Deel b
Transcriptie Acte van Acquit
Goedemiddag,
Wie wil een transcriptie maken van deze Acte van Acquit uit 1738, deel a
Overige delen in de reactie hieronder.
Met vriendelijke groet,
Arie Eijgenraam
Reacties (7)
Deel c
Deel d
Deel e
Bijvoorbaat hartelijk dank,
Arie Eijgenraam
Acte van acquit
Op hudyen den 6 en 11en November 1738
compareerden voor mij Cornelis Pijnaker, notaris, bij den Hove
van Holland geadmitteerd, binnen de stad Delft residerende ende
in de tegenwoordigheyd van de naergenoemde getuygen, Ja-
cobus Jacobusz Eygenraam ende Jacobus Hendricksz Eygenraam,
in qualite als geweezene voogden over Abraham Eygenraam, al-
thans mondig, Maria Eygenraam, teegenwoordig huysvrouw
van Hendrik Reterinck ende Elsge Eygenraam, nu ge-
trouwt met Dirk Wygant, ter eenre, ende de voorn.
Abraham Eygenraam, Hendrik Reterink, als in huwelijk heb-
bende Maria Eygenraam ende Dirk Wygant als in huwelijk
hebbende Elsge Eygenraam, mitsgaders de voorn. Maria
Eygenraam ende Elsge Eygenraam selvs ten deezen geadsis-
teerd met ende geauctoriseerd door haare voorn. mans,
ter anderen zijde, te kennen geevende zijluyden gesaa-
mentlijcke comparanten, dat bij de scheydinge van
den boedel van wijlen Hendrik Eygenraam, op den 3e
October 1733 voor mij notaris ende zeekere getuygen
alhier gepasseerd, aan een yder van desselvs alsdoen
nog minderjarige drie voorn. kinderen Abra-
ham Eygenraam, Maria Eygenraam ende Elsgen Eygenraam,
zoo in voldoeninge van haar moeders bewijs voor een eer-
lijke uytsettinge haare respective portien in een legaat
en haar een sesde vaderlijke erffportie is aanbedeeld,
soo als hiernaer volgd, te weeten:
Aan Abraham Eygenraam sooals bij
de voorsz. scheydinge blijkt
Op folio 83 aan goud en silverwerk seeven en dertigh gulden
acht stuyvers, dus 37.8.0
Op folio 83 verso aan meuble goederen sesthien gulden, dus 16.0.0
Op folio 84 een derde in een webbe linne ter somma van elff
gulden en vyer stuvyers, dus 11.4.0
Op folio 101 verso een derde part in een schuldbriev ten lasten
van Jacobus Hendricksz Eygenraam int geheel groot
ƒ 1287.19.4½ ter somma van vyer honderd neegen en
twintig gulden ses stuvyers vyer en een halve pen-
ningh, spruytende ter saake en als reste van koop van
desselvs en zijne voorn. twee susters hare res-
pective portien off gedeeltens in een huys ende
erve, mitsgaders een koolthuyn, groot omtrend
AR0161_02715_0618.jpeg
eene marge een honderd vijff en twintig roeden daar al
hetselve op staat, staande ende geleegen op de noord-
hoorn onder de jurisdictie van Hoog en Wout Harnasch,
mitsgaders Groeneveld, belend als volgens denselven briev
in dato den 6 Ocotber 1733, register lib. E folio 3 verso et ..., item van drie schuy-
tens met haar zeylen, masten en touwen, alsmede
alle de glaase ramen, kruywagens, planken,
deelen, mandens, boonstaken, erret rijsen en al
het verdere thuyngereedschap tot de thuynen off
boomgaarden bij derselver vader Hendrik Eygen-
raam in huure bezeeten en tot het voorsz. war-
moesland behoorende, mitsgaders nog alle de
losse planken en drie losse plaaten tot het
voorsz. huys behoorende, loopende op interes-
sen a drie gulden per cento in t'jaer, ingegaan op
den 2 February 1733 en houdende te lossen naa
het verlopen van den tijd van vier jaaren, naar
dato van den voorsz. 2 February 1733, off zoo veel eer-
der als het aan den debiteur geleegen zoude koomen,
jaaerlijks op den 2 February precise met vijff-
tig gulden, wel meerder, maar niet minder, mits
in cas van meerder lossinge de rentheffers
drie maanden voor den verschijndag behoor-
lijk waarschouwende, bedraagende het voorsz.
