No. 47
Acte van bewijs
In dato den 18e Mey anno 1753
Op heeden den 18e Mey anno 1753
compareerde voor mijn Pieter Hubertus
Pla, notaris publyk, bij den Edele Hove
van Holland geadmitteert, binnen de
stad Leyden resideerende, ende voor de
naargenoemde getuygen, Jacob van Borsselen /
weduenaar van wijlen Lijsbet Alberts Swanenburg,
wonende in Agthoven te Leyderdrop, dogh althans
sijnde alhier ter steede, mijn notaris bekent,
te kenne gevende hij comparant, dat hij ende
sijne overledene huysvrouw Lijsbet Alberts
Swanenburg bij hunne testamentaire dispositie
in dato den 22 Maart 1738 voor mijn notaris en seekere
getuygen gepasseert, d'eerststervende d'langstle-
vende van hun beyden hebben gestelt ende
geinstitueert tot sijn off haer eenige algeheele
ende universeele erffgenaam, ende dat in alle de
goederen, soo roerende als onroerende, egeene ter
werelt uytgesondert, welke d'eerststervende van
hun beyden metter dood ontruymen ende
agterlaaten sal, met vollen regten van
institutie, behoudelijk ende met desen verstande
nogtans, dat de langstlevende van hun
beyde gehouden sal sijn de kind off kinderen,
bij den andere te verwecken, eerlijk te alimenteeren
en op te voeden, mitsgaders te kleeden ende
te reeden, ook te doen oeffenen en op te trecken
in sodanige stijl, neeringe off hanteeringe, als
de langstlevende van hun tot nut van de
kinderen bevinden sal te behooren, en boven-
dien deselve kind off kinderen, wanneer sij
en yder van hun gekomen sal off te sullen
sijn ten vollen ouderdomme van vijffentwintig /
jaaren off met behoorlijk consent tot eerder
huywelijken off andere geapprobeerde staate,
eerlijk van hem off haar uyt te setten, mitsgaders
nog aan deselve uyt te keeren ende te laten volgen
moeten sodanige somme van penningen
als d'langstlevende alsdan in concientie oirdelen
en bevinden sal te behooren, ende dat alles voor
ende in plaatse van de legitime portie de kindt
off kinderen in d'goederen van hunne ouders
na regten competeerende, ende waerinne deselve
tot haar meede erffgenaem off erffgenaamen
heeft geinstitueert, alles breeder blijckende
bij d'gemelte testamente daervan sijnde, dan
alsoo hij comparant is gebleven weduenaar met
nu nog drie minderjarige kinderen met namen
Albert, Hermanis en Jacob van Borsselen,
gewonnen bij d'voornoemde sijne overledene
huysvrou Lijsbet Alberts Swanenburg, dogh
nu van voorneemen sijnde hem eerdaegs
ten andere huwelijke staet te begeven,
mitsdien soo verclaaert hij comparant, nadat
hij alvoorens den staat en gelegentheyt sijner
boedel wel ende rijpelijk hadde geëxamineert,
aan d'gemelte sijne nog drie minderjarige
kinderen over desselfs moederlijk bewijs
boven d'voorsz. opvoedinge belooft en toegeseyt
te hebben, sooals hij comparant doet bij desen, ider /
een somme van een silvere ducaton, welke hij
comparant op d'meerderjarigheyt, eerder huwe-
lijk, offte andere geapprobeerde staate aen yder
sijner kinderen beloofft uyt te keeren
en goet te doen, sullende hij comparant midde-
lerwijle d'voorsz. somme onder hem als vader
en voogd blijven hebben, behouden ende bewaren
ende waeromtrent de genoemde sijne kinderen
hun regt van legaal verband sijn hebben
ende behoudende.
Compareerden nog voor mijn notaris ende de
getuygen naergenoemt Willem van Heusden,
wonende te Koudekerk, dogh
althans sjnde ook alhier binnen dese stad,
mij notaris mede bekent, soo voor sigselve als voor
Jan Swanenburg, siekelijk sijnde, en oversulcx buyten
staat van alhier te kunnen komen,
dewelke verclaerden als bij acte op den 27 April
1743 mede voor mijn notaris en getuygen
verleeden, door hem eerste comparant gestelt
wesende tot voogden over d'voorsz. sijn eerste
comparantes voornoemde drie kinderen
met de begrotinge vant voorgemelte bewijs
hiervooren gedaen, bij deesen te neemen
volcome genoegen ende contentement
ende opdat hiervan ten allen tijden
soude kunnen blijken, soo versogten sij
comparanten hiervan door mijn notaris /
gemaakt ende gelevert te werden acte
van bewijs in forma.
Aldus gedaen ende gepasseert binnen Leyden,
ter presentie van Paulus van der Spoor
ende Hermanis van Waalwijk als getuygen.
Jacob van Bosselen
Willem van Heusen
Paulus van der Spoor
Harmanis van Waalwijk
t'Welk ik affirmeere
Peter Hubertus Pla notaris publicq
Bedankt voor de transscriptie.
Wat betekend deze akte eigenlijk precies.
Lees ik het goed dat Jacob van Bostelen laat vastleggen in deze akte dat zijn minderjarige kinderen bij meerderjarigheid iets krijgen van Jacob?
De langstelvende van hen beiden meot de kinderen opvoeden en als die kinderen meerderjarig zijn ehn een bedrag uitkeren naarmate de boedel dat op dat moment toelaat.
Duidelijk. Maar waarom lieten ze dat vastleggen? Het is toch gebruikelijk dat de langst levende voor zijn kinderen zorgt? Werd dit vroeger altijd vastgelegd in een akte?
Inderdaad, want dan het ook een juridische basis.
Het testament uit 1738 waarvan hier in 1753 sprake is, was alweer vele jaren geleden vastgelegd, ook vandaar de gedachte dat deze akte van bewijs nuttig zou kunnen zijn.
Martijn
zei op donderdag 16 december 2021 - 11:18