De ontbrekende delen:
neffens
paeyen
ende dat mette alsdan
Bijgaand een schuldbekentenis van een voorouder van mij uit 1715, middels een acte bij notaris G. van Vianen te Utrecht.
Het handschrift is een beetje lastig, en ik heb wat vraagtekens bij het begin van de 2de bladzijde en een woord onderaan de eerste pagina.
Ik heb gevonden:
Huijden den 15e Junij deses jaers 1715
compareerde voor mij Gijsbertus van Vianen, notaris
voor den Ed(ele) Hove van Utrecht etc in het bijwesen
van naarbenoemde getuigen, den eersamen
Peter Janssen van Seijl, weduwenaar & boedelh(oude)r van
Weijntie Claes Vosch, woonende tot Bunnick,
mij notaris bekent gemaeckt, dewelcke bij desen
verclearde ende bekende voor hem, sijne erven
ende naarcommelingen wel & deugdelijck
schuldich te wesen aan ende ten behoeve
van Jacobus de Bruin, jonckman woonend
tot Odijck een capitale somme van drie
hondert Carloij guldens tot twitigh stuijvers
stuck, spruijtende uijt saecke van
deugdelijcke verstreckte & contant aangetelde
gelden, voor den comparant in vollen uijt
handen voornoemd ontfangen & tot sijne
oirbaar geeomployeert, renunciterende over-
sulcks van alle exceptien van geen gelt
getelt te sijn, ofte ontfangen te hebben
mitsgaders alle anderen deses eenisints
contrarierende, belovende daar vor aan
handen voornoemt, ofte derselvs wettige
recht tot desen becomend, tot interesse te
betalen de somme van twaelf guldens
wesende jegens vier pourcento van ieder
hondert guldens in ’t jaar precies op den
verschijndach te betalen, ende hebben alsoo
dese renten inganck genomen den 10en Junij 1715 //
sulcks het eerste jaar rente van dien
verschenen & omme [gecoomen] wesen sal op den
10e Junij des toecomende jaars 1716 ende soo
vervolgens te gedueren van jaar tot jaer,
tot de volle effectuele ende volcomende
voldoeningen ende aflossinge van ‘t gemelde
capitael van drie hondert guldens toe
gedurende, welcke aflossinge ende opsegginge
van het voornoemde capitael van drie hondert
guldens nochtans van jaar tot jaar sal
mogen ende ook moeten geschieden ende
dat ten eenemaale …. & niet aan
….ofte deelen, altijt oock in
goede geefalueerde silveren gelde [ten]
tijde der aflossinge [laest] binnen Utrecht
gepermiteert & ganckbaar sijnde …
…. ook daar op verschenen ende
onbetaalde renthen van dien, mits dat de
opsegginge & aflossinge van het genoemde
capitael & verschenen renten den anderen
drie maande voor elcken verschijndagh sal
moeten worden behoorl(ijck) gedenuntieert
& bekent gemaeckt.
Tot securiteijt van ’t gemelde capitael
van drie hondert guldens & de daar op te
verschijnen renthen, den comparanten bij
desen waar verbindende sijn persoon ende
alle sijne goederen present & toecomende
genige geexcipieert, alle deselve //
submitterende de Ed(ele) Hove van Utrecht & Ed(ele)
Gerechte deser Stadt, mitsgaders alle andere
heeren, hoven, rechteren ende gerechten
ende constitueerden de comparant oock daar
toe onwederroepel(ijck) Harminius Ribbius, proc(ureur)
’s hoofs voorsz. ende Hendrick van Hees, proc(ureur)
deses gerechts, ofte iemandt anders van alle
de andere vordere procureurs, soo voor den Ed(ele)
Hove als Ed(ele) Gerechte te samen ende een
ieder van hunlieden in ’t bijsonder
in der tijt postuleerende hier toe, eerst
versocht wordende, omme desen te reitereren,
renoveren & bekennen, ende hem
comparant in den inhouden deses,
daar sulcks begeert wert, te sijnen
costen vrijwillighligl(ijck) te doen & te laten
condemneeren, belovende in alles de rato
onder ‘t verband & submissie als voren,
Versoeckende hiervan notariele obligatie
in forma uijtgegegevn sal worden. Aldus
gedaan & gepasseert binnen Utrecht ten
huijse van mij notaris staande aan de
oostzijde van de Oude Gracht, tusschen de
Vie & Jacobij Bruggen, ter presentie van
Abram Spruijt & Daniel van Vianen,
getuigen van gelove, hier toe versogt.
{Peter van Sijll}
{Abram Spruijt}
{Daniel van Vianen}
{G. van Vianen, not(ari)s, 1715}
Wie kan de openstaande punten voor mij oplossen?
Het is niet nodig te hele tekst na te lopen (hoewel er hier en daar toch ene foutje in geslopen kan zijn aan mijn kant).
De ontbrekende delen:
neffens
paeyen
ende dat mette alsdan
Hartelijk dank Geert voor de aanvullingen !
Een woordje ontbrak overigens, en wel hetgene na uw aanvulling "paijen" maar ik kan daar nu "parten" uit opmaken.
Ook zag ik dat ik in mijn tekst een paar grote typo's had zitten, waaronder de woorden "uitgegeven" in de slotalinea, en, 4 regels erboven "vrijwillighl(ijck)."
Louis v. V.
zei op maandag 21 juni 2021 - 11:57