een derde part aan den voorn. Abraham Eygenraam
daarin competeerende als bevorens is gesegd 429.6.5½
Ende eyndelijk nog in comptant geld een
honder seeven en tagtig gulden vijff stuy-
vers vijff en een halve penning, dus 187.5.5½ ƒ 616.11.11
Bedragende alsoo hetgunt aan Abraham Eygen-
raam is aanbedeeld in het geheel ses honderd
een en tagtig gulden drie stuyvers elff penningen 681.3.11
Aan Maria Eygenraam sooals bij de
voorsz. scheydinge blijkt,
Op folio 88 verso aan silverwerk vijff gulden vyer stuy-
vers, dus 5.4.0
Op folio 89 een cabinetje ter somma van vier gulden, dus 4.0.0
Op folio 89 verso een derde part in een webbe linne ter somma
van elff gulden vier stuyvers, dus 11.4.0
Op folio 101 verso een derde part in de hiervoor gemelde
schuldbrieve ten lasten van Jacobus Hendricksz
Eygenraam en zijn verbonden hypotheecq in het
geheel groot ƒ 1287.19.4½, sooals deselve hiervoor in het
breede is beschreeven, bedraagende hetselve een derde part
insgelijks een somma van vyer honderd neegen en twin-
tig gulden ses stuvyers vijff en een halve penningh,
dus 429.6.5½
En eyndelijk nog in comptant geld twee
honderd een en dertig gulden neegen stuyvers
vijff en een halve oenningh, dus 231.9.5½ 660.15.11
Bedraagende alsoo hetgunt aan Maria Eygen-
raam is aanbedeeld in het geheel gelijke somma van
ses honderd een en tagtig gulden drie stuvyers
elff penningen, dus 681.3.11
Ende eyndelijk aan Elsge Eygenraam, soo-
als bij de voorsz. scheydinge blijkt,
Op folio 93 verso aan meubile goederen sesthien
gulden achthien stuyvers, dus 16.18.0
Op foloio 94 een derde in een webbe linne ter somma
van elff gulden vyer stuvyers, dus 11.4.0
Op folio 101 verso een derde part in de hiervoor gemelde
schuldbriev ten lasten van Jacobus Hendricksz Eygen-
raam en zijn voorsz. hypotheecq, int geheel
groot 1287.19.4½ sooals deselve hiervoor in het bree-
de is beschreeven, bedraagende hetselve een derde
part ingelijks een somma van vyer honderd nee-
gen en twintig guldens ses stuyvers vijff en een
halve penningh, dus 429.6.5½
En eyndelijk nog in comptant geld twee
honderd drie en twintig gulden vijffthien
stuvyers vijff en een halve penningh,
dus 223.15.5½ 653.1.11
Bedraagende alsoo hetgunt aan Elsge Eygen-
raam is aanbedeeld in het geheel gelijke somma
van ses honderd een en tachtig gulden en drie
stuvyers elff penningen, dus 681.3.11
Dat dienvolgens op den voorsz. 3 October 1733, zijnde gewesen
den tijt van het doen der voorsz. scheydinge, onder de twee
eerste comparanten in qualite als voogden over hunne voorn.
pupillen aan comptant geld berustende als hier voor
blijkt, eerstelijk voor reekening van den voorn. Abraham
Eygenraam de somma van een honderd seeven en tag-
tig gulden vijff stuyvers vijff en een halve penning,
dus 187.5.5½
Dog waarvan moet werden affgetrocken
hetgunt door henluyden daarteegens voor
zijne reekeninge is betaald, te weeten
AR0161_02715_0619.jpeg
voor 1/3 in 15.14.0 over de portie die Abraham
Eygenraam moet draagen in 14 daagen ver-
suymd en tijd en verschot van zijn oom Ja-
cobus Jacobusz Eygenraam in qualite als
voogd zoo op het inventariseeren van den
boedel als het waarneemen van het interest
der minderjarigen volgens
speicificatie 5.4.11
Nogh 1/3 in 2.9.0 bij Jacobus Hen-
dricksz Eygenraam als voogd over
de minderjarigen verschooten
volgens specificatie 0.4.1
Nogh aan denselven 1/3 in 14.0.0
over 14 daagen versuymden tijd
ter saake als vooren 4.13.6
En nog voor 1/5 in de helft van de
helft ende sulks 1/5 in ¼ van de
onkosten van t'verkoghte huys,
koolthuyn etc. ter secretarie van
Woutharnasch en Groeneveld
betaald, bedraagende deselve
onkosten in t'geheel 174.4.8 ende
oversulks het voorsz. een vijffde
in een vierde part 8.14.10 1816.12
Hetwelcke affgetrocken van de boovenstaande
187.5.5½ soo bleev aan comptant geld van Abra-
ham Eygenraam onder de voorn. voogden be-
rustende een honderd acht en sestig gulden acht stuy-
vers neegen en een halve penning, dus 168.8.9½
Ten tweeden nog voor reekeninge van de voorn. Maria
Eygenraam de somma van twee honderd een en der-
tig gulden neegen stuvyers vijff en een halve pen-
ning, dus 231.9.5½
Dog daarteegens door de voorn. voogden
voor haare reekeninge betaald eenvenals
hiervoor ten opsigte van Abraham Eygen-
raam gespecificeert staat,
bedraagende als aldaar blijkt achthien
gulden sesthien stuvyers twaalff pen-
ningen, dus 18.16.12
Hetgunt als vooren affgetrokken soo bleev aan comp-
tant geld van Maria Eygenraam onder de voorn.
