Overslaan en naar de inhoud gaan

Forum

Stoere taal uit de 18e eeuw - Hulp gevraagd

Beste forumleden,

Tijdens mijn stamboom onderzoek kwam in een document tegen van mijn voorvader Jacob. Omdat ik niet veel kon lezen ben ik op deze website gaan oefenen :). Na een paar weekjes kwam ik al een heel eind met transcriberen maar weet niet of het goed is en sommige woorden kan ik echt niet lezen. Hieronder mijn transcriptie. 

===

[kantlijn]; Arbeiders van ’s lands Magazijnen en Affuitmakerijen

Aan de Edelel(?) Agtbaere Heeren Burgemeesteren en Regeerders der stad Delft

Geeven met schuldige Eerbied en onderdanigheid te kennen de Onderges. schutters deesers land, en alle Arbeijders ten Diensten van s Lands magazijnen en Affuitmakerije

Dat ’s Lands ordinaris (?) bedienders in voorgaande tijden altoos buiten de schutterije decser stad zijnde gelaete. Zij supplianten ook van die gunstige schikking hebben blijven xxx (?) seedert den tijd van hunne aanneeming in ’s Lands dienst tot den Jaere 1746 inclusief

Dat zij xxx([?) vervolgens genoegsaam alle in en omtrend den Jaaren 1747 in de schutterije decsen stad zijn getrocken.

Dat sommige van hun als geweermaeker bij de magasijnen zijn en dagelijks in ’s Lands werkhuisen werden opgeslooten soo wel als de andere die als ord=arbeiders meede in de magasijnen werden in en vrijtgelaaten

Dat de overige van hen supplianten aan s Lands affuitmakerijen zijn geattacheert en aldaar onder de selvde onderen (?) staan.

Dat verscheijde van haar lieden zijn nagtwakers aan de voors affuit makerijen alwaar zij des somers om de vierde, en des winters om de derde nagt moeten waaken.

Dat ook een van haar xxx (?) lantaarnen opsteekers van s Lands magasijnen alwaar hij daegh en laat zijn functie moet waarneemen.

Dat boovendien zij supplianten alle zijn nagten geatventeerden van s Lands brand (-?)  die ook in tijden van nood ten dienste van de stad werde geemploijeert.

Dat zij supplianten eerbiediglijk vertrouwen dat xxx (?) Agtb. wel willen gelieven te confidereeren, dat zij lieden niet in staat zijn, om soo bij dag als bij nagt de stad van verder nut (?) te kunnen zijn.

Reedenen waar omme zij(?) de vrijheid gebruiken zig met allen onderdanigheid te keeren tot (?) Agtb. ootmoediglijk verzoekende dat het (?) groot Agtb. goed gunstig behaagen moge hun suppliante, in navolginge van ’t geenen door ? Agtb. met opsigt tot de Clercquen van stads Secretarie, bediende in de Banck van Leening, meesters van stads Arm Schoolen, (xx?) anderen werde ge??tiseerd uit de schutterije deesers Stadt te ontslaan (onderstond) welk doende & was getekend ,

Andreas Stoof, Leendert van der Linden, Jan den Held, Arij Dirksen, Jacob Haas, Johannes van der Wal, Arij de Graeff

===

Alvast heel erg bedankt!

Caroline

Reacties (7)

René van Weeren zei op do, 10/17/2024 - 01:34

Caroline, je bent al een heel stuk gekomen! Hieronder mijn aanpassingen vetgedrukt; aangevulde woorddelen van verkortingen zijn cursief weergegeven. Uit de afsluitende regels blijkt dat dit een afschrift is van een ontvangen brief. De afsluitende -n bij sommige woorden is door de schrijver niet altijd duidelijk weergegeven en blijkt soms alleen uit een licht verlengde eindlijn; de slot-n blijkt dan vooral uit de context. Voor de leesbaarheid heb ik hoofdlettergebruik als in hedendaags gebruik toegepast.

Samengevat: de ambtenaren waren tot 1746 vrijgesteld van de schuttersplicht, de plicht om als schutter mee te helpen bij de stadsverdediging. In 1747 zijn zij alsnog als schutters opgenomen en bij de wapenmagazijnen en geschutsmakerijen te werk gesteld. De ondertekenaars van dit verzoekschrift geven aan dat zij door hun dubbele aanstelling, zowel als ambtenaar als als schutter (en brandweerlieden) de stad niet dag en nacht kunnen dienen en vragen dus om hen van hun schuttersplicht te ontslaan.

