Staat van Goed (Oostende)

Ik heb de ganse tekst overlopen en een paar onnauwkeurigheden aangepast. Het gezochte woord is zeef van kameelharen. (kemel airen seefde)

vier stoelen met drije 
saelstoelen, een spegel, 
alle het gleyserswerck 
een menagierken met 
twee halve dosijnen 
posteleijn, met nogh 
eenighe stuckx schilde-
rie, een kemel airen
seefde, drij manden, 
een brander, een 
kinder setel, cleer-
casse, pluijmen bedde 
met laeckens, sarge 
en het lydecant, met 
sijn behansel ende 
eenige stelsels op de 
friese, appart geesti-
meert ende t'samen 
weerdigh veertien pond tien schellingen zes grooten.

wat is een menagierken ?

Zulk een staet van goed bestudeer ik voor een archief van Hazebrouck anno 1769

mvg

ikzelf interpreteer dit als een soort (porseleinen) beeldje.

Het menagierken lijkt me een meer huishoudelijk voorwerp gezien de plek in de opsomming. Met het gleyserswerck zijn geglazuurde voorwerpen bedoeld. Zou het een soort kastje zijn voor porceleinen voorwerpen? Ik was benieuwd waar we dit woord verder vinden: na zoekpogingen met de Digitale Bibliotheek der Nederlandse Letteren, https://www.dbnl.org en Nederlab, https://www.nederlab.nl dacht ik dankzij dit laatste portal aan Delpher, https://www.delpher.nl, met één treffer,  een klucht uit 1770 die het menagierken noemt als een soort rariteitenkabinet, bijvoorbeeld voor "Venetiaansch blanketsel", het zal een soort houder voor cosmetische artikelen zijn.

Het is een term die je inderdaad niet vaak tegenkomt en op basis van de treffers ook kenmerkend Vlaams van aard is; het wordt in een wetenschappelijk artikel uit 2012 beschreven als een (vertaald) kast specifiek bedoeld om borden en schalen in uit te stallen, zie https://www.academia.edu/11751563/Confraternities_Jansenism_and_the_Bir…

Het woord menagierken komt van menagier, huishouder/huishoudster. Als je aan het Franse menagière denkt schiet mij het modern woord organizer te binnen...

Dit (gevonden dankzij google-is-mÿn-maet) dunkt my relevant:

menagierken” (a type of cupboard used for the display of serving wares)

Confraternities, Jansenism and the Birth of a Consumer ...