelijk als pand gesteld worden, maar voordien (bij leven en welzijn) stelde hij zijn persoon en zijn goederen (se et sua) als pand.
Met vriendelijke groeten,
Michel
Guido Snoeys
zei op woensdag 18 augustus 2021 - 07:27