[kantlijn]
Arbeiders van/ s Lands Magasij-/nen en Affuitma/-kerijen

Aan de Edel Groot Agtbaere
Heeren Burgemeesteren en
Regeerders der stad Delft

Geeven met schuldige eerbied en onderdanig-
heid te kennen de ondergesz. schutters
deeser stad, en alle arbeijders ten diensten
van s Lands Magazijnen en Affuitmakerijen

Dat s Lands ordinaris* bedienders in
voorgaande tijden altoos buiten de
schutterije deeser stad zijnde gelaeten.
Sij supplianten ook van die gunstige
schikking hebben blijven jouiseeren**
seedert den tijd van hunne aanneeming
in s Lands dienst tot den jaere 1746
incluis.
Dat sij supplianten vervolgens genoeg-
saam alle in en omtrend den jaaren
1747 in de schutterije deeser stad sijn
getrocken.
Dat sommige van hun als geweer-
maekers bij de magasijnen zijn en dage-
lijks in s Lands werkhuisen werden
opgeslooten, soo wel als de andere die als
ordinaris* arbeiders meede in de maga-
sijnen werden in en uijtgelaaten.
Dat de overige van hen supplianten
aan s Lands affuitmakerijen zijn
geattacheert en aldaar onder de
selvde orderen staan.
Dat verscheijde van haar lieden
zijn nagtwakers aan de voorsz. affuit-
makerijen alwaar sij des somers om
---
de vierde, en des winters om de derde
nagt moeten waaken.
Dat ook een van haar is een lantaarn-
opsteeker van s Lands magasijnen
alwaar hij vroegh en laat zijn functie
moet waarneemen.
Dat boovendien sij supplianten
alle zijn nagten geatventeerden
van s Lands brandspeuijten die ook in
tijden van nood ten dienste van de
stad werde geemploijeert.
Dat zij supplianten eerbiediglijk
vertrouwen dat Uedel Groot Agtbaeren wel
willen gelieven te considereeren, dat
sij lieden niet in staat zijn, om soo bij
dag als bij nagt de stad van verder
nut te kunnen zijn.
Reedenen waar omme zij supplianten
de vrijheid gebruiken zig met allen
onderdanigheid te keeren tot Uedel
Groot Agtbaeren ootmoediglijk versoekende
dat het Uedel Groot Agtbaeren goed gun-
stig behaagen moge hun suppliante,
in navolginge van ’t geenen door Uedel
Groot Agtbaeren met opsigt tot de clercquen
van stads secretarie, bediende in
de Banck van Leening, meesters
van stads Arm Schoolen, en meer
anderen werde gepractiseerd uit
de schutterije deeser stad te ontslaen
(Onderstond) Twelk doende &a***
(Was geteekent) Andries Pool
Leendert van der Linden, Jan den
Held, Arij Dirkzen, Jacob Haas -
Johannes van der Wal, Arij de Graeff

René van Weeren zei op do, 10/17/2024 - 01:35

* ordinaris = regulier, gewoon, gebruikelijk (speciaal aangestelde ambtenaren werden betiteld als extraordinaris)

** jouisseren = genieten van het voorrecht

Caroline zei op do, 10/17/2024 - 08:05
Hoi Rene, Ontzettend bedankt, ik zie dat ik de het woord 'sij' vaak niet kan lezen. Kan hier veel van leren. Heel fijn dit. Wat betekent 'met opsigt'? Ik probeer te begrijpen wat de Bank van Lening hiermee te maken heeft, hahahaha. Ik kon dit woord niet vinden in het historisch woorden boek. Nogmaals dank Rene Hartelijke groet, Caroline
René van Weeren zei op do, 10/17/2024 - 08:40

met opsigt = met betrekking tot

De betreffende ondertekenaars verzoeken aan de stadsbestuurders met hen hetzelfde te doen als eerder gebeurd is met betrekking tot de stadsklerken, de bedienden van de Bank van Lening (het gemeentelijk pandjeshuis of lommerd, zie meer daarover op https://indebuurt.nl/leiden/genieten-van/dit-is-waarom-er-een-grote-kle…), en de leraren aan de Stadsarmenschool, d.w.z. hen te ontslaan van hun functie en plicht als schutters, zodat zij niet langer zowel overdag (als stadsambtenaar) als 's nachts (als schutter) de stad hoeven te dienen.q

Caroline zei op do, 10/17/2024 - 10:35
Ahhh, nou begrijp ik het!. Dank voor je hulp René, wellicht dat deze informatie de schakel is naar mijn verdere onderzoek. Nogmaals dank en een fijne dag! Groetjes, Caroline
Caroline zei op di, 11/05/2024 - 16:48
Dank je wel Anny, heb de pagina bekeken prachtig pand en wat een historie!

Reageer op dit bericht

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.
Slechts één bestand.
10 MB limiet.
Toegestane types: png gif jpg jpeg.