voogden besrusten twee honderd twaalff gulden
twaalff stuyvers neegen en een halve penningh,
dus 212.12.9½
Ende eyndelijk nog voor reekeninge van de voorn. Elsge
Eygenraam de somma van twee honderd drie en twin-
tig gulden vijffthien stuyvers vijff en een halve penning,
dus 223.15.5½
Dogh is daarteegens voor reeckeninge van de
voorn. Elsge Eygenraam door de voorsz. voog-
den betaald eevenals hiervoor ten opsigte
van Abraham Eygenraam gespecificeert
staat, bedraagende als aldaar blijkt ach-
thien gulden sesthien stuvyers twaalff
penningen, dus 18.16.12
Hetgunt als vooren affgetrocken soo bleev
aan comptant geld van Elsge Eygenraam
onder de voorsz. voogden berusten twee
honderd vyer gulden achthien stuyvers
neegen en een halve penning, dus 204.18.9½
Dogh is door de voorn. Elsge Eygenraam uyt
haar sackgeld aan de voogden tot supple-
ment van hetgunt de voogden op de naar-
gemelde obligatien te kort kwaamen
betaald drie gulden vijffthien stuyvers drie
en een halve penning, dus 3.15.3½
Soodat onder de voorn. voogden aan comptant
geld van Elsge Eygenraam bleev berusten twee
honderd acht gulden derthien stuyvers derthien
penningen, dus 208.13.13
Bedraagende derhalven het comptant geld
dat van de voorn. drie kinderen van wij-
len Hendrick Eygenraam onder de voorn. voog-
den bleev berusten te samen vijff honderd
neegen en tachtig gulden vijffthien stuyvers,
dus 589.15.0
Dat de voorn. voogden voor het voorsz. comptante geld on-
der hun berustende voor reekeninge van hunne voorsz.
drie pupillen door maakelaar Anthony van den Bosch
tot Delft hadden aangekogt de twee naagemelde obliga-
tien, als namentlijk:
Op den 9 October 1733 van Simon Decker een obligatie ten lasten
van het gemeene land van Holland en West Friesland, ten
comptoire generaal in s'Gravenhaage, gesprooten weegens drie
kleyne prijsen in de eerste loterij van ses millioenen, groot met
de augmentatie vandien drie honderd sestig gulden,
te lossen anno 1741, de augmentatie ter somma van sestig
gulden, belegd ten naame van Dirk Slatius van dato den 1 July
1711, folio 468 No. 81 geaggreëerd den 9 April 1713 No. 81 register folio 9
volgens transport onder hand in dato den 9 October 1733, ge-
kogt met de augmentatie vandien voor drie honderd twee en
dertig gulden, dus 332.0.0
En voor drie maanden thien daagen interessen daar-
op verloopen betaald twee gulden eene stuvyer, dus 2.1.0
edn nog voor maakelaardijloon 0.18.0
Dus tesaamen 334.19.0
AR0161_02715_0620.jpeg
Nogh op den 28 December 1733 van Martia Benoist een obli-
gatie ten lasten van het voorsz. gemeene land van Hol-
land en West Friesland ten comptoire Delft, groot twee
honderd vijfftig gulden thien stuyvers twaalv deniers
capitael in blanco, in dato den 15 July 1676 geaggreëert
tenselven daage letter E folio No. 563 volgens trans-
port onder de hand in dato den 28 December 1733
gekogt a cent percento ter somma van twee hon-
derd vijfftig gulden, dus 250.0.0
En voor vijff maanden derthien daagen inter-
essen daarop verloopen betaald twee gulden
sesthien stuvyers, dus 2.16.0
En nog voor halve kosten transport en
maakelaardijloon twee gulden, dus 2.0.0
Dus tesaamen 254.16.0
Bedraagende het beloop der penningen voor de
voorsz. twee aangekogte obligatien betaald dus in
het geheel vijff honderd neegen en tachtig gulden vijff-
thien stuyvers ende oversulx het juste montant
der comptante penningen die de voorn. voog-
den als hiervoor bij cas hadden, dus 589.15.0
In welke twee obligatien de voorn. drie kinderen van wijlen Hen-
drick Eygenraam dienvolgens hærideren als hiernaar volgt, te
weeten:
Abraham Eygenraam hærideerd in de eerstgemelde aan-
gekogte obligatie naa rato van een
somme van vijff en tneegentig gulden derthien stuyvers
drie en drie vierde van een penning, dus 95.13.3¾
Ende in de laatstgemelde aangekogte obligatie naar
rato van een somma van twee en seeventigh
