Forum
Jan
zei op 31 augustus 2020 om 19:58Goedenavond,
Ik probeer deze schultbrieff te transscriberen. Het einde heb ik nog niet, alleen dit deel, daar ben ik me van bewust.
Ik heb nog veel te leren, en kom, voor zover ik eruit kom, tot de volgende transscriptie (hier zullen fouten inzetten, en vooral op het einde ben ik het spoor bijster):
Jo[nge] Jacob ....
metselaer
Schultbrieff bij opdr....
Wij Johan Harlaer schout in de ambacgte tot Soetermeer,
Lenart Pieters Floriskint, & Corn[elis] Claes Pobolt,
schepenen in deselfde ambacgte, oirconden en kennen dat
voor ons gecomen ende personenlyk gekompareert is, Pieter
Jacobs ..., metselaer, woonend als ......
.............. nacomelingen ...............
voor hij .... ende .... van Jacob Jacobsz
Jonge Jaep, Willem Jacobsz Jonge Jaep, beyde woonende alhier
voor..., Jan Cornelis .... als getrout
hebbende Grietgen Jacobsdr t'samen voor ons ....
... van Corneis Lenaerts Jonge Jaep, Sijmon Lenaertsz
Jonge Jaep, Trijntgen ......dr, .. Maritgen Lenaertsdr
t'samen voor twee hondert vijf paert, als ...... hondert
....... guldens tot t'groten stuck ..........
................................... ende ..............
....... van .......... ende erve ..........
transport ............................
.... noortoost .... voorsz ..................
...... joncheer .........................
voor somme van twee hondert ..............
met ............
Ik hoor graag of iemand kan bijstaan.
Reacties (4)
De akte is niet compleet!
Pieter Jacobsz van Loenen
metselaer
Schultbrieff bij overwijsinge
Wij, Johan Harlaer, schout in den ambachte van Soetermeer,
Lenaert Pietersz Floriskint ende Cornelis Claesz Roboll,
schepenen in denselven ambachte, oirconden ende kennen dat
voor ons gecomen ende personelick gecompareert is Pieter
Jacobsz van Loenen, metselaer, wonende aen den Delfsche Walle
in desen ambachte, dewelcke bekende mits desen voor hem,
sijnen erven ofte nacomelingen well ende deuchdelick schuldich te
wesen bij assignatie ende overwijsinge van Jacob Jacobsz
Jonge Jaep, Willem Jacobsz Jonge Jaep, beyde wonende aen den
voorwech, Jan Cornelisz de Graen, als getrout hebbende
Jannetgen Jacobsdochter, ende Dirck Cornelisz de Cock als getrout
hebbende Grietgen Jacobsdochter, t'samen voor vier vijfde paerten,
item van Cornelis L:enaertsz Jonge Jaep, Symon Lenaertsz
Jonge Jaep, Trijntgen Lenaertsdochter, ende Martigen Lenaertsdochter,
t'samen voor t'resterende vijfde paert, aen ende ten behouve van
Sybrant de Cock, bode van den ambachte van Segwaert, off den
gerechten houder deses brieffs, de somme van tweehondert
tseventich carolus guldens tot 40 groten tstuck, ende sestien stuyvers,
spruytende uyt saecke der cope ende opdracht van vijff-
seste paerten van seeckere huysinge ende erve, staende ende
gelegen aen de Delfsche Walle, daer van hen comparanten 't vorder
seste paert selfs aff toebehoort, streckende van de Delfsche Walle
voorsz. tot joncheer Johan van Egmont van der Nienburch,
belent noortoost Pieter Coolen, scheepmaecker, ende suytwest
den voorn. joncheer Nienburch, te betaelen den
voorsz. somme van tweehondert tseventich gulden sestien stuyvers
met eenenveertich gulden veertien stuyvers s'jaers Meye dage anno
Een voorlopige transcriptie. Ik moet nu stoppen. Morgen kijk ik naar wat anderen hebben verbeterd.
Wij Johan Harlaer schout in die ambachte van Soetermeer,
Lenaert Pieters ende Floriskint, * Corn[elis] Claes **Poboll,
schepenen in deselfven ambachte, oirconden en kennen dat
voor ons gecomen ende personelick gecompareert is, Pieter
Jacobs ende van Loenen, metselaer, woonend aen deesschwalle .
in desen ambacghte, dewelke bekende mits dees gebohen ??
sijne erven ofte nacomelingen well ** deuchdel. schuldigh te
weesen bij ? assignatie ende overwijsinge van Jacob Jacobs of
jonge Jaep, Willem Jacobsz o* Jonge Jaep, beyde wonende aenden
voorweg, Jan Cornelis ** de Graen als getrout hebbende
Jannetije Jacobsdr., ende Dirck Cornnelis of de Vock als getr
hebbende Grietgen Jacobsdr t'samen voor vier vijfde paerten,
Item van Cornelis Lenaerts * Jonge Jaep, Sijmor Lenaerts of
Jonge Jaep, Trijntgh Lenaerts dr, ende Maritge Lenaertsdr
t'samen voor ‘t resterende vijfde paert, aen ende ten behouve van
Sijbrant de Cock bode vahet ambacht van Segwaert off de
gerechte houder deses brieffe, de somme van twee hondert
tsevenntigh carolus guldens tot ** grolht? stuck i* sestigst?.
spriuijtende uijt saecke der cope ende opdracht van vijff
sesde paerts van seeckere huijsinghe ende erven staende ende
geleghen aende doesschswalle, daer ….. .....
sestepaert hooefs aff toebehoort, streckende van doesshwalle
voorschreven tot joncheer Johan van Dymont van der Nieuburch
belent noortoost Pieter Voolch scheepmaker, ** suijtbeeck?
disvoors Jonckheer Nueiburch,, te betaelen de
voorschreven somme van twee hondert twentigh gulden sestigh st.
met een en veertich gulden veertien stuivers Sjaers, meije dag 5 @nno
Geert en Boed, heel erg bedankt. Ik zal vanavond deze versies naast mijn poging leggen, om zo weer wat bij te leren.
PS: Geert, ik was ervan bewust dat de akte niet compleet is. Ik kan donderdag echter pas het volgende deel fotograferen. Ik had eigenlijk het stuk boven als laatste deel van een andere akte, en zag toen per toeval dat de naam De Cock ook in de volgende akte voorkwam.
transscriptiehulp 22-08-1642