Transscriptieverzoek

2/4

3/4

4/4

Volgens mij sluiten de pagina's niet aaneen.

Opdracht
Wij Gerrit Adriaensz Ousthoren, schout in den
ambacht van Zoetermeer, Jan Gabryelsz
ende Jan Pietersz Panneken, schepenen aldaer, oorcon-
den dat voor ons personelijck gecompareert ende
gecomen es Cornelis Gijsbrechtsz, woonachtich
tot Wilsveen, dewelcke bekende
voor hem ende zijnen erven verkocht ende opgedragen
te hebben Gijsbrecht Dirck Jannen, zijn vader ende
actie dezer vercrijgende, ontrent anderhalff mer-
gen slachlants, leggende tot Zoetermeer
buytenwech, streckende van den weduwe van Jan vant Scheyt

deel 2
nog een zwaertblaerde koe van ontrent vijff kalveren
daer den comparant bekent noch hondert ende tsestich
ton turffs van schuldich te zijn, welcke goederen
de voorsz. copers als vrij eygen t'allen tijden vermogen
an te tasten thuys selven ende na hen nemen zoe wan-
neer haer dat gelieven zal, ende zoe zij hem
comparant die te leen laten om te gebruycken als
sij henluyden darvoor bedancken ende heeft
de comparant de voornoemde personen verkogt ende opge-
dragen de voorsz. goeden voor de somme van dry-
hondert gulden, dat alles in mindering ende
betalinge der volgende schulden, namentlijck
Commertgen in mindering van hondert acht-
endertich gulden verschoten penningen ende verlopen renten,
Inge Adriaens Chijs in minderinge van hondert
gulden verschoten penningen eygeborchde waren, Cornelis
Adriaensz timmerman in minderinge van dryen-
tachtich gulden vijff stuyvers van timmeringe
van een nyeuwe schuyer ende andere reparatien ende
verschoten penningen, Claes Jorisz ende Pleun Michgielsz
voorsz. in minderinge van tweenveertich gulden
ter zake van verschoten penningen ende coop van vleys,
om zulcx elx der voorsz. personen de verkochte
goederen bij den comparant verkocht te genieten,
verdeylen na rate ende gedeelte van elx
zijnen schulden hiervoren geroert, verclaerende
hij comparant met de voorsz. handelinge
wel gecontenteert te zijn ende t'zijnen wille
gedaen te wezen, bedanckende zijn voorsz. /
[akte is niet compleet]

deel 3
Cavelinge ende deylinge der schultbrie-
ven in ende uytschulden tusschen Fop Cornelisz
wedenaer van Maertgen Dircxchdochter, ter eenre, ende
de kinderen van voorsz. Maertgen ter andere

Wij Gerrit Adriaensz Ousthoren, schout in den
ambachte van Zoetermeer, Jan Cornelisz Comenment
ende Cornelis Meesz Out, schepenen aldaer, oirconden dat
voor ons personelijck gecompareert zijn Fop Cornelisz,
wedenaer van Maertgen Dircxdochter zaliger, ter eenre,
Lenert Lenertsz Stijff, getrout hebbende Beateris
Dicxdochter ende Adriaen Corsz, getrouw hebbende Neeltgen
Dircxdochter, Cornelis Dirck Neel Jorisz, halve broeder
ende voocht van Dirck Dircz, daerbij gevoucht
Cornelis Dirck Joosten, oom ende toeziend voocht van den-
zelven ... de voorsz. Cornelis Dirck Joosten alleen als
voocht van Maertgen Foppendochter, alle
kinderen ende erffgenamen van voorsz. Maertgen
Dicxdochter in dezen vorder gesterckt met Adriaen
Allertsz molenaer, weesmeester tot
Zegwaert, vervangende Pieter Cornelisz, weesmeester tot
Zoetermeer, ter andere zijde, ende beken-
den zij comparanten gesamentlijck metten anderen
gecavelt, gedeelt, geschift ende gescheyden te hebben
d'incomende ende uytgaende schulden t'voorsz. erff-
huys angaende, geen uytgesondert, volgende den
staet ende inventaris daervan gemaeckt als
tgunt daeraen kleeft, dit in der vougen
hiernaer verclaert, te weten, d'incomende
schulden van de roerende goederen bedongen naer inhouden
der boelceel, bedongen ter somme van dryhondert
negentien gulden vier stuyvers, de slach-
turfflanden verkocht aen Lenaert Corsz. om de /

deel 4
haerlant tot Jan Pietersz Pannetgens landt toe, be-
lent noortwest Claes Jacobsz Wip, zuytoost
Lenert Dirck Jannen, wezende vrij ende onbelast, niet op-
staende dan den heer zijn recht, makende banwerck ende
betalende de gemeen ongelden als buyerlandt,
ende aengaende enige laste voor date van zijn ge-
bruyck daerop verbonden, ten dien eynde transpor-
teert hij comparant zijnen vader al t'recht ende
actie van oude waring die hij daervan heeft,
ende angaende zijn comparants tijt, daervoren ver-
bindende zijn persoon ende goeden, roerende ende onroerende, present,
toecomende, de keure vandien subject allen gerechten
ende rechteren met de costen daerom doende, verclarende
hij comparant de voorsz. coop lange voor den eersten
January lestleden geschiet te zijn, bekennende hem
van de coop dezer voldaen met een somme van achtien
gulden die Gijsbrecht Dricxz gehouden wordt
voor den comparant te betalen overdragende van de
coop vant voorsz. lant al zonder arch. Ten oor-
conden dezen bij mijn schout voorsz. deur verlyde
van de comparant voornt. met mijn segel in groe-
nen was uythangende besegelt ende bij de
schepenen voornt. tot meerder kennis int
protocol resepctive onderteyckent dezen 28en February anno 1644.

Correctie: jaartal aan het eind moet zijn 1599

Hartelijk dank voor de transscriptie. Wat gek dat de stukken niet aansluiten - dit is hoe ik ze heb gekregen van het archief van Zoetermeer. Ik hoop uit te kunnen vinden of er verkeerd gescand is, de stukken met 252 en 253 hebben natuurlijk duidelijke nummering, maar de andere zijdes van die folio zijn misschien verkeerd.