gulden vijffthien stuvyers vijff en drie vierde van
een penning, dus 72.15.5¾
Ende oversulks tesaamen in beyde de voorsz. obligatien
naar rato van zijn voorsz. comptant geld ter somma
van een honderd acht en sestig gulden acht stuvyers nee-
gen en een halve penning, dus 168.8.9½
Maria Eygenraam hærideerd in de eerstgemelde aangekogte
obligatie naar rato van een somma van een honderd twin-
tig gulden vijffthien stuvyers vier een een vierde van een
penning, dus 120.15.4¼
Ende in de laatstgemelde aangekogte obligatie naar
rato van een somma van een en tneegentigh
gulden seeventhien stuyvers vijff en een vierde
penningh, dus 91.17.5¼
Ende derhalven tesamen in beyde de voorsz. obligatien
naar rato van haar voorsz. comptant geld ter somma
van twee honderd twaalff gulden twaalff stuyvers
neegen en een halve penning, dus 212.12.9½
Ende eyndelijk haerideerd Elsge Eygenraam in de eerstgemelde
aangekogte obligatie naa rato van een somma van
een honderd agthien gulden thien stuvyers acht pennin-
gen, dus 118.10.8
End in de laatstgemelde aangekogte obligatie
naa rato van een somma van tneegentig
gulden drie stuyvers vijff penningen, dus 90.3.5
Ende mitsdien tesaamen in beyden de voorsz. obligatien
naa rato van haar voorsz. comptant geld ter somma
van twee honderd acht gulden derthien stuvyers der-
thien penningen, dus 208.13.13.
Ende oversulks tesaamen het juste montant van
het comptant geld dat van de voorn. drie kinderen
van wijlen Hendrick Eygenraam onder de voorn. voogden
was berustende ter somma van vijff honderd neegen
en tagtigh gulden vijffthien stuvyers, dus 589.15.0
Dat de voorn. twee eerste comparanten in hunne voorsz. quali-
teyt de voorsz. schuldbriev en twee obligatien tot dato deezes heb-
bende geregeerd ende geadministreerd, deselve
desweegens ende weegens de verdere meubile goederen hier-
voor gemeld hadden gedaan opstellen drie distincte liquidatien
als een weegens hetgeene in voegen voorsz. was competeeren-
de aan Abraham Eygenraam, een weegens hetgeene was
competeerende aan Maria Eygenraam ende een weegens het-
geene was competeerende aan Elsge Eygenraam, welcke drie
liquidatien de vijff laatste comparanten in hun-
ne respective qualiteyten yder voor zoo veel hun aangaat
bij deezen verklaarden op huyden date deezes naauwkeuriglijk
geéxamineerd ende naergesien, mitsgaders geslooten ende dese;
allesints rechtmaatig bevonden te hebben, approbeeren-
de ende ratificeerende dezelve alsnog volcoomentlijck
bij deezen, bekennende wijders meede nog de comparanten
Hendrick Reterinck ende Maria Eygenraam echteluyden
in qualite als vooren het slot van hunnen liquidatie ter
somma van een honderd drie gulden seeven stuvyers acht en een
halve penningh beneevens het volle capitael van haar een derder part in de
voorsz. schuldbrieve ter somma van vyer honderd neegen
en twintig gulden ses stuyvers vijff en een halve penning
beneevens de interessen vandien
in deselvige hunnen liquidatie verantwoord, alsmeede het
voorsz. haar silverwerk ter somma van vijff gulden vier
stuvyers, het voorsz. cabinet ter somma van vyer gulden
en het voorsz. derde part in een webbe linnen ter somma
van elff gulden vier stuyvers meede in deselvige hun-
ne liquidatie veratnwoord, uyt handen van de twee eerste
comparanten in qualite voorsz. ontfangen ende over-
genoomen te hebben, quiteerende derhalven deselve haare
AR0161_02715_0621.jpeg
geweezene voogden desweegens volkoomentlijck bij deezen,
sooals dan ook de comparanten Dirk Wygant ende Elsge
Eygenraam echteluyden in qualite voorsz. het slot van hun-
ne liquidatie ter somma van ses gulden sesthien stuyvers eene
penningh beneevens het volle capitaal aan haar een derde
part in de voorsz. schuldbriev ter somma van vyer hon-
derde neegen en twintig guldens ses stuyvers vijff en een halve
penningh meede beneevens de interessen vandien en deselvi-
ge hunnen liquidatie verantwoord, alsmeede haare voorsz.
