van haar Hoog Mogenden egt-reglement in de genera-
liteyt van den 18 Marty 1656 in haar Hoog Mogende
nadere waarschouwinge van den 3 april 1708
inventarissen en aanwijsinge van goederen
hebben opgeregt en gemaakt ider ten behoeve
van sijne kinderen in eerder huwelijk verwekt,
sijnde gepasseert voor heeren Drossaart en
schepenen deser heerlijkheyd de dato den 27 No-
vember 1727 ende dat tusschen de voorn. eerste
comparante en de drie laaste comparanten
in henne voorsz. qualiteyt proces en verschil
stonde te gerijsen over de betalinge der voorsz.
schulden en om deese sake in liefde, vreede
en tot voorkominge van coste en proceduuren
aff te doen, soo verklaaren de voorn. eerste
en drie laaste comparanten ider in qualiteyt
voorsz. over de voorsz. en verdere differenten
van dese boedel te weesen geconvenieert ende
geaccordeert, te weeten dat de voorn. Janneken
Goorts, laaste weduwe Leendert Jan Geenen,
eerste comparante, aan de drie laaste compa-
ranten sal laten volgen en overleveren
alle de erfhaaffelijke en vaste goederen die Leen-
dert Jan Geenen uyt hoofde van sijne voorsz.
eerste huysvrouwe, als ook van sijne sijde in
togte heeft beseten gehadt en welke gebragt sijn
op den voorsz. inventaris, bij hem gemaakt
en gepasseert den 27 November 1727, ende dat
de een helft der vaste goederen die Leendert
Jan Geenen en de eerste comparante staande
hennen huwelijk hebben aangebragt naar het
overlijden van de eerste comparante sullen
geproffiteert en genoten werden bij de drie
laaste comparanten in henne qualiteyt,
en omdat wijlen Leendert Jan Geenen
voorn. in sijn eerste huwelijk en weduwe-
naarlijken staat verscheyde schulden heeft
gemaakt ende het te dugten was dat de goederen
die hem ende de gemelte Janneken Goorts in vollen
eygendom waren competerende niet suffisant
genoeg zouden sijn tot betaelinge van alle
dese schulden, dese boedel en dat in cas aan de
voorsz. goederen te cort quame, de drie laaste
comparanten in qualiteyt als voor daarvoor
souden konnen aangesprooken worden, soo
is in deeesen wel specialijk geconditioneert
dat de voorn. drie laaste comparanten
in henne voorsz. qualiteyt gehouden
sullen weesen te betalen aan Ariaan
Broek tot Geldrop de somme van /
[in de marge staat hiernaast:]
Juffrouwe Johanna Rademaker,
huysvrouwe sr. Jacobus van Geenen,
wonende te Haerlem, als last en
procuratie hebbende van haren man,
als aangestelde voogt over Maria van
den Broek, bij appoinctement van de
Ed. Agtb. heeren schepenen der stad
Haarlem, in date 27 April 1745, zijnde
de voorsz. procuratie in dato 2e Mey
deses jaars beyde hier ter secretarye
geregistreert [open plek] zijnde Maria van
den Broek in en aan der neven-
staande vierhondert gulden bij deelinge ge-
passeert tot Geldrop 4 February 1740
folio 139 aangekomen hondert vijftigh
gulden, de juffrouwe comparante in
qualiteyt als voor, bekent en verclaard
dat Arnoldus en Jan, zone Pieter
Gruyter als coperen der vaste
Jacques van der Linden
zei op vrijdag 19 augustus 2022 - 16:05