Op dit forum vroeg Christian zich op 19 december af, of het misschien goed zou zijn om ooit wat meer achtergrondinformatie te geven over bijvoorbeeld afkortingen in oude teksten? Dat naar aanleiding van een verzuchting van Dirk Claesens: “of het voors[eyt] of voors[chreven] moet zijn, is soms moeilijk te achterhalen”. En hier zijn we dan.
Afkortingen horen bij handgeschreven teksten als spaanders bij het hakken. Om schrijfkramp te voorkomen laat de schrijver een (flink) stuk van een woord weg in de veronderstelling dat de lezer toch wel begrijpt wat er wordt bedoeld. Maar ja, na pakweg een paar honderd jaar is het aanvullen van een woord niet meer altijd zo vanzelfsprekend als het wellicht ooit was voor de schrijver.
Gelukkig waren de schrijvers van toen wel zo vriendelijk om met tekens aan te geven dat er iets werd afgekort: een punt, een puntkomma, een apostrof, een horizontale streep boven het woord, doorgestreepte letters, hoofdletters; er was een heel scala aan mogelijkheden.
Het probleem in het oplossen zit hem meestal niet echt in de betekenis, want die is vaak ook al duidelijk in de context waarin de afkorting staat. Zo is in de context van DTB-bronnen al snel duidelijk dat met “J.D.” wel Jonge Dochter zal zijn bedoeld. Nee, het probleem bij het oplossen zit hem vaak in de spelling van de gekozen oplossing. “Voors.” is een mooi voorbeeld: wat er mee bedoeld wordt, is volstrekt duidelijk: “eerder genoemd”.
Maar los je dat op als ‘voorseyt’, als ‘voorsegt’, als ‘voorscreven’ of als ‘voorschreven’? En nog erger wordt het als ook nog het eerst deel van dit woord is afgekort met een doorgestreepte V (Vs.). Want dan kan ‘voor’ ook nog als ‘voer’ (of ‘voir’) opgelost worden. Het aantal mogelijke oplossingen stijgt dan angstwekkend snel. Voor het begrip van de tekst maakt het niet uit, maar je wilt het toch “goed” doen. Echter, wat is goed in dit geval?
Eigenlijk kun je daar maar één vuistregel voor hanteren: je zoekt naar hetzelfde woord in de tekst, maar dan voluit geschreven en sluit daarbij aan. En als dat nergens het geval is, los het dan zo op dat je het de moderne lezer zo makkelijk mogelijk maakt: voorschreven (of toch voorzegd?). De keuze voor een van die twee blijft dan tamelijk willekeurig, natuurlijk.
Op Watstaatdaer hebben we standaard gekozen voor ‘voorschreven’. Een dergelijke keuze hebben we ook gemaakt voor de afkorting Sr., die je kunt oplossen als ‘sieur’ of als ‘seigneur’ (in Engelstalige teksten hoeven ze “Sir” niet af te korten). Als het woord niet in uitgeschreven vorm elders in de tekst voorkomt, houden we 'sieur' aan. En dat is uiteindelijk ook dé manier om met afkortingen om te gaan: je spreekt iets af en daar hou je je aan.
Rien Wols beheerder
zei op maandag 13 maart 2017 - 13:31