De linkertekst is eigenlijk een margeaantekening waarin staat dat de voogden, van wie Jan Adriaenssz er een is, dit overzicht hebben ingebracht; De rechter tekst betreft de aanhef van het totale document dat 21 pagina's beslaat en waarin Jan Adriaens nog wel een aantal keren elders wordt genoemd. Ik heb me nu echter maar even beperkt tot het stukje dat je geplaatst hebt.
Li-marge:
Overgebracht alhier ter weescamer
bij Willem Ingelssz en[de] Cornelis Rokaert
midtsgaders Heert en[de] Jan Adriaenssz
voochden van dese drie weesen van
wijlen Jan de Lappere, present
weesm[eeste]rs Marinis Coll en[de] Balthen
Huybrechts etcetera ahn mij als clerck van [den]
zelve camer op huyden den XXVIIIen [=28en]
octobris a[nn]o XVcLXXIXt[ich] [=1579]
Rechtertekst:
Reeckeninge ende bewijs van
Willem Ingelssz ende Corn[elis] Roockaert
in den naem van Jaspar Janssz, voochden
van de drie achtergelaeten weesen ende
dochteren van wijlen Jan de Lapper van [den]
ontfange ende uuytgeven van den jaeren
LXXVIIt[ich] [=[15]77] ende LXXVIIIt[ich] [=[15]78] van de pachten
ende renten payem[enten] van huysen, boomgaert
mitsgaders van den vercochten landen hier-
naer volgende over hun contingent
volgende de caevelinge ggetrocken den
XXIXen [=29en] septembris 1576 ende
geristreert int weesboeck folio IIc
XII =212]
H.P. Westdorp
zei op dinsdag 20 februari 2024 - 10:53