meubile goederen ter somma van sesthien gulden achthien
stuyvers en het voorsz. haar een derde part in een web-
be linne ter somma van elff gulden vyer stuvyers, meede
in deselvige hunnen liquidatie verantwoord, uyt handen van
de twee eerste comparanten in qualite voorsz. bekende
ontfangen ende overgenoomen te hebben, deselve haare ge-
weezene voogden desweegens derhalve meede volkooment-
lijk quiteerende bij deezen.
Eyndelijk bekende den comparant Abraham Eygenraam
in qualite voorsz. meede het slot van sijne liquidatie ter
somma van veerthien gulden thien penningen, beneevens
het voorsz. zijn goud en silverwerk ter somma van seeven
en dertig gulden acht stuvyers, sijne voorsz. meubile goe-
deren ter somma van sesthien gulden, sijn een derde part
in een webbe linne ter somma van elff gulden vyer stuyvers,
ende de voorsz. origineele schuldbriev alsnog inhoudende per
reste van twaalff honderd seeven en tachtig gulden nee-
genthien stuvyers en een halve penning, sijn voorsz. een
derde part daarin ter somma van vyer honderd nee-
gen en twintig gulden ses stuyvers vijff en een halve pen-
ningh, waaraan de renten althans resten zeederd den
2e February 1738, uyt handen van de twee eerste compa-
ranten in qulaite voorsz. ontfangen ende voergenoomen
te hebben, deselve zijne geweezene voogden derhalven
desweegens meede quiterende bij deezen.
Voorts bekendeden de vijff laatste comparanten gesaament-
lijk in qualite voorsz. uyt handen van de twee eerste com-
paranten meede in qualite voorsz. nog ontfangen ende
overgenoomen te hebben de hier voor beschreevene twee
obligatien ten lasten van het gemeene land van Hol-
land ende West Friesland ten comptoire generael
in s'Gravenhagen, waaraan de renten op de eene althans
resten zeederd den 1 July ende op de andere zeederd den
15 July 1738 alsmeede de origineel transporten tot de gemelde
twee obligatien behoorende, quiteerende derhalven
zijluyden gesaamentlijk ende een yder van
hun in het bysonder deselve hunnen geweezene voogden
desweegens als vooren, ende bekennende nietwes in
het minste ter saake van alle hetgeene voorsz. staat
ten lasten van de voorn. hunnen geweezene voogden
meerder te pretendeeren te hebben, bedankende
deselve voor haare voorsorge, directie ende administra-
tie, soo in opsigte van hunluyder respective personen
als van haar voorsz. goederen gehad ende gedaan, ende
deselve van hunnen voogdije ende gehad hebbende admi-
nistratie ontheffende ende ontslaande bij deezen, renuncierende der-
halven van recollement off herdoeninge van reeke-
ninge ende alle andere exceptien en beneficien die
hun teegens deezen ende de voorsz. op dato deezes
geslootene drie liquidatien te staaden zouden kunnen
koomen, daarvoor verbindende hunnen respective
persoonen ende alle hunne goederen, geen uytge-
sonderd subject alle rechten ende rechteren
en specialijk den Ed. Hove van Holland.
Versoekende ende consenteerende dat hiervan
kennisse gedraagen ende acten gemaakt ende ge-
leeverd zouden werden in forma.
Aldus gedaan ende gepasseert binnen de voorsz.
stad Delft ter præsentie van Jan Christophel
van Heemskerk ende Pieter Berckelshoek als
getuygen hierote versogt.
X Dit merk si gesteld bij Jacobus Jacobsz eygenraam
Jacobus Hijnderickse eygenraam
J.C. v. Heemskerk
P. Berkelshoek
Abram Eygenraam
Hendryck Retelik
Maria Eygenraam
Derck Wigant
Elsie Eygenraam
C. Pijnaker notaris
Beste Geert,
Dank weer voor deze transcriptie.
Ik ben er weer blij mee en leer er veel van.
Met vriendelijke groet,
Arie Eijgenraam
Arie Eijgenraam
zei op zondag 16 oktober 2022 - 13:59