Op huyden 13e December 1646, de clock thien
uren voor noen, compareerde voor mij Henrick
Schaeff, notaris, ende den ondergeschreven getuygen, Guilliam
Lamoen van Antwerpen, varende voor soldaet opt
schip De Prins, in dienst van de voorsz.
comaprant alhier, ende bekende voor hem ende
zijnen erven wel ende duechdelijck schuldich te
wesen aen Goossen van Rollenga, herbergier
opt water onder de son, off thoonder deses
de zomme van twee en dartich carolus
guldens, over ende ter saecke van verteerde
costen, verstreckte ende verschoten penningen,
zoo tot uytrustinge op dese reyse als anders,
ten dancke ende genoege genoten ende ontfan-
gen, begeerende daerom etc. ende zulcx betaelt te
werden uytte eerste ende gereetste gagie
maent ende beuytgelden bij hem te verdienen, hem
oversulcx daer op adsigneerende ende bewijsende ende
die ter voorsz. somme toe aen hem opdragende,
cederende ende transporterende bij desen,
doende etc., onder verbant dies niettemin van zijn
persoon ende vordre goederen, geene uytgesondert,
tot submissie van allen rechten ende rechteren.
Alles oprecht gedaen te Amsterdam ter presen-
tie van Jacob Mansse van Thiene in Brabant,
soldaet ende Gerrit Jansen van Yever,
adelborst, beyde als boven ende bij den
comparant gelogeert, als getuygen, die verclaerden
den comparant wel te kennen ende denselven etc.
X Guilliam Lamoens onderteeckent
Jacob Mansen
& Gerreit Janssen eygen onderteeckent
H. Schaef notaris publicq
Frans van Dijk
zei op vrijdag 22 december 2023 - 12:00