Overslaan en naar de inhoud gaan

Forum

transcriptie schepenakte

Dit is blad 3 van 4 van de schepenacte.

Reacties (1)

Geert Ouweneel zei op za, 08/20/2022 - 17:57

vier hondert gulden eens zonder meer
in mindering van een somma van ses hondert
gulden en dat de voorn. Janneken Goorts,
eerste comparante, sal gehouden weesen te be-
talen aan den voorn. Arien Broekser het
restant ter zomme van twee hondert gulden,
met welke betalinge den gemelde Arien Broekser
verklaart genoegen te sullen nemen,
item is geconditioneert de gemelde Janneken
Goorts, eerste comparante, sal gehouden wesen
te betalen aan Peeter Jan Wanten tot Genoen-
huys in de Ses Gehugten, de somme van hondert
gulden.
Item aan Antony Aart Vloets ook de somme
van hondert gulden.
Item allen 't geene Leendert Jan Geenen
als gewesen collecteur der coninx beede en
verpondinge over de Ses Gehugten d'anno 1729,
wegens sijne gedane collecte aan de gemeente
van de Ses Gehugten schuldig en ten agteren is.
Item alle de verschulde openstaande s'lands
en dorps reele en personeele lasten, egeene
uytgezondert.
Ende laastelijk alle de verdere schulden
van den boedel zonder uytsonderingh,
hoe die genaamt zoude mogen werden, die
wijlen Leendert Jan Geenen heeft naargelaten,
t'sij deselve schulden in eersten of tweeden
huwelijk ofte weduwenaarlijken staat mogten
sijn gemaakt.
Waartegens de voorn. eerste comparante
sal blijven behouden alle de gereede en haaffe-
lijke goederen des boedels, sooals dezelve
met wijlen den voorn. Leendert Jan Geenen
in vollen eygendom heeft beseten en sal
sij eerste comparante bovendien hebben ende
proffiteren alle de vrugten ten velde staande,
reets gesaeyt en nog te sayen tot den oigst
in den aanstaande jaare 1733.
Item dat sij eerste comparante sal trecken
en mogen vorderen van Joost Peeter Vermen,
huurder der vast goederen die wijlen Leendert
Jan Geenen voornt. in togte was besittende,
de verschenen en loopende huure tot aan-
staande Paasschen of oigst in den jare 1738
toe, samen ter somme van een en tseventig
gulden.
Item is geaccordeert dat de eerste comparante
sal verpligt weesen Jan, sone Leendert Jan Geenen,
van nu aan tot Sente Peeter in den jare 1634 toe /
[vervolg tekst in de marge:]
goederen van wijlen Leendert Geenen
de voorsz. hondert vijftig gulden wegens
de kinderen en erffgenamen Leendert
Geenen door Joseph Aarts aan gemelde
Maria van den Broek hebben laten voldoen
en betalen, werdende derhalve de seeven
hondert vijftig gulden bij de juffrouwe
comparante in haaren qualiteyt gequiteert.
Actum Heeze den sevenden Mey 1746.
Johanna Rademaker, huysvrouw
Jacobus van Geenen
Jan de Groot schepen
Adolf Boomen schepen
J. Nobel secretaris 1746

Juffrouw Johanna Rademaker, huysvrouwe
van Sr. Jacobus van Geenen, wonende te
Haarlem, als last en procuratie hebbende
van haren man, als aangestelde voogt over
Maria, dogter Adriaen van den Broek, breeder
volgtens den appoinctemente van de Ed. Agtb.
Heeren schepenen der stad Haarlem in dato
27e April 1746, en procuratie in date 2 Mey 1746,
geregistreert folio 76, waartoe werd
gerefereert, de voorn. juffrouwe comparante
in haare qualiteit, bekent van Janneken Goorts,
weduwe Leendert Geenen, ontfangen
te hebben de nevenstaande zomme van
twee hondert gulden capitael en verschenen
intrest vandien, samen ter zomme van twee
hondert negen gulden, verclaerende
derhalve deselve zomme te quiteren.
Actum Heeze den negende Mey
1746.
Johanna Rademaker, huysvrou Jacobus van Geenen
P. van der Hoeven
Jan de Groot schepen
Adolf Booms schepen
J. Nobel secretaris 1746

 

Reageer op dit bericht

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.
Slechts één bestand.
10 MB limiet.
Toegestane types: png gif jpg jpeg.