De gevangene alvorens hierop te
antwoorden in onmagt vallende
en eenige tijd met trekkingen
aangedaan zijnde, is buiten
staat gebleven verstaanbaar
op dit laatste vraagpoinct
te antwoorden
Actum 3 Augustus 1784 praesent den here
H.O. en de heren Van der Meijden en De
Smetts, schepenen.
Anna de Jaager
de nove gehoort en gecondemneert.
Actum in margine
Schepenen condemneren deze gevangene
in de boete van ƒ 100,00 te betalen
binnen agt dagen of bij faute vandien ses weken
geconfineerd te worden in het
nieuwe werkhuis dezer stadt.
M.K.V.G. en M. v. J. Actum
den 4 Augustus 1784, preasent den
here H.O. en alle de heren schepenen,
exemptis de heren Lampsius en
de Both.
Lianne
zei op donderdag 4 juli 2024 - 11:33