Probeer de zegel met een vloeipapiertje te bedekken en er dan met een zacht potlood overheen te gaan.De letters zijn dan meestal duidelijker.
Dit is de zegel van Floris Janszn die Koc, schout van Zoetermeer in 1494. De zegel hoort bij de onderstaande tekst. Ik ben beniewd wat de tekst op de zegel zelf zou kunnen zijn, maar ik kan er niet wijs uit komen. Het gaat me dus niet op de heraldische inrichting van het wapen, maar de letters op de rand. Mocht iemand er iets in kunnen herkennen, dan hoor ik dat graag!
---
Ic Floris Janszn die Koc scout inden ambochte van Zoetermeer doe cond allen luijden dat voir mij quam Jannitgen
Peter Jacopszn wedue met horen rechten voegt Willem Jacopszn ende bekende waer dat sake dat Aelbrecht Aelwijnszn enige
hinder cost of scade leet van alsulk lant als Aelbrecht gecoft heeft tegen Jannetgen voirs bove buer lant behoude li-
ken dat op dit voirs lant staet alle jaer jaerlijke renten ses pont Hollants ende is groot seven morghen luttel mijn
of meer bij den hoop sonder maet ende is gheheten coeptgenswoeninghe ghelegen inden ban van Stompick also groot
ende cleijn als ’t Peter Jacopszn zaligher ghedachten in voirtijden ghecoft heeft van Aelbrecht voirs ende heeft beleghen
an die oost zijde Jan Geritszn an dat zuiteijnde die Stompickerwech an die west zijde Gherit Wouterszn an dat
noorteijnde Phillips Dircx zn Jannetgen ende Willem Jacopszn beijde voirs geloefden Aelbrecht voirs dese voirn
seven morghen lants te vrijen ’s jaer ende dach alse recht is alle dinck sonder arch of list hier stonden bij buer
uten ambocht van Zoetermeer als Cornelis Jan Kerssoen ende Jan Dircxzn in kennissen der waerheijt so heb ic
Floris Janszn scout voirs mijn zegel ghehangen an desen brief int jair ons heren duijsent vierhondert vier
ende tnegentich die lesten dach van februarijo
Charles
zei op woensdag 4 december 2019 